WAO-stelsel moet zichzelf corrigerenZiekteverzuim is niet alleen een kwestie van ziekte, maar ook van sociaal gedrag. Dat zei staatssecretaris J. F. Hoogervorst vorige week tijdens een toespraak in Den Haag.Als je eenmaal in dat WAO-systeem zit, lijkt het voor sommige mensen een gevangenis. In een fors aantal gevallen gaat het om zelfgekozen gevangenschap. Deze mensen hebben hun leven ingesteld op de WAO en willen dat niet meer kwijt. Anderen die wel uit deze gevangenis willen ontsnappen, ervaren de WAO als een stigma. Met een WAO-stempel is het niet makkelijk solliciteren. Veel mensen komen onnodig in de WAO terecht: ze worden er als het ware in gezogen, doordat er in het eerste ziektejaar onvoldoende werk gemaakt wordt van reïntegratie, door henzelf of door de werkgever; vaak door een te geringe inspanning van allebei. Ziekteverzuim is niet alleen een kwestie van ziekte, maar ook van sociaal gedrag. Zo is bij het midden- en kleinbedrijf het ziekteverzuim erg laag: met 3,3 procent is dat nog niet de helft van het ziekteverzuimpercentage van grote bedrijven. Waarom is het daar zo laag? Niet omdat het mkb over gezonder personeel beschikt. Grotere bedrijven hebben meer kans op de arbeidsmarkt dan kleine. Wel omdat in het mkb werkgever en werknemer dicht bij elkaar zitten. Er is veel sociale controle. Er is veel onderlinge afhankelijkheid: als er iemand ziek is, ligt meteen het hele bedrijf plat. Daardoor is er veel minder afwentelingsgedrag dan in een groot bedrijf. Een tweede voorbeeld. Er is een tamelijk sterk verband tussen het ziekteverzuim en de economische conjunctuur. Bij een laagconjunctuur zien we meestal een laag ziekteverzuim. In een krappe arbeidsmarkt, waar we momenteel mee te maken hebben, een hoog ziekteverzuim. Deels komt dat door een hogere werkdruk. Maar ook omdat werknemers in een krappe arbeidsmarkt zich makkelijker ziek melden dan wanneer er banen op de tocht staan. Bescherming Of zieke werknemers uiteindelijk in de WAO belanden, hangt niet in de laatste plaats af van de acties die deze mensen zelf in dat eerste ziektejaar ondernemen. En natuurlijk ook van de wijze waarop de werkgever daarmee omgaat. Als je de inrichting van het eerste ziektejaar in Nederland vergelijkt met die in andere landen, dan blijkt dat die in ons land in hoge mate gericht is op bescherming meer dan op activering. In Nederland is er bijvoorbeeld de facto geen sprake van inkomensverlies als je ziek wordt. Ik wil niet zeggen dat ons stelsel per se leidt tot strategisch gedrag van werknemers. Verreweg de meeste zieke werknemers vinden zelf de weg terug: zij gaan weer aan de slag. Toch is er in ons land een cultuur ontstaan waarbij er te gemakkelijk met ziekteverzuim wordt omgegaan. Dat geldt overigens óók voor de werkgever. Ook hij wordt door dit systeem veel te weinig aangezet om actie te ondernemen om de zieke werknemer weer aan de slag te krijgen. Het label ziekte is in Nederland een veel te makkelijke oplossing om zogenaamde probleemmedewerkers in te parkeren. De veelgehoorde bewering dat mensen die langer dan drie maanden ziek zijn vrijwel altijd in de WAO verdwijnen, is een fabeltje. Als de keuring in zicht komt, zo tussen de negen en twaalf maanden van het eerste ziektejaar, gaat ruim 20 procent van de zieke werknemers weer aan het werk. De conclusie moet dus zijn dat juist rond de WAO-keuring heel veel reïntegratiedynamiek ontstaat. Meer dan 40 procent van de potentiële WAO-instroom wordt rondom de twaalfde maand voorkomen. De grote meerderheid van deze mensen gaat gewoon weer aan het werk. Dat leidt mij tot een tweede conclusie, namelijk dat een generiek uitstel van de keuring, zonder verdere maatregelen en voorwaarden, riskant zou zijn. Dan loop je het risico een situatie van passiviteit te verlengen. De winst die we nu boeken rond de beoordeling van het recht op een uitkering zouden we dan kwijt zijn. Mensen zitten dan nog langer in de Ziektewet en komen daar nog moeilijker uit. Toch ben ik met u van mening dat het automatisme van de WAO-keuring moet worden doorbroken. Voor zieke werknemers die op de weg terug zijn, kan de WAO-keuring te vroeg komen. In dat geval werkt de WAO-keuring niet reïntegrerend, maar stigmatiserend. Daarom vind ook ik dat het moment van de keuring geflexibiliseerd moet worden. Zelfcorrectie Waar het uiteindelijk om gaat, is dat het zelfcorrigerend vermogen van het WAO-stelsel wordt vergroot. Dat mensen niet langer onnodig de WAO worden ingezogen. Dat mensen juist méér op hun eigen kracht worden aangesproken en ook méér in staat worden gesteld hun eigen kracht te benutten. Want van één ding ben ik overtuigd: mensen worden niet gereïntegreerd; uiteindelijk reïntegreren zij zichzelf. De auteur is staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. |