Forum 20 februari 2001

Proces vraagt veel geldmiddelen en deskundigheid van juristen

Euthanasiezaak bij
Europees Hof voorbereiden

De Eerste Kamer lijkt de nieuwe euthanasiewetgeving aan te gaan nemen. Wellicht kan een uitspraak van het Europees Hof de wet nog tegenhouden, omdat de wetgeving strijdt met het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens. Een rechtszaak daarover bij het Hof vraagt veel middelen en kennis. Tegenstanders van euthanasie zouden daarom nu al geld en deskundigheid voor zo'n proces moeten gaan regelen, vindt Wolbert I. Meijer.

Wat te doen als het euthanasievoorstel op 10 april in de Eerste Kamer wordt aangenomen? Die vraag lijkt actueel te worden. Als je de neuzen telt, zal het wetsvoorstel ongeschonden de Senaat passeren. Dan heeft het braafste jongetje van de Europese klas een lelijke jaap over zijn gezicht. Kan die snijwond bij het Europees hof gehecht worden?

Het GMV is betrokken bij de initiatieven van het Platform Zorg voor Leven en bij de initiatieven van de voorzitters van CDA, ChristenUnie en SGP om ook aan de Eerste Kamer nog een laatste appèl te doen. Er is de afgelopen twee jaar veel gefundeerde kritiek geleverd en er zijn maatschappelijke acties georganiseerd. Wij hopen op en bidden om een principieel debat met de regering waarin de bezwaren vanuit de samenleving serieus worden meegewogen.

Ondanks inspanningen lijkt vooralsnog een debat in het Europees Parlement over de Nederlandse euthanasiekwestie kansloos. Hoewel het prijzenswaardig zou zijn als het Europees Parlement of de Europese Raad zijn afkeuring over het Haagse beleid zou uitspreken.

Tegenstem
Toen het GMV in september 1999 besloot mee toen in het Platform Zorg voor Leven deden we dat met drie routekaarten in de achterzak.

De eerste route was die van het meeorganiseren van een gefundeerde tegenstem. Daarbij heeft het GMV het zwaartepunt gelegd bij de onhoudbare rechtspositionele situatie van artsen en verpleegkundigen en verzorgenden die aan (de voorbereiding) van euthanaserende handelingen niet willen meewerken. Voor hen wordt niets geregeld in deze wet. Wat dat betreft was oud-staatssecretaris Cohen bij de behandeling van het huwelijk voor mensen van hetzelfde geslacht op de valreep ruiterlijker in de richting van bezwaarde ambtenaren van de burgerlijke stand, dan Korthals en Borst tot op heden zijn voor deze beroepsgroepen. Zij mogen het aan hun collega's overlaten, de artsen en verpleegkundigen staan met lege handen.

”Nee” zeggen is eenvoudiger, dan ”nee” doen in de praktijk. Daarom richt het GMV zich al enige tijd op palliatieve zorg. Langs deze tweede weg werd een brochure gepubliceerd, werden twee zorgmeetings georganiseerd, bijeenkomsten voor artsen belegd, en ging onlangs de cursus ”Als genezen niet meer kan” van start. Deze cursus sloeg erg aan. Daarin is ook het bewijs gelegen dat er enorme behoefte is aan deskundigheidsbevordering ten aanzien van palliatieve zorg in deze beroepsgroep. Wordt deze zorg verder ontwikkeld, de huisvesting van patiënten op maat gesneden, goed geschoold personeel ingezet en adequate pijnbehandeling toegepast, dan kon de vraag naar euthanasie wel eens afnemen of geneutraliseerd worden. Minister Borst ontwikkelt al meer plannen voor deze sector, maar er is veel meer nodig.

Proefproces
Zou op die dag onverhoopt de euthanasiewet worden aangenomen, dan is wellicht de tijd aangebroken om de Europese routekaart te voorschijn te halen. Het GMV wil de mogelijkheid bevorderen om over het euthanasiewetsvoorstel een proefproces bij het Europese Hof aan te spannen. Dit idee kregen we in 1999 tijdens een interview voor het GMV-blad Pleidooi aangereikt van prof. mr. drs. W. Nieboer. Nederland is medeondertekenaar van het verdrag van de rechten van de mens (EVRM). Daarin staat ook dat de regering het recht van een ieder op leven zal beschermen, op een aantal uitzonderingen na. Maar euthanasie wordt daarbij niet als uitzondering genoemd. Daarom is de kans reëel, dat het wetsvoorstel in strijd zal blijken te zijn met het Europees verdrag (artikel 2).

Aan zo'n proefproces zitten haken en ogen. Je zult een concrete zaak moeten hebben, om een procedure tegen de Nederlandse staat te kunnen beginnen tot aan desnoods het Europese Hof. Je zult gerealiseerd moeten krijgen dat zo'n zaak ontvankelijk wordt verklaard. Je zult juristen moeten inschakelen die bedreven zijn in het Europees recht in relatie tot het Nederlands recht. Je zult voldoende middelen moeten organiseren om zo'n intensief en meerjarig karwei te kunnen financieren. Dat kan een organisatie als het GMV –ook vanuit de primaire verantwoordelijkheid van de organisatie– niet in zijn eentje doen. Dat zal in gezamenlijkheid met andere organisaties moeten gebeuren.

Binnen het Platform Zorg voor leven zal dit verder uitgewerkt moeten worden. Op dit moment zijn we wel al benieuwd of bedrijven en personen in Nederland bereid zouden zijn om een dergelijke route te ondersteunen en de haalbaarheid ervan in te schatten.

De auteur is lid van het coördinerend comité van het Platform Zorg voor Leven (dat vrijdag weer vergadert) en voorlichter van de vakorganisatie GMV.