Forum 16 januari 2001

Geen boeman

De economie van Hongarije bloeit. In de periode 1995-1999 groeide zij gemiddeld met 4 procent. En voor het juist voorbije jaar 2000 wordt zelfs over een krappe 6 procent gesproken.

En passant kan het vroegere Oostblokland bogen op een forse externe kapitaalinjectie. De directe buitenlandse investeringen bedragen rond de 20 miljard dollar. Deze lieve som komt neer op 1950 dollar per inwoner. Hongarije telt 10,2 miljoen burgers.

Toch een gunstige uitgangspositie voor een kandidaat-lidstaat van de Europese Unie. Zeker wanneer die nog door een aantal andere positieve cijfers wordt onderbouwd: sinds de ingrijpende politieke en economische omwenteling van 1989 vestigden zich ongeveer 34.000 buitenlandse bedrijven op het grondgebied van de Magyaren. Let wel, deze ondernemingen nemen 70 procent van de nationale export voor hun rekening én verschaffen aan plusminus eenvijfde van 's lands werkende bevolking emplooi. Dankzij deze sterke internationale vervlechting daalde de Hongaarse werkloosheid van 12,5 procent in 1993 naar 6,5 procent herfst vorig jaar.

De Hongaren mogen en moeten zich wel zeer gelukkig prijzen, denk je dan al snel. Voor danige ontnuchtering zorgde evenwel een recente opiniepeiling. Niet minder dan tweederde van de Hongaarse burgers beschouwt zich als verliezers van de maatschappelijke omwenteling van ruim tien jaar geleden. Sterker nog, ruim 50 procent van de ondervraagden blijft gekant tegen het particulier bezit van grote bedrijven. Ondernemingen in eigen land behoren trouwens volgens 77 procent niet in buitenlandse handen te zijn. Niet-Hongaren dienen naar de mening van 84 procent geen onroerend goed in Hongarije te bezitten.

Opvallend genoeg gaat in de peiling een stijging (sinds 1995) van de publieke animositeit jegens buitenlandse firma's hand in hand met het floreren van de landelijke economie. De enquête geeft overigens wel een genuanceerd beeld. Afwijzend tegenover het ingrijpende binnenlandse hervormingsproces staan met name oudere en slecht opgeleide Magyaren. De jongeren en de goed opgeleiden accepteren de aanwezigheid van buitenlandse bedrijven daarentegen als een positieve zaak.

Daarmee is die evidente tegenspraak tussen Hongarijes succesvolle oriëntatie op de markteconomie en een tamelijk negatieve publieke instelling tegenover de particuliere sector, inclusief buitenlandse deelname daaraan, stellig niet afdoende verklaard. Hongaarse wetenschappers wijzen in dit verband op het feit dat vooralsnog een niet gering deel van hun medeburgers grote moeite heeft het hoofd boven water te houden.

Oogstrelende macro-economische cijfers mogen inderdaad niet verblinden voor de schaduwzijden van de Hongaarse omschakelingskoers. In Nederland wijst daar bijvoorbeeld Erik Dirksen op in ”Ablak – Tijdschrift over Centraal-Europa en de Balkan”. Zo baart de financiering van de gezondheidszorg de regering-Orbán ernstig zorgen. „Hongarije vertoont nog alle onevenwichtigheden van een niet voltooid transitieproces”, onderstreept Dirksen. „Op sommige gebieden is er stagnatie, op andere een (te) snelle vooruitgang. En terwijl dit proces bij lange na niet is afgerond, staat daar de toetreding tot de EU voor de deur. Het is dus niet verwonderlijk dat die onderhandelingen niet zo vlotjes... verlopen.” Dirksen acht derhalve het jaar 2005 al een snelle toetredingsdatum.

De Magyaren verheugen zich weliswaar over hun herwonnen vrijheid, maar de meesten van hen verbinden die niet met de deugd van persoonlijke verantwoordelijkheid voor eigen welzijn, analyseert professor Támás Földi van het Instituut voor Politieke Studiën in Boedapest.

Al met al wijten ontevreden Magyaren hun aanpassingsproblemen sinds de ”Wende” van 1989 niet zozeer aan het wanbeleid van het oude systeem. Integendeel, zij schuiven hun persoonlijke perikelen met de nieuwe tijd eenvoudig af op het buitenlandse kapitaal en diens binnenlandse handlangers.

Hoe stel je je als buitenlands investeerder in Hongarije tegenover zo'n teleurstellende opiniepeiling op? Uit het Duitse kamp –verreweg de grootste groep van externe investeerders in Hongarije– komen in elk geval alerte geluiden. De vrij negatieve Hongaarse grondhouding was zonder meer een onaangename verrassing. In een verbetering van de communicatie en coöperatie met de Hongaarse samenleving zien diverse Duitse ondernemers dé remedie. Hun bijdrage als „goede burgers” aan Boedapests „moedige weg naar de markteconomie” en... de Europese Unie. In plaats van boeman dus burger.

Drs. B. Belder, lid van het Europees Parlement voor SGP/RPF/GPV