Forum 22 februari 2001

Kievitseieren

Stelling: het rapen van kievitseieren is niet verantwoord.

J. Stoelinga, voorzitter vogelwacht Oosterwierum
„Mee eens. Ik ben tegen het eieren rapen, althans in de tijd waarin we nu leven. De menselijke samenleving is in de laatste eeuwen enorm veranderd. Alles doen we anders, grootschaliger, sneller. In die zin vliegt het mensdom het dierenríjk voorbij. Want in de natuur gaat alles nog hetzelfde.

Een vogel broedt nog even lang als vroeger en vliegt nog even snel als toen. Een ekster bouwt zijn nest nog even prachtig.

Juist in april en mei hebben weidevogels, die nog even kalm hun gang gaan als honderden jaren geleden, hun rust nodig. Ze krijgen die echter niet meer door het vroege en machinale maaien van het land.

Deze en allerlei andere ontwikkelingen, zoals ontwatering van landbouwpercelen, eisen hun tol in de weidevogelwereld. En dan hebben we het nog niet eens over de toenemende bebouwing waardoor, over het hele land bezien, het aantal geschikte broedpercelen afneemt. Alle weidevogelsoorten gaan in aantal achteruit.

Daarom ben ik van mening dat eieren zoeken en rapen in deze tijd eigenlijk niet meer past. Rapers zorgen voor onnodige drukte in de polders.

Ik ben al 26 jaar voorzitter van vogelwacht Oosterwierum en kan het voor mezelf niet verantwoorden om eieren mee te nemen.

Het eieren rapen totaal verbieden gaat voor mij ook wat ver. Vaak mag in Friesland tot 9 april worden geraapt. Ik denk dat het hooguit tot 1 april toegestaan moet worden.”

S. P. Roodbergen, hoofdbestuurslid BFVW
„Niet mee eens. Veroordeling van het eeuwenoude kievitseieren zoeken is makkelijker dan de verdediging. Beide partijen hanteren verschillende ethische uitgangspunten.

De Faunabescherming staat aan de ene zijde; de Bond van Friese Vogelbeschermings Wachten (BFVW) aan de andere. Onlangs diende de eerste een klacht in bij de Europese Commissie. Verrassend: het ministerie van Landbouw, afdeling Natuurbeheer, steunt de BFVW in haar verdediging.

De discussie is eigenlijk erg eenvoudig: de Nederlandse weidevogelbiologen erkennen dat het zoeken en rapen van kievitseieren ecologisch geen schade doet. Vervolgens: méér dan de helft van alle Nederlandse vrijwillige weidevogelbeschermers noemt zich ook kievitseierenzoeker. Een méérwaarde!

In Friesland alleen al worden door deze mensen in de korte eierzoekperiode op 107.000 hectare boerenland rond de 65.000 legsels beschermd van 28 weidevogelsoorten. Daarbij gaat het ook om een bedreigde soort als de grutto, door Jac. P. Thijsse de koning van de weiden genoemd.

De landelijke koepel voor deze natuurbeschermingsactiviteiten, Landschapsbeheer Nederland in Utrecht, koestert de eierzoekers, maar mag dat nauwelijks luidop zeggen van Vogelbescherming Nederland in Zeist. Zo gaat dat vaker: Natuurmonumenten Nederland (NM) maakt in Friesland graag gebruik van eierzoekers bij haar inventarisatieactiviteiten. Formeel wordt eieren zoeken door NM echter in de ban gedaan: de Nederlandse natuurbescherming is soms jammerlijk dubbelhartig. Het is een ramp voor de weidevogelbescherming geweest dat Vogelbescherming Nederland vanaf de roerige jaren zeventig partij koos tégen de eierzoeker. Haar mea culpa bleef tot nu toe uit!

De BFVW stelt: Het eieren zoeken is een onschuldig voorjaarsgenoegen; de eierzoekers vormen gratis rekruteringspotentieel voor de vrijwillige weidevogelbescherming; de nazorg is een positief handelingsperspectief voor oud en –vooral ook– jong. Het geheel is vrijwel naar de letter in overeenstemming met internationale theorievorming over ”gebruikersparticipatie in de natuurbescherming”. Sinds het eierzoekdebat in beide Kamers in 1993 –met grote waardering voor het Friese harmoniemodel van beperkt oogsten en uitgebreid beschermen– is de regulering sterk verbeterd. Ten slotte: het kievitseieren zoeken is niet het éínde van de natuurbescherming, maar een inspirerend startpunt.”