Eenzijdige benadering verscherpt de tegenstellingen
Ook Israël heeft recht op eigen staatHaat, onrecht en discriminatie in het Midden-Oostenconflict zijn niet alleen aan Joodse expansiedrift toe te schrijven, vindt mevrouw M. Cohen Stuart-Jumelet. Het vijandige optreden van de Arabische wereld in de laatste honderd jaar speelt een belangrijke rol, schrijft ze. Het was een groot voorrecht om van 1964 tot en met 1966 in Galilea werkzaam te zijn in de gezondheidszorg. In februari 1964 mocht ik als jonge Nederlandse verpleegkundige mee met de moeder- en kindzorg in de Arabische dorpen in Galilea. Daar leerde ik de eerste Arabische woordjes. De Israëlische moeder- en kindzorg bestreed met groot succes het hoge sterftecijfer onder Arabische moeders en kinderen. De Arabische vrouw kreeg behalve gratis moeder- en kindzorg een financiële toelage als ze in het ziekenhuis kwam bevallen. Het Kupat Choliem (ziekenfonds) had in de jaren vijftig kleine medische posten opgezet in heel Galilea. Er woonden toen nog grote groepen bedoeïenen in tenten. We gingen zoekend langs die tenten als de moeders niet de consultatiebureaus bezochten voor de noodzakelijke inentingen. In de dorpen woonden de armere Arabische mensen in krotten, zonder stromend water, sanitair en elektra. Het zijn nu welvarende grote dorpen in Galilea geworden, zich uitstrekkend over diverse heuvels. Er is stromend water, riolering en elektra. Aan geen ding gebrek. Voor die welvaart is aan Arabische en Joodse kant hard gewerkt. Gekochte grond Op de prachtige olijfboomgaarden na had de Arabische bevolking maar kleine stukjes land ontgonnen. Alleen de paradijselijke wilde bloemenzee in het vroege voorjaar, na een regenrijke winter, bewees dat het eeuwen verwaarloosde en geërodeerde land vruchtbaar was. Schijnbaar onvruchtbaar land en moerassen werden voor veel geld van Arabische grootgrondbezitters gekocht. In de loop van de jaren bewerkten de Joden de gekochte grond en de staatsgronden. Ze verwijderden miljoenen stenen en rotspartijen, egaliseerden en draineerden, irrigeerden en zaaiden. Dit was niet alleen een enorme investering in menskracht. In openbaar toegankelijke archieven is precies gedocumenteerd wat werd gekocht en onteigend, en wat staatsgrond was. Arabische arbeiders konden in dat ontwikkelingsproces van landontginning een legale betrekking hebben waardoor ze in het ziekenfonds kwamen. Ook moesten ze meebetalen aan het Israëlische belastingstelsel. Voordat iemand mij komt vertellen dat belasting betalende Palestijnen met andere maatstaven worden gemeten, en dat ze worden gediscrimineerd en onrechtmatig behandeld: het is mij tot in details bekend en staat bij ons gedocumenteerd in ordners. Gastarbeiders Twaalf jaar, van 1982 tot 1994, hebben we in Israël gewoond. Vanuit de functie van mijn echtgenoot ken ik de discussies van vredesgroepen van binnenuit. De schuld van alle ellende kregen altijd de Joden. Vervolgens waren de westerse christenen schuldig aan de shoah, de vernietiging van Joden in de Tweede Wereldoorlog, met als Palestijns verwijt dat zij de rekening moesten betalen. Het verstand op nul en de blik op oneindig draagt alleen negatief bij in het gecompliceerde Midden-Oostenconflict. Wie culturele, etnische, historische, sociologische en religieuze factoren eenzijdig benadert of uitsluit, verscherpt de tegenstellingen alleen maar. Uit de Britse mandaattijd en uit de Turkse tijd voor 1917 zijn variabele inwoneraantallen bekend. Eind negentiende eeuw, toen de eerste grote immigratie van Joden uit onder andere Oost-Europa begon en toen gebieden in Israël werden ontgonnen, kwamen gastarbeiders uit de omringende Arabische landen helpen. De Arabische bevolkingsexplosie van de jaren twintig was geen natuurlijke aanwas, maar een volksverhuizing van binnen en buiten Groot-Syrië. Bij grote familieruzies vliegt de herkomst nog over tafel: Ga terug jij naar: Syrië, Libanon, Iran, Irak, Arabische Emiraten, Egypte, Nubië of Jordanië. Palestijnse staat De onder Arabieren geëerde Abu Yacoub, de Nederlandse pater Jacob Willebrands, heeft voor zijn bergtopje Netofa in Galilea aan zijn Palestijnse buren enorme bedragen moeten betalen. Vanaf zijn klooster zijn de Tabor en de Hermon te zien. Het is een publiek geheim in Galilea, in de Arabische dorpen waar 60 jaar, 150 jaar of nog langer geleden de families uit de omringende Arabische landen vandaan kwamen om zich te vestigen in het Palestijnse gebied. Sommige onderzoekers zeggen dat amper 10 tot 15 procent van de Arabische bevolking eeuwenoude wortels heeft in het huidige Israël. Er heeft nooit een Palestijnse staat bestaan. De Britten stempelden van 1918-1948 Palestijn in de Joodse paspoorten. Arabier waren de Arabieren. Het is tragisch en triest dat grootgrondbezitters hetzelfde stuk grond meermalen verkochten. Er schijnt drie keer de oppervlakte van heel Israël aan landbezitdocumenten te circuleren. Cijfers van de gevluchte of verjaagde Arabieren in 1984 variëren dan ook tussen