Forum23 december 2000

Kerst is geen feest
voor inwoners Irak

Door G. Roos
In vroeger jaren kende deze krant een kerstnummer. Destijds als aparte bijlage op half formaat. Sprekende thema's als ”Kerstfeest in de gevangenis” of ”Kerstfeest bij het Leger des Heils” bleken onuitputtelijk. Van zo'n apart bijvoegsel is geen sprake meer. Hoewel een reformatorische krant met het oog op de heilsfeiten natuurlijk iets extra's doet. Nooit zou nu echter zo'n journalistiek product betrekking kunnen hebben op Irak. Kerst verschaft, globaal gesproken, de inwoners van dat land geen feest. „Natuurlijk niet”, antwoordt iemand. „Niet minder dan 95 procent van de Irakezen is moslim.” Toch vormen de economische sancties een minstens zo grote verhindering.

De Amerikaan Mel Lehman –een christen-journalist– gaf recent publiekelijk blijk van zijn zorg. Tijdens een reis naar Bagdad kwam hij onder de indruk van de situatie waarin de jonge kinderen verkeren. Vooral zij lijden onder de via de Verenigde Naties opgelegde sancties. Die zijn gericht tegen de regering –lees: Saddam Hussein– wegens de weigering om Iraks plannen en daden ten aanzien van nucleaire en biologische wapens openbaar te maken en inspecteurs toe te laten. Maar in de praktijk treffen ze vooral gewone Irakese burgers.

Uit diverse VN-rapporten blijkt dat de achterliggende jaren een half miljoen kinderen het leven liet. Irak schroeft dat op tot bijna drie keer zoveel. Natuurlijk schetst het gouvernement daarmee een gekleurd en partijdig beeld. Het speelt de verdrukte onschuld. Daardoor krijgt de wereld ten onrechte het verwijt toegeschoven. De niet opgeschroefde realiteit is echter al erg genoeg. „Eigen schuld”, zegt iemand. Maar dat is hooguit een klein stukje van de waarheid. De verantwoordelijkheid voor de narigheid ligt primair bij het regime van Saddam, terwijl het gewone volk getroffen wordt. Als de verantwoordelijke Irakezen werkelijk het vermogen zouden hebben om met geringschatting van het verdriet al deze ellende lijdelijk bij Allah neer te leggen, zou dat onmenselijk zijn. Maar zo is het niet.

Ook het SP-kamerlid Harry van Bommel reisde recent met een groep Europese politici naar Irak. Om hun opvatting kenbaar te maken over de noodzaak van het opheffen van de sancties. Ook Van Bommel maakte melding van gebrek aan medicijnen, drinkwater, voedsel, onderwijs en economische ontwikkeling. „Saddam houdt zijn eigen volk gegijzeld”, schreef hij.

Een paar woorden over de geschiedenis van Irak en Saddam. De Britten veroverden in de Eerste Wereldoorlog Irak op de Turken. Het land werd een Engels mandaat. In 1930 kwam daar een eind aan. Steeds meer bleek daarna de politieke instabiliteit. De religieuze en etnische verscheidenheid in Irak vormde een belangrijke oorzaak. Er was sprake van allerlei interne islamitische rellen. En in 1933 richtte het leger ook moordpartijen aan onder de christelijke Assyriërs. Diverse koningen en staatsgrepen volgden elkaar op. Totdat in juli 1979 Saddam Hussein al-Takriti aantrad als president.

Saddam bleek niet vies van discriminatie van minderheden. Dat ondervonden zowel Koerden als christenen aan den lijve. Van die laatste categorie zouden er naar schatting zo'n 800.000 leven in Irak. Een minderheid van de in totaal ruim 20 miljoen inwoners. Het gaat voornamelijk om de met Rome verbonden Chaldeeuwse kerk, Syrische katholieken en Syrisch-orthodoxen.

In 1980 viel de dictator Iran aan. Dat was de eerste Golfoorlog. Het volgende jaar verwoestten Israëlische bommen een kerncentrale in aanbouw in de regio Bagdad, omdat deze betrokken zou zijn bij de productie van atoomwapens. Voorjaar 1990 vonden speurneuzen door te smokkelen ontstekingsmechanismen voor kernladingen. De bezetting van Koeweit leidde vervolgens tot de door Saddam verloren tweede Golfoorlog en tot economische blokkades.

Het handelsembargo belemmerde de olie-export; zelfs na een lichte versoepeling in 1996 met als doel van de opbrengst voedsel en medicijnen te kopen voor de noodlijdende bevolking. De landbouw nam door al die narigheid een steeds grotere plaats in. Iraakse boeren verbouwen graan, dadels, druiven, vijgen en andere gewassen, terwijl nomadische herders vee houden. Voor het VN-embargo importeerde Irak zo'n zeventig procent van zijn voedsel. Dat kon niet op dezelfde manier doorgaan.

Nog altijd klagen Nederlanders over armoede. En niemand mag welke individuele nood ook bagatelliseren. Maar vergelijk het met de honger die naar gaarkeukens voert in de sloppenwijken van Lima. Let op de predikant in een van de dorpen op Cuba die zijn gemeente rondbedelt om zijn Hollandse gasten op zondagochtend een fatsoenlijk ontbijt voor te kunnen zetten, terwijl hij en zijn vrouw genoegen nemen met wat suikerwater. Ga mee naar de rimboe van Gambella in Ethiopië waar talloze mensen op z'n best één keer per dag een beetje kunnen eten. Kijk mee in de ouderwetse spaarbankboekjes te Vadarevo, India, waar mensen met de moed der wanhoop saldo kweken om samen een coöperatie op te richten die enige zekerheid van levensonderhoud verschaft.

Wie daarbij stilstaat en denkt aan de sancties tegen Irak, komt licht tot een beschaamd zwijgen. Als zo iemand de Bijbel kent en door het licht van de Heilige Geest ervaart –de rest is toch allemaal napraten– dat hij alles verzondigde en niets verdient, dan vervult verwondering zijn hart. Om de komst van Christus die afdaalde in menselijke ellende om Zijn hongerigen met goederen te vervullen. Ook in materieel opzicht. Soms sterven ze desondanks van gebrek of honger. Maar dat is alleen, omdat Hij ze graag sneller bij Zich heeft in het door Hem bereide huis. Want voor Zijn kinderen wereldwijd is de dood een doorgang tot het eeuwige leven.

De kwestie van de sancties tegen Irak is politiek een heikel punt. Mensen die hierin beslissingen moeten nemen, dragen een zware verantwoordelijkheid. Simpele lieden langs de zijlijn zien het als een onontwarbaar dilemma. Misschien vallen er nog meer doden als de sancties worden opgeheven. Wat gaat voor?

Maar zulke zijlijnfiguren hebben ook een taak. Religieuze en politieke overwegingen houden niet in dat mensen met middelen armoede mogen veronachtzamen. Er staan dezer dagen heel wat feestelijke publieke bijeenkomsten op de agenda. Denken wij als in de kerk de collectezak rondgaat ook aan onze behoeftige naaste?