Forum 15 februari 2001

Rapper Eminem beter met het Woord dan met het zwaard te bestrijden

Balanceren tussen
vrijheid en bandeloosheid

Hij noemt zijn moeder rotte vis, scheldt op homo's, roept op tot drugsgebruik, bezingt moorden en verkrachtingen. De rapzanger Eminem kon en mocht het vorige week zondagavond in de Rotterdamse Ahoy-hallen allemaal uitkramen. Amper protesten, justitie zwijgt. Mr. J. Cordia verbaast zich over die stilte. Maar ziet weinig mogelijkheden om iets tegen de rapper te doen. Hij concludeert dat christenen die binnen het Nederlandse staatsbestel hun christelijke vrijheid willen behouden, het onkruid met het koren moeten laten opgroeien. Cordia verwacht weinig van eventuele uitspraken van de Nederlandse rechters, die terughoudend zijn als het over de vrijheid van meningsuiting gaat.

De teksten van Eminem, een blanke rapzanger, kenmerken zich door obsceen en anderszins provocerend taalgebruik. Daarover zijn vriend en vijand van deze betrekkelijk prille publiekstrekker het wel eens. Toch is het minder het voorbijgaande verschijnsel Eminem dat de aandacht trekt als wel de oorverdovende stilte rondom zijn optreden. Anders snel in hun wiek geschoten groepen en instellingen als de homobeweging en meldpunten voor discriminatie doen nu ineens of hun neus bloedt. Ook de vrouwenbeweging laat de vrouwonvriendelijke teksten gelaten over zich uitstorten. Zelfs het openbaar ministerie, anders uiterst oplettend als het om discriminatie en/of opzettelijke belediging van bepaalde bevolkingsgroepen gaat, laat de vuilbekkende rapper begaan. Het zijn eerder de christelijke media die min of meer verbijsterd reageren: Kan dat allemaal maar zo worden gezegd?

Tijdens het hoogtepunt van de Koude Oorlog hingen hier te lande her en der spotprenten waarop een gezicht zonder mond was afgebeeld. Het gaf de positie van de burgers achter het IJzeren Gordijn weer. Hun was het zwijgen opgelegd door regimes die slechts één uitgesproken mening tolereerden: die van henzelf.

Dezelfde tekening is ook van toepassing in andersoortige totalitaire staten. In dictaturen, of ze nu ”links” of ”rechts” van signatuur zijn, bestaat altijd persbreidel, censuur. Wie laat merken het oneens te zijn met het regime, is zijn vrijheid en in veel gevallen zelfs zijn leven niet zeker.

Koe stelen
De vrijheid van meningsuiting is niet voor niets een mensenrecht en een grondrecht. Ze wordt zelfs als zo'n groot goed beschouwd, dat een land dat zich wil aansluiten bij de Raad van Europa en/of de Europese Unie, zijn burgers de vrijheid van meningsuiting dient te garanderen. Nederland is partij bij zowel het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) als bij het EEG-verdrag en de latere EU-verdragen. Met andere woorden, ook wij hebben vrijheid van meningsuiting.

Betekent het dat iedereen in het openbaar maar mag zeggen of vrijelijk publiceren wat hij wil? Anders geformuleerd, kan Eminem om die reden domweg zijn gang gaan? In het algemeen gesproken, is het antwoord ontkennend. Vrijheid en bandeloosheid zijn geen synoniemen. Mijn vrijheid stopt waar die van een ander begint. Anders zou er sprake zijn van grote rechtsongelijkheid. Dat is immers het geval in totalitaire staten. Daar mag de één een koe stelen, terwijl de ander niet eens een blik in de stal mag werpen.

