Werken in zorg moeilijk voor ouderWerken in de zorg vraagt offers, zo stelde E. van Hell in een opinieartikel over de plaats van christenen in de zorg. M. Overbeeke vindt dat er grenzen aan die offers zijn. Werken in de zorg mag niet ten koste van gezin en opvoeding gaan. Daar zou meer oog voor moeten zijn. De huidige maatschappelijke ontwikkelingen zijn voor een deel de oorzaak waardoor mensen de verpleging gaan mijden. De verpleging evolueerde van vrijwilligerswerk naar een betaalde professie. Over dat betalen wordt het meeste gediscussieerd. Wat moet het loon zijn voor ons werk? Volgens mij is het woord loon een vies woord als je spreekt over roeping voor je werk. Waar ben je eigenlijk voor geroepen? Volgens mij is het zo dat elke christen in elke situatie, in elk vak, tot Gods eer moet leven. Dat is een roeping voor iedereen. Het verpleegkundig vak moet niet heiliger gemaakt worden dan andere beroepen. In elk beroep moet je vanuit Gods Woord je naaste dienen. Toch vind ik de discussie over het salaris terecht. Elk beroep heeft als doel te voorzien in je levensonderhoud. Waarom moet ons vak minder betaald worden dan andere beroepen? Wij verdienen ook de kost voor een gezin of onszelf. Een verpleegkundige draagt een grote verantwoordelijkheid voor haar of zijn medemens. Als zij of hij een fout maakt, word je als verpleegkundige daarop aangesproken. Er zou zelfs een veroordeling kunnen volgen. De bezoldiging hiervoor staat niet in verhouding met die grote verantwoordelijkheid. Opvoeden Een ander punt waar ik weinig over lees: vergeleken met vroeger werken er meer en meer mensen in de verpleging die getrouwd zijn en de kost verdienen voor hun gezin. Zij hebben naast hun beroep als verpleegkundige ook hun verantwoording naar hun partner en hun kinderen toe. De verpleging is qua diensten een structuurloos vak. Je werkt op de gekste tijden: weekenden, late diensten, feestdagen, nachtdiensten. Sommige andere beroepen hebben dat ook, maar daar staat dan wel een goede verdienste tegenover. Soms is dat (dringend) nodig om bijvoorbeeld een oppas te kunnen betalen, of een bijdrage in de naschoolse opvang. Bovendien betekent opvang niet hetzelfde als opvoeding. Er moet dan iemand een ouder of opvoeder voor ze zijn, letterlijk, om te praten of te helpen met huiswerk. Juist tieners hebben behoefte aan structuur en veiligheid, omdat ze in een fase van hun leven zitten die verwarrend en onzeker is. Je kunt een tiener niet even bij een gastmoeder brengen, zij hebben moeder of vader nodig op de eigen vertrouwde plek. Vooral als je alleenstaande ouder bent en in de zorg werkt, kom je met kinderen in deze leeftijdscategorie heel erg in de knel bij de onregelmatige diensten. Vooral late diensten en weekenden. Er zijn weinig regelingen in ons beroep om mensen met gezinnen tegemoet te komen bij het invullen van de dagelijkse opvoedingsverantwoordelijkheden. Zeker niet als er thuis een zieke is of een crisis of in het ergste geval verlies van een partner. Het probleem wordt een beetje afgekocht met een onregelmatigheidstoeslag en kinderopvang. Als je aankaart dat je door bepaalde diensten in de knoop komt met je verantwoordelijkheid ten opzichte van je gezin, worden (door leidinggevenden) je kinderen gedegradeerd tot een 'probleem' dat je maar moet oplossen. Door dit soort voorvallen zullen mensen die misschien heel goede collega's voor mij zouden kunnen zijn wel tien keer nadenken voordat ze (weer) komen werken in de verpleging. Regeling Dit probleem loopt parallel met een andere politieke discussie: wat is de waarde van een gezin, wat is de waarde van iemand die kinderen opvoedt? Over roeping gesproken. Ikzelf ben alleenstaande moeder, werkend in de gezondheidszorg, voortdurend aan het regelen waar ik in weekeinden, op avonden, tijdens vakanties en op feestdagen mijn kinderen laat. Ik hoop dat er ooit regelingen komen, waardoor ik op een normale manier kan werken zonder met een schuldgevoel naar mijn kinderen te blijven zitten. Dan is een van de problemen waarom je de gezondheidszorg zou mijden, opgelost. Als de heer E. van Hell vindt dat er offers gebracht moeten worden, vind ik het offer ten koste van kinderen die recht hebben op liefde en opvoeding en veiligheid te groot en volstrekt onbijbels. Ik denk dat kerkelijke gemeenten een verantwoorde achterban moeten vormen voor mensen in hun midden die in de gezondheidszorg werken, in plaats van steeds weer een beroep te doen op het schuldgevoel van mensen/moeders die het werk in de gezondheidszorg niet meer zo zien zitten. De auteur is werkzaam in de zorg. |