Forum17 februari 2001

Gehoorzaamheid
boven geloof

Door G. Roos

Soms trekken zij aandacht. Als er iemand in opspraak komt. Zoiets treft trouwens ook de kerk. Zij leiden een wereldmijdend leven. De volksmond spreekt over Noorse Broeders. Zelf praten ze liever over ”de gemeente”. Ze menen God te kennen en komen samen om de vreugde van het heil te beleven. Op een reformatorische school vallen hun kinderen nauwelijks op. Want ze leggen grote nadruk op levensheiliging. De wereld moet buiten de deur blijven. Ook de televisie. De broeders beschouwen het ND en het RD als verantwoorde kranten. Vrouwen en meisjes dragen zedige kleding. De dames hebben lang haar. Tijdens de samenkomst houden zij, naar 1 Korinthe 11, het hoofd bedekt. Noorse Broeders zijn afkerig van homoseksualiteit, echtbreuk, abortus en dergelijke. Een groot gezin heet een zegen van God.

Johan Oscar Smith (1871-1943) was de 'stichter' van de gemeenschap. De Noorse marinier bekeerde zich in 1898. Hij had een relatie met methodisten, maar miste er het ware leven en zag veel schijn. Op jonge leeftijd zei hij de doop met de Heilige Geest te hebben ontvangen. Toen geloofde hij in de mogelijkheid van 'overwinningsleven'. Er ontstond een groep mensen met datzelfde verlangen: overwinning over de zonde.

Na 1945 waaide de beweging over naar West-Europa. Later naar andere werelddelen. Nu bestaan er gemeenten in meer dan vijftig landen. In 1996 schatte Hyme Stoffels het totaalaantal op 30.000. De groepering heeft aantrekkingskracht. Ooit maakte een gereformeerd predikant, en ook een christelijke gereformeerde dominee, de overstap. Een voormalige baptistenvoorganger dient nog altijd als Nederlands leider.

In 1991/1992 spraken sommigen in Noorwegen over een 'opwekking'. Anderen zeiden: „geregisseerde massapsychose” en „machtsmisbruik.” Zo ontstond tweespalt. Niet in Nederland. Een en ander zorgde voor rechtszaken, ook na artikelen in het RD.

De Noorse Broeders verschillen in leer van calvinisten. Zij leggen nadruk op de noodzaak van levensheiliging en geloven aan vier groeistadia in het leven van de gelovige. Met het feit van de bekering zijn we lang niet waar we zijn moeten. De kruisiging van het vlees is de weg naar een opstandingsleven en naar de goddelijke natuur, reeds in dit leven.

De Noorse Broeders menen dat het in elk geval mogelijk is los te komen van zondige daden. Smith schreef daarover: „De zonde kan niets doen zonder mijn toestemming.” Zij richten zich op het volkomene hetgeen aan de orde komt nadat men klaar is met het fundament van het geloof. En zij appelleren sterk aan de menselijke, vrije wil. Het lijkt erop dat het Onze Vader met de bede ”Vergeef ons onze schulden” een gebed is voor beginnelingen. De zonde die in ons woont, is er nog, zeggen de broeders, maar wij hoeven geen zonde meer te doen. Wij voldoen niet meer aan haar begeerte en zij heeft geen macht meer over ons.

Er ligt bij de Noorse Broeders grote nadruk op gehoorzaamheid. Die schijnt belangrijker dan geloof. Zij zeggen: De enige reden voor Jezus' verheerlijking was Zijn gehoorzaamheid. Daarom is er voor de discipel van Jezus geen andere weg naar verheerlijking dan de weg der gehoorzaamheid.

De Heidelbergse Catechismus belijdt in antwoord 114 op grond van de Bijbel dat „ook de allerheiligsten” van Gods kinderen „zolang als zij in dit leven zijn, maar een klein beginsel dezer (nieuwe) gehoorzaamheid hebben.” De Nederlandse Geloofsbelijdenis noemt de voortdurend uit het hart opwellende zonde ”een onzalige fontein”. Daar ligt een diepgaand verschil. De Noren bestrijden antwoord 114 op grond van 2 Korinthe 10:6.

Ook terzake van de leer omtrent Christus bestaat verschil. Jezus stierf volgens de Noorse Broeders voor de zonden van alle mensen. Dat staat in reformatorische kring bekend als ”algemene verzoening”. Maar Jezus fungeert vooral als het voorbeeld en Voorloper. Zijn leven op aarde schijnt minstens zo belangrijk als Golgotha. Als iemand zijn eigen wil, net als Jezus, dagelijks in de dood geeft, kan hij langs die weg rein en vrij worden van alle zonde en op den duur Hem gelijk worden.

De Noren schrijven Smith een openbaring toe over het mysterie: Christus geopenbaard in het vlees (Efeze 5:32). Dit geheimenis zegt dat Christus vanaf Zijn vleeswording de zonde in het vlees had. Jezus had de bron van alle zonde in Zichzelf. Hij had de mogelijkheid om te zondigen. Alleen door voortdurende trouwe zelfverloochening heeft Hij deze stroom van onreinheid in het vlees dat Hij om onzentwil had aangenomen, weten in te dammen en nooit zonde gedaan. En Hij had op het eind van Zijn leven de volheid der Godheid lichamelijk in zich. Hij werd door Zijn lijden heen volmaakt.

De vraag ligt voor de hand: Was Hij dan wel echt God? Een informatiebrochure vertelt dat Jezus Christus de Zoon van God is, maar „als mens ontvangen is van de Heilige Geest.” Dat roept op z'n minst vragen op over de kwaliteit van de eeuwige goddelijke natuur van Christus. De christologie van de Noorse Broeders spoort niet met de door gereformeerden gedeelde belijdenis van Chalcedon over de twee naturen van Christus. Overigens vertoont de opvatting van de Noorse Broeders frappante overeenkomst met die van Edward Irving (geboren 1792), een medegrondlegger van de Katholiek Apostolische Kerk.

Er is meer op te sommen aan verschil. Veel Noorse Broeders spreken in tongen. Hoewel ze daar niet zo de nadruk op leggen als binnen de pinksterbeweging. Zij erkennen de institutionele ambten door middel van stemming niet. Zij verwerpen de kinderdoop. Zij verwachten een toekomstig duizendjarig rijk. Tegelijk leggen zij de vinger bij reële wonde plekken. Bijvoorbeeld de wereldgelijkvormigheid in de christelijke kerken. Maar hun woorden over de kerk komen wel hard over. Zo heet de Noorse staatskerk een ontrouwe hoer. Wel erkennen zij individuele leden van de kerk als christenen. Gereformeerde christenen zouden antinomiaanse neigingen hebben, wetsbestrijders zijn. Een van de leiders, Sigurd Bratlie, schreef ooit: „Het bloed gebruiken ze om de zonde te bedekken, in plaats van daarmee de zonde weg te reinigen.”

Aardige mensen met de Bijbel en een jaloers makende levensstijl kunnen soms mijlenver bij andere bijbelgebruikers vandaan staan.