de 400.000 en de 700.000. Vluchtelingen Meer dan 90 procent van de Israëlische bevolking is ervan overtuigd dat er een Palestijnse staat moet komen. Deze Arabieren zijn, evenals de Palestijnen, hard toe aan een eigen staat. Het benauwde is wel dat deze staat Judenrein zal zijn. Joden zullen er niet worden getolereerd, terwijl er nu nog Joodse nederzettingen liggen. Palestijnse dorpen in de staat Israël hebben daarentegen niets te vrezen. Betweterige gemodelleerde polder-Nederlanders vinden het absurd als Joden condities stellen en als ze geen grote bevolkingsaanwas van Palestijnse vluchtelingen kunnen tolereren in Joods gebied. Maar de ontkenning van historische levensbedreigende ervaringen maakt wantrouwen onder de Joden nog groter. Is er een ander land in de wereld dat ruimte beschikbaar wil stellen en staatsburgerschap wil geven aan 3,5 miljoen Palestijnse vluchtelingen? Het Palestijnse vluchtelingenprobleem wordt kunstmatig instandgehouden. Ook de Arabische landen nemen de vluchtelingen niet op. Alleen Jordanië heeft de Palestijnen burgerrechten gegeven. Heilige oorlog Kortzichtig is het om het Midden-Oostenconflict te reduceren tot de gewelddadige vestiging van de Israëlische staat op Palestijns gebied in 1948. Dat het tot een gewelddadige vestiging kwam, had te maken met het feit dat de jonge staat Israël werd aangevallen door zes Arabische landen om vernietigd te worden. Wie de grenzen van Jeruzalem voor 1967 nog kent, begrijpt de noodzaak het Latrungebied te bezetten. Jeruzalem laat zich niet meer in de tang nemen met onverdedigbare grenzen. De strategisch-militaire lichting van bepaalde gebieden valt aan een zwakzinnige uit te leggen. Terugkeer van de vluchtelingen zal alleen mogelijk zijn door medewerking van het Palestijns zelfbestuur in hun eigen Palestijnse staat. Terugkeer van de Palestijnse vluchtelingen naar Israël is een onmogelijke optie. Het zou neerkomen op vernietiging van de Joodse staat. Wie ervoor pleit dat de meeste van de 3,5 miljoen Palestijnen naar Joodse gebieden terugkeren is in feite voorstander van een nieuwe vernietiging. De Arabische cultuur en religie dulden immers geen anderen. De jihad, de heilige oorlog, gebiedt de moslim het gebied dat ooit door moslims werd bestuurd te bevrijden en terug te brengen onder het bewind van Allah. Eenzijdige vredesdromen Over compensatie en schadevergoeding van geconfisqueerd Arabisch bezit wordt allang gepraat in Israël. In de vredesgroepen is het een altijd weerkerend onderwerp. Maar ook de 850.000 Joden die uit Arabische landen moesten vluchten met achterlating van alles, eisen compensatie en schadevergoeding. Daarover horen we nooit een Arabisch land iets beloven. Ook de Nederlandse vrede- en rechtstrevers vergeten die claim met hun eenzijdige naïeve Midden-Oosten-vredesdromen. De tijd heeft geleerd dat Joden en Palestijnen misschien wel naast elkaar, maar niet te dicht bij met elkaar kunnen leven. De 22 Arabische landen hebben 99,2 procent oppervlakte van het Midden-Oosten in bezit. Israël heeft daarvan 0,8 procent. Dat is minder dan 1 procent van het totale gebied, waarvan de helft ook nog eens onbewoonbare woestijn is. In de huidige Israëlische staat leven al 1,5 miljoen Palestijnen samen met bijna 5 miljoen Joden. Dat er een Palestijnse staat moet komen staat buiten kijf. Maar ook Israël heeft het recht op zelfbeschikking en overleving in een eigen Joodse democratie. De Verenigde Naties gingen in 1947 immers met de Joodse staat akkoord, met als doel dat Joodse vluchtelingen zouden opgenomen kunnen worden, en dat de staat bescherming zou bieden tegen nieuwe, toekomstige golven van Jodenhaat. Olie op het vuur De grote verschillen van culturen en religies hebben geen basis van vreedzaam samenleven. De wraakzuchtige Palestijnse educatie, die decennialang de jeugd in de vluchtelingenkampen vergiftigde, laat geen ruimte voor het bestaan van Israël. De concrete situatie van de Joodse staat en van het Joodse volk staat daarom in het teken van angst en wantrouwen. Dat Israël de Palestijnen in een Palestijnse staat nauwlettend in het oog zal willen houden, heeft alles te maken met ervaringen in het verleden. Bezetting en overheersing, afsluiting van gebieden, geweld, onrecht en discriminatie: dat alles ontstond niet alleen uit Joodse expansiedrift. Het vijandige optreden van de Arabische wereld in de laatste honderd jaar speelt een belangrijke rol mee. Waar twee kijven hebben twee schuld. Binnen Israël wordt onderzoek gedaan naar medeverantwoordelijkheid voor de ontstane geweldsspiraal. Er is alleen plaats voor beschuldigingen. Triest is het te zien dat de huilende wolven in de Nederlandse polders olie aandragen om het vuur in het Midden-Oosten nog meer te doen oplaaien. Dat maakt de situatie voor alle partijen nog levensbedreigender. De auteur is echtgenote van dr. G. H. Cohen Stuart, voormalig theologisch adviseur van de Nederlands Hervormde kerk in Jeruzalem (1982-1994), en woonde twaalf jaar in Israël. |