Forum 3 februari 2001

Kiezen of verkavelen

Door Prof. dr. F. A. van der Duyn Schouten
Onze tijd kenmerkt zich door de overweldigende hoeveelheid keuzes waarvoor we als mens dagelijks worden gesteld. Neem alleen al de hoeveelheid lectuur die zich dagelijks door onze brievenbus wringt. Iedere zaterdag voer ik toch al gauw 7 kilo papier af richting papiercontainer. Ieder poststuk vraagt om een keuze. Moet het direct worden gelezen, kan het ongelezen de papierbak in of moet het worden geparkeerd op de stapel later te lezen stukken?

De keuze uit deze drie mogelijkheden is niet altijd eenvoudig. Immers afzenders zijn zich er in toenemende mate van bewust dat ze op bijzondere wijze de aandacht moeten trekken om contact met de geadresseerde te krijgen. Zo trachten reclamemakers met steeds verfijnder methoden hun doelgroep ervan te overtuigen dat zeker hun boodschap de moeite van het lezen waard is.

Afzenders van wie je het bestaan zelfs nooit had vermoed, melden zich met persoonlijk geadresseerde post alsof ze kind aan huis zijn en vragen aandacht voor zaken die na lezing weinig om het lijf blijken te hebben. Berucht zijn de 'strikt persoonlijke' brieven van Readers Digest, die de geadresseerde vanaf de envelop aanmanen de brief toch vooral onmiddellijk te lezen, omdat de inhoud ongekende perspectieven biedt. Hoewel je weet voor de gek te worden gehouden, leert de ervaring dat zo'n brief lang niet altijd de behandeling krijgt die hij

verdient, namelijk ongeopend de prullenbak in.

Ruimschoots
Met de opkomst van de informatietechnologie wordt dit keuzeprobleem intenser. Wat geldt voor drukwerk en brieven, gaat evenzeer op voor de tientallen e-mailberichten die per dag op een gemiddelde computer binnenkomen. De tijd die ik per dag aan het lezen en beantwoorden van e-mail besteed, gaat inmiddels de tijd die beschikbaar is voor het lezen van post en kranten ruimschoots te boven. Ook bij e-mail dienen zich drie mogelijkheden aan: ”read” (lezen), ”save” (op de stapel) of ”delete” (weggooien).

Bij het maken van keuzes strijden twee overwegingen om de voorrang. Aan de ene kant is er de wetenschap dat onnoemelijk veel informatie na lezing volmaakt oninteressant blijkt te zijn en we dus onze kostbare tijd hebben verspild. Anderzijds is er het onbestemde gevoel dat je door dingen niet te lezen wel eens belangrijke informatie zou kunnen missen.

Daarmee raken we aan een algemeen probleem dat het leven van velen beheerst. De spanning tussen goed geïnformeerd willen blijven aan de ene kant en anderzijds het gebrek aan tijd om deze informatie tot ons te nemen of deze ook maar te sorteren. De voorspelling dat deze spanning alleen maar zal toenemen, is als het intrappen van een open deur.

Daarom is het van groot belang dat in het onderwijs veel aandacht wordt besteed aan de vraag hoe om te gaan met informatie. Hiertoe is een deugdelijke training onmisbaar. Terecht staat daarom al in het basisonderwijs de omgang met informatiedragers prominent op het lesrooster.

Onhoudbaar
De aandacht richt zich daarbij allereerst op de vraag hoe bepaalde gegevens vanuit verschillende informatiebronnen kunnen worden opgezocht. Hoe je echter uit een ongestructureerde stroom informatie de belangrijke elementen op een effectieve manier kunt selecteren, komt wellicht nog te weinig aan bod. Het beheersen van de kunst om uit een veelheid van informatie gemotiveerde selecties te maken, wordt een van de belangrijkste competenties om goed in onze moderne maatschappij te kunnen functioneren. Daarom is het weren van internetgebruik uit onze reformatorische scholen uiteindelijk onhoudbaar, omdat het een evenwichtige ontwikkeling van onze kinderen in de weg staat.

De vaardigheid in het maken van keuzes beperkt zich uiteraard niet tot de vraag hoe om te gaan met informatie, maar strekt zich ook uit tot onze bezigheden in het algemeen. Het is verbazend en verontrustend hoe druk jonge mensen het naar hun eigen beleving vaak hebben. Studenten, die toch van oudsher als de meest relaxte bevolkingsgroep te boek stonden, klagen steen en been dat hun agenda zo vol is, dat ze helaas aan studeren niet meer toekomen. Nadere analyse van hun levenswijze wijst uit dat het ontbreekt aan het vermogen keuzes te maken, geobsedeerd als ook zij zijn door de drang niets te willen missen.

Netwerk
Zo begint een student in de nieuwe studieomgeving vaak naarstig met de opbouw van een nieuw sociaal netwerk, terwijl het oude als vanzelfsprekend wordt aangehouden. De levensbehoeften zijn vaak zo veeleisend geformuleerd, dat een substantiële bijbaan nodig is om de noodzakelijke financiële armslag te verwerven. Uiteraard mag sportbeoefening op het programma niet ontbreken, terwijl er vanzelfsprekend ook culturele behoeften moeten worden bevredigd. En daar komen dan nog de zeventien uren per week bij die de Nederlandse jeugd gemiddeld voor beeldbuis en internetscherm doorbrengt. Het gevolg is dat de aandacht over zo veel zaken wordt verkaveld, dat het gevoel ontstaat feitelijk nergens meer echt aan toe te komen.

Een belangrijk motief dat indertijd aan het principe van ruilverkaveling ten grondslag lag, was dat boeren op den duur zo veel tijd kwijt waren om zich van het ene naar het andere perceel te verplaatsen, dat ze aan hun eigenlijk werk als veehouder of akkerbouwer onvoldoende toekwamen. Zo kan het ook uiterst heilzaam zijn om van tijd tot tijd ons activiteitenpakket eens kritisch te bezien. Liggen er wel de juiste keuzes aan ten grondslag of zijn er wellicht geruisloos zaken binnengeslopen die eigenlijk geen bestaansrecht in de agenda zouden moeten hebben? En liggen de activiteiten ook nog een beetje bij elkaar in de buurt, zodat nog van enige synergie sprake is, of moet er wellicht aan een stevige herverkaveling worden gedacht?