Nice laat zien dat er niet zoiets als een Europese staat bestaat
Lidstaten maken in Europa de dienst uitDe Europese top in Nice laat zien dat de Europese Unie zich nog niet in de richting van een federatie ontwikkelt. Drs. B. Belder en M. L. Schouten zijn tevreden dat het zwaartepunt in de besluitvorming bij de lidstaten blijft liggen. Zij vinden dat de afbakening van bevoegdheden tussen EU en leden in de nabije toekomst duidelijk vast moet komen te liggen. Al een aantal jaren waait in de Europese Unie de wind uit een andere hoek. Hij is slechts langzaam gedraaid, zodat niet gelijk duidelijk was dát de windrichting veranderde. De laatste jaren is echter steeds duidelijker geworden dat er binnen de Europese Unie een aantal zaken heel anders gaat dan voorstanders van een Europese federatie dachten. Ook het akkoord dat vorige week in Nice bereikt werd, laat dit zien. In de jaren tachtig, begin jaren negentig leefde in Nederland vrijwel overal de overtuiging dat 'Europa' één staat zou worden: de nationale staten zouden verdwijnen en in plaats daarvan zou één Europese staat ontstaan. De Europese Commissie en het Europees Hof van Justitie waren zeer machtige organen. De invloed van het Europees Parlement was groeiende. In de ogen van velen zou dit leiden tot een Europees regeringsstelsel, waarbij de Europese Commissie de voorloper vormde van een Europese regering en het Europees Parlement straks het belangrijkste parlement in Europa zou zijn. Om dit ideaal te bereiken, moesten zo veel mogelijk bevoegdheden worden overgedragen aan Brussel. Want Europees stond gelijk aan beter. Nu, ruim tien jaar, later is duidelijk dat het allemaal wat anders gaat dan men toen dacht. Steeds meer wordt zichtbaar dat het de lidstaten zijn die de gang van zaken in de Europese Unie bepalen. Niet de Europese Commissie en het Europees Parlement zijn de machtigste organen, de belangrijkste organen zijn de organen waarin de nationale ministers zitten. Deze organen zijn de Raad van Ministers en de Europese Raad. In de Raad van Ministers zitten de ministers uit de lidstaten, de Europese Raad bestaat uit de regeringsleiders van de lidstaten. Via deze raden zijn het de lidstaten die de gang van zaken in de Europese Unie bepalen. Dat blijkt het duidelijkst uit de bijeenkomsten van de Europese Raad. Deze zijn de laatste jaren steeds belangrijker geworden. Deze raad hakt knopen door en neemt besluiten waar eigenlijk niemand goed tegen in kan gaan. De regeringsleiders van de Europese staten willen dit graag zo houden en spreken daarom liever niet meer over een Europese Federatie. Zij zouden daarin immers hun macht verliezen. Geen rekening Als de Europese Raad bijeenkomt (de laatste tijd vier keer per jaar), wordt dat een top genoemd. Zo was er nu al weer anderhalve week geleden een top in Nice. De top werd in Nice gehouden omdat Frankrijk tot 1 januari 2001 de voorzitter van de Europese Unie is. Op de agenda van deze top stonden belangrijke onderwerpen. De macht en de besluitvorming binnen de Europese Unie moeten opnieuw worden geregeld in het licht van de uitbreiding van de Europese Unie met twaalf nieuwe lidstaten. Deze toetredingskandidaten zijn merendeels landen uit het voormalige Oostblok. De lidstaten grepen deze gelegenheid aan om de machtsverdeling en het besluitvormingsmechanisme in de Europese Unie te herzien. De grote lidstaten (Duitsland en Frankrijk met name) vonden dat zij in de loop van de tijd te veel gewicht hadden verloren en wilden dat in Nice gecompenseerd zien. Daarnaast was duidelijk dat de samenstelling van de Europese Commissie onder de loep moest worden genomen. Nu bestaat de Commissie uit één commissaris per klein land en twee voor de grote landen. Na de uitbreiding zou de Commissie te log worden als deze regeling wordt gehandhaafd. Iedere lidstaat moet instemmen met eventuele wijzigingen in de machtsverhoudingen en de wijze van besluitvorming in de Europese Unie. Tegelijkertijd was duidelijk dat overeenstemming heel moeilijk te bereiken was. Geen enkel land wil graag macht en invloed inleveren. Daar kwam nog bij dat de kleinere lidstaten vreesden dat de grotere zo veel meer macht wilden hebben dat de kleine lidstaten er in de toekomst helemaal niet meer toe zouden doen. De grote lidstaten zouden voor het nemen van een besluit dan helemaal geen rekening meer hoeven te houden met de kleine. Die vrees was ook wel gerechtvaardigd, gezien het optreden van het Franse voorzitterschap. Dit publiceerde compromisvoorstellen die vooral erg gunstig voor Frankrijk zelf waren. Tot tijdens de top zelf heeft het dat volgehouden. Vlak voor de top zag het ernaar uit dat de lidstaten helemaal geen overeenstemming konden bereiken. Frisse wind Op zich is het positief dat de regeringsleiders uiteindelijk een compromis hebben kunnen bereiken. Geen akkoord in Nice had de Europese Unie in een diepe crisis doen belanden. Een uitweg uit die impasse zou niet snel zijn gevonden. De toetreding van de nieuwe lidstaten was dan hoogstwaarschijnlijk op een laag pitje gezet en dat zou een slechte zaak zijn geweest. Daarnaast is het evenwicht tussen grote en kleine lidstaten niet fundamenteel verstoord. Hoewel de macht van de grote lidstaten wel is toegenomen, is deze toename niet zodanig dat de kleine lidstaten er in de toekomst niet meer toe doen. Dat is een positieve uitkomst die van tevoren allesbehalve zeker was. Dat dit onderwerp het belangrijkste onderwerp van de top was, laat zien dat er niet zoiets als een Europese staat bestaat. Helaas heeft Nice ook bepaalde besluiten niet genomen. De transparantie in de Europese Unie is nu niet bepaald toegenomen. Wat dat betreft blijft de Europese Unie ver achter bij wat nodig zou zijn. Ook is nog steeds niet duidelijk welke taken nu eigenlijk Europees zijn en welke nationaal blijven. Alhoewel ook de fractieleiders van VVD en PvdA nu aangeven de Nederlandse staat niet op te willen geven, leeft het idee vreemd genoeg nog steeds dat bevoegdheden Europees maken altijd beter is. Wat dat betreft, zou het goed zijn als ook op dat gebied de windrichting in Nederland zou veranderen. De commentaren op Nice waren negatief omdat er niet genoeg Europees gedacht werd op de top. Dat doet vrezen dat een frisse wind nog hard nodig is. Machtsmisbruik Wij zijn niet tegen Europese samenwerking, mits dat op beleidsterreinen gebeurt die daadwerkelijk grensoverschrijdend zijn en die de nationale staten zelfstandig niet goed aankunnen. Bij overdracht van bevoegdheden aan de Europese Unie moeten toereikende waarborgen bestaan tegen machtsmisbruik. De nieuwe intergouvernementele conferentie, die zich in 2004 met de regeling van bevoegdheden van Europese en nationale instellingen moet gaan bezighouden, biedt goede aanknopingspunten deze punten nu eindelijk eens goed te regelen. De auteurs zijn lid van het Europees Parlement voor de SGP respectievelijk beleidsmedewerker constitutionele zaken van de eurofractie RPF/SGP/GPV. |