Volgens het EVRM mag de vrijheid van meningsuiting onder stringente voorwaarden worden beknot door de nationale regeringen. Artikel 10, lid 2, luidt: „Daar de uitoefening van deze vrijheden plichten en verantwoordelijkheden meebrengt, kan zij worden onderworpen aan (...) beperkingen (...) die in een democratische samenleving noodzakelijk zijn in het belang van de nationale veiligheid, territoriale integriteit of openbare veiligheid, het voorkomen van wanordelijkheden en strafbare feiten, de bescherming van de gezondheid of de goede zeden, de bescherming van de goede naam of de rechten van anderen, om de verspreiding van vertrouwelijke mededelingen te voorkomen of om het gezag en de onpartijdigheid van de rechterlijke macht te waarborgen.”

Vrijheden
De wetgever mag dus onder voorwaarden paal en perk aan de vrijheid van meningsuiting stellen. Maar hij dient daarbij ook bedacht te zijn op andere rechten en vrijheden. De vrijheid van godsdienst laat niet toe dat van de Bijbel een gedeelte zou moeten worden geschrapt, omdat het discriminerend zou zijn voor bijvoorbeeld homoseksuelen. Het vraagt uiteraard –maar dat is christelijk– fijngevoeligheid van wie met de Bijbel in de hand bepaalde, door de overheid toegejuichte praktijken veroordeelt.

Nederland is geen theocratie. Niet de mozaïsche wetgeving schrijft de burger van dit land voor hoe hij zich heeft te gedragen. Daar is de nationale wetgeving voor, ons opgelegd door een legitieme overheid. De overheid hebben wij volgens Romeinen 13 te gehoorzamen, zolang zij ons niet dwingt tot zonde. In dit licht gezien, krijgt Jezus' voorschrift dat wij anderen dienen te behandelen zoals wijzelf behandeld willen worden, een extra dimensie. Wij zullen om onze christelijke vrijheid –ook die om de bijbelse boodschap uit te dragen in kerk, staat en maatschappij– te behouden, het onkruid met het koren moeten laten opgroeien. Wie vrijheid voor zichzelf opeist, dient een ander gelijke ruimte te laten.

Rechter terughoudend
Betekent het dat een liederlijke liedjeszanger maar zijn gang moet kunnen gaan, hoe kwetsend of blasfemisch zijn teksten ook zijn? Artikel 7 van onze Grondwet begrenst de vrijheid van meningsuiting tot „ieders verantwoordelijkheid volgens de wet.” Met die wet wordt de gewone wet bedoeld. In het bijzonder betreft dat het Wetboek van Strafrecht. Dat bevat onder andere een aantal bepalingen over smadelijke godslastering, over smaad en over opzettelijke belediging van een bevolkingsgroep wegens afkomst, geloofs- of levensovertuiging en hetero- of homoseksuele gerichtheid.

Het is de rechter die in voorkomend gevallen beslist of een tekst opzettelijk beledigend was voor een van de genoemde bevolkingsgroepen. Maar die stelt zich over het algemeen terughoudend op. Het gaat per slot van rekening om een grondrecht en een mensenrecht. Opzet is hier lastig te bewijzen. Men moet het dus wel heel bont maken, wil er een veroordeling volgen. Sterker, vrouwonvriendelijke teksten, die Eminem ook verweten worden, kunnen per definitie niet tot strafvervolging leiden. Op verzoek van de vrouwenbeweging is het attribuut geslacht destijds uit het desbetreffende wetsontwerp gehaald. Die had nog niet afgerekend met de mannen!

Satanisch juk
Een en ander laat zien dat in deze gebroken wereld de geboden vrijheid lang niet altijd in positieve zin wordt benut. De huidige situatie is mede daardoor de op een na slechtste optie. De slechtste is de overheid ons een mening te laten voorschrijven. Dat is de les van de geschiedenis. Nog steeds zuchten ook miljoenen medechristenen onder het satanische juk van een overheid die haar macht misbruikt om de vrijheid van meningsuiting en daarmee ook die van godsdienstvrijheid te beknotten. In het kwaad zijn blijkbaar gradaties. Het verschijnsel Eminem kan beter met het Woord dan met het zwaard bestreden worden. Negeren (boycotten) is trouwens ook een mogelijkheid.

De auteur is docent journalistiek en recht aan de Christelijke Hogeschool Ede.