Forum 8 februari 2001

Vrouw op lijst

Binnen de ChristenUnie kan op dit moment beter geen actie gevoerd worden voor meer vrouwen op hoge plaatsen op de kandidatenlijst.

Prof. dr. E. Schuurman, Eerste-Kamerlid ChristenUnie
„Mee eens. Wie een andere lijst wil dan nu door het partijbestuur voorgesteld is, zou alle overwegingen moeten kennen die aan het opstellen van die lijst zijn voorafgegaan. Daar is lang over nagedacht en daarin zijn allerlei factoren meegewogen.

Het lijkt mij niet goed om nu, enkel op grond van het criterium vrouw-zijn, dit open te breken. Ik ben niet tegen meer vrouwen op de lijst, maar er zijn zoveel afwegingscriteria die je nooit allemaal tegelijkertijd recht kunt doen. We willen ook graag enige spreiding over kerkelijke gezindte, we willen ook graag enige regionale spreiding. Die wensen kunnen nooit allemaal tegelijk gerealiseerd worden.

Eén of meer vrouwen hoger op de lijst gaat ten koste van de huidige kamerleden. Daarvan zeg ik: Die zitten nu nog niet zó lang in de Kamer dat je zegt: Ze moeten er nodig eens mee stoppen. Voor Van Dijke, Rouvoet en Stellingwerf geldt dat ze nu beginnen te oogsten van wat ze de afgelopen zeven jaar gezaaid hebben.

Laten we iets geduldiger, iets laconieker zijn. Tineke Huizinga is nog jong en kan ook een volgende keer nog meedoen. Dat betekent voor haar niet zomaar vier jaar wachten en stilzitten. De ChristenUnie heeft er bewust voor gekozen met een team van twaalf personen de campagne in te gaan. Ook daarna is het de bedoeling dat degenen die niet gekozen worden, als een soort schaduwfractie zullen functioneren en nauw bij politiek Den Haag betrokken zullen blijven.

Laten we er verder hard aan werken dat de verkiezingen zo succesvol verlopen dat we minstens zeven kamerleden krijgen!”

Menno Rasch, initiatiefnemer van de actie voor meer vrouwen op de lijst van de ChristenUnie
„Niet mee eens. Een vrouw hoog op de lijst –hoger dan nu het geval is– maakt die lijst aantrekkelijker en representatiever voor onze kiezers en bevordert de kwaliteit van onze toekomstige fractie.

Die representativiteit is belangrijk. Een partij die met de mond belijdt dat participatie van vrouwen belangrijk is, maar dat uitgangspunt onvoldoende doorvertaalt naar de kandidatenlijst voor de Tweede-Kamerverkiezingen, komt niet geloofwaardig over. Het kan niet zo zijn dat je op alle cruciale posities in de partij alleen mannen aantreft.

Ik geloof dat een vrouw een heel eigen inbreng kan hebben in een fractie. Mannen worden toch vaak uit het bestuurlijke circuit gerekruteerd of uit het bedrijfsleven. Vrouwen hebben soms kinderen opgevoed, zijn huismoeder geweest, hebben in de zorg of het onderwijs gewerkt. Zij nemen die ervaring mee naar Den Haag.

Het argument dat bij de samenstelling van de huidige lijst primair is uitgegaan van kwaliteit, overtuigt mij niet. Natuurlijk gaat het om kwaliteit, maar met het noemen van die term begint de discussie pas. Want wat is kwaliteit? Is dat alleen politieke ervaring in Den Haag? Of heeft kwaliteit ook te maken met betrokkenheid, uitstraling, representativiteit?

Het mooiste zou zijn als we zoveel zetels halen dat er 'vanzelf' enkele ChristenUnie-vrouwen in de Kamer komen. Maar als het zo is dat een van de zittende kamerleden plaats moet maken voor een vrouw, heb ik daar geen moeite mee. Kamerlid zijn is geen baan voor het leven. Ieder die dit avontuur aangaat, weet dat het in principe voor vier jaar is. Bovendien hebben we een goede wachtgeldregeling, die juist voor deze onzekerheidsfactor in het leven is geroepen.”