Forum | 12 januari 2001 |
Het verleden van Joschka FischerDoor R. R. Zeeman Het begon vorige week toen het weekblad Stern foto's uit 1975 publiceerde waarop is te zien hoe de minister van de groenen betrokken is bij een opstootje met een agent. Fischer deelt op de beelden de agent rake klappen uit. Afgelopen donderdag gaf de minister het vergrijp onmiddellijk toe. Tijdens een persconferentie zei Fischer dat deelname aan de rellen een grote fout was, een ernstige dwaling. De oppositie eiste Fischers aftreden. Iemand die zich in het verleden op een dergelijke wijze heeft misdragen, kan onmogelijk Duitsland in het buitenland vertegenwoordigen, was de gedachtegang. Bondskanselier Schröder nam het op voor zijn minister. Fischer heeft nooit een geheim gemaakt van zijn radicale verleden en hij heeft duidelijk uitgelegd hoe zijn persoonlijke ontwikkeling is verlopen, aldus de bondskanselier. Schröder respecteerde Fischers uitleg en hij riep anderen op dat ook te doen. Volgens Schröder heeft Fischer met zijn werk van de afgelopen jaren bewezen dat hij een goede vertegenwoordiger van onze buitenlandse politiek is. Normaal gesproken zou hiermee de zaak zijn afgedaan. Gewelddaden met een links-extremistische achtergrond roepen nu een eenmaal veel minder heftige reacties op dan soortgelijke acties uit rechts-extremistische hoek. Maar in het geval van Joschka Fischer gaat die vlieger niet op. De bondskanselier was amper uitgesproken of de doorgaans uitstekend geïnformeerde Der Spiegel meldde maandag dat het openbaar ministerie nieuwe informatie bestudeert over Fischers betrokkenheid bij een demonstratie in 1976 naar aanleiding van de dood van RAF-terroriste Ulrike Meinhof. Daarbij raakte een molotovcocktail een politieauto en liep een agent zware brandwonden op, waarvan hij tot op heden last heeft. Journaliste Bettina Röhl, de dochter van Ulrike Meinhof, die op haar website en in de media een kruistocht tegen Fischer voert, maakte maandag bekend dat ze een aanklacht indient tegen de minister wegens poging tot moord op de desbetreffende politieagent Jürgen Weber. Het weekblad Focus meldt daarbij dat het geheime-dienstdossier is verdwenen in de jaren tachtig. De rood-groene regering van de deelstaat Hessen, waarin Fischer de minister van Milieubeheer was, zou de documenten hebben opgevraagd en niet meer teruggegeven. Fischer geeft in een maandag verschenen interview met Der Spiegel toe dat hij begin jaren zeventig in de studenten- en kraakbeweging een belangrijke, misschien wel centrale rol heeft gespeeld. Ik was bij bijna alle demonstraties. Maar de Duitse minister ontkent betrokken te zijn bij de brandbommen van 1976. Hij werd samen met veertien anderen gearresteerd, maar kwam snel weer vrij. Ik werd niet eens voorgeleid bij de rechter, maar voordat de 48 uur om waren weer vrijgelaten. Ze hebben mij nooit een misdrijf ten laste gelegd. En inderdaad: ik heb het niet gedaan. Fischers tegenstanders zien hem echter als de aanstichter. Op een discussiebijeenkomst aan de vooravond van de demonstraties, die werd voorgezeten door Fischer, ruzieden radicalen en gematigden over het gebruik van molotovcocktails. Volgens een ooggetuige had Fischer de brandbommen kunnen tegenhouden, maar ging hij toch akkoord. Der Spiegel vraagt of hij kan uitsluiten, vóór molotovcocktails te zijn geweest. Dat kwam niet overeen met mijn houding en overtuiging. In zoverre kan ik dat uitsluiten, zegt hij. Der Spiegel gelooft Fischer op zijn woord. De alternatieven waartoe Fischer behoorde hielden niet van moordaanslagen op een kleine elite. Ze sloten geweld niet uit, wilden echter het geweld van de massa mobiliseren. De moordaanslagen van de RAF wezen ze af. Het magazine vervolgt: En: Joschka Fischer was altijd slechts voor een deel een rebel. Tegelijkertijd was hij door en door burgerlijk. Hij is op jonge leeftijd getrouwd. Bij hem thuis heerste orde. Hij hield van goed eten en drinken, speelde iedere zaterdag voetbal in teamverband en was lid van de wegenwacht. Volgens Der Spiegel is Fischer geen straatvechter meer, maar een Realpolitiker, eerst op gymschoenen, daarna in het driedelige kostuum. Hij is voortdurend veranderd, tot er van Joschka de straatvechter niets meer over was. Fischers idealen zijn intact gebleven, schrijft Der Spiegel. Een nieuw Auschwitz willen verhinderen, eerst in de strijd tegen de zogenaamde fascistische staat, later met de staatsmacht in de rug bommen op moordende Serviërs in Kosovo. Doet Der Spiegel er goed aan Fischer op zijn woord te geloven? Of kan het Duitse magazine ingedeeld worden bij de kranten en bladen die veel vergoelijkender schrijven over extreem links dan over extreem rechts, terwijl beide uitwassen toch te veroordelen zijn? Het siert de Duitse minister dat hij zijn verontschuldigingen heeft aangeboden aan de agent die hij in 1975 neersloeg. Hij heeft zelfs contact opgenomen met de agent, Richard Marx. Maar dan is er nog de zaak van de brandbom die in 1976 naar de politiewagen werd gegooid, waarbij politieagent Jürgen Weber ernstige brandwonden opliep. Onderzoek zal moeten uitwijzen of Fischer hierbij daadwerkelijk betrokken is geweest. Een collega van Weber schreef in 1998 een brief aan Joschka Fischer. Onze geschiedenis heeft al vaker mensen de gelegenheid geboden van een Saulus in een Paulus te veranderen. Dit recht heeft u ook. Daartoe behoort volgens mij dat iemand het verkeerde van zijn daden inziet, dat toegeeft en zijn gedrag verandert. Een nieuwe outfit een driedelig kostuum in plaats van vrijetijdskleding met sportschoenen is niet voldoende. Fischer heeft nooit gereageerd op de brief. Is de minister een wolf in schaapskleren? Zijn verleden stemt in ieder geval tot nadenken. |