Forum 19 december 2000

Toch Kerst

Door ds. J. Westerink
Nederland maakt zich op om massaal kerstfeest te vieren in een steeds verder ontkerstenende samenleving. Wie aan het einde van het jaar 2000 de balans opmaakt van een jaar paars geweld, schrikt van het tempo waarin en de verbetenheid waarmee een paarse meerderheid wettelijke kaders schept voor een leven in strijd met Gods heilzame geboden en tegelijkertijd opruiming houdt van alles wat in wetten nog herinnert aan het christendom.

In dat opzicht is 2000 een uitzonderlijk zwaar jaar geweest voor die volksvertegenwoordigers die zich in hun optreden begeren te laten leiden door wat de Heere in Zijn Woord en wet zegt. Er gaapt een diepe kloof in onze samenleving. Zij die naar de normen van Gods Woord begeren te handelen, stuiten op toenemend onbegrip en worden soms in de rug aangevallen door wie zich nog christen noemen.

De wijze waarop een groot deel van ons volk Kerst viert, onderstreept die ontkerstening alleen maar. Wie een advertentiepagina van een huis-aan-huisblad opslaat, verbaast zich over de grote vindingrijkheid waarmee allerlei zaken en artikelen aan Kerst verbonden worden. En volgens mensen uit het bedrijfsleven doet een welvarend Nederland massaal zijn kerstinkopen. „Het is niet aan te slepen”, verzuchtte de eigenaar van een zaak deze week. In hoeverre dit welvaartsverschijnsel tevens moet dienen om een diepe geestelijke en maatschappelijke armoede te verbergen? Hoeveel eenzaamheid gaat er schuil achter een beetje glinstering en kaarslicht? Hoeveel pijn vanwege scheiding en verliezen?

Vergane glorie
En waar is het Kind van Kerst? Ik las van een toneelvoorstelling waarin op een godslasterlijke manier de spot wordt gedreven met de geboorte van de Zoon van God uit de maagd Maria. Dat kan blijkbaar allemaal. O zeker, voor een arme zondaar ligt er een onuitsprekelijke troost in dat „deze Middelaar ons door Zijn grootheid niet behoeft te verschrikken.” Maar zou het in ons ontkerstende en ontkerstenende vaderland niet heilzaam zijn wanneer er –al was het maar iets– van zichtbaar werd dat „Zijn Koninkrijk zelfs de eeuwigheid verduurt, Zijn heerschappij eindeloos uitgebreid is” (Psalm 145)?

Maar, was het anders toen Christus in de wereld kwam? Wat stelde het Kind in de kribbe voor in de ogen van de wereld, die boog voor de macht en zich vergaapte aan de pracht van het Romeinse Rijk en keizer Augustus en zijn opvolgers, die zich als Kurios, als heer, lieten vereren? Was het anders in de dagen van Daniël, de gedeporteerde Joodse jongen, die oog in oog stond met de machtige koning Nebukadnezar van Babel? Of is het beeld dat de Openbaring van Johannes ons toont anders? Denk eens aan de legerplaats der heiligen, de kleine kudde van Openbaring 20, omsingeld door de geallieerde legers van de gehele wereld.

Leg daar nu eens de boodschap van Lukas naast. Aan het eind van zijn tweede boek, de Handelingen, is de machtige Augustus vergane glorie. Maar het Evangelie van het Kind van Bethlehem wordt onverhinderd verkondigd in zijn oude hoofdstad Rome. In het hart van het wereldrijk klinkt de blijde boodschap van de overwinning van koning Jezus. En in de Openbaring klinkt diezelfde roep: „Nu zijn de koninkrijken der wereld geworden van onze God en van Zijn Gezalfde.”

Steen
Indringend en actueel klinkt die boodschap wanneer Daniël de droom van Nebukadnezar uitlegt en verklaart wat de steen betekent die Nebukadnezars droombeeld verpulvert. Die steen is niets anders dan het eeuwige Koninkrijk van Jezus Christus, dat in Hem midden in de wereldgeschiedenis is ingebroken. Dat rijk komt van boven; de God des hemels heeft het verwekt. Voor Nebukadnezar was het nog een nachtmerrie. De machtigen halen er de schouders over op. De massa spot ermee. Maar Zijn Koninkrijk is een eeuwig Koninkrijk.

Daarom is er toch reden om Kerst te vieren. Niet voor een ontkerstende samenleving die eet en drinkt en morgen sterft om dan voor Christus te verschijnen Die toch Koning blijkt te zijn. Niet voor de mensen die hun macht misbruiken om de banden van dit gezalfde Kerstkind te verscheuren en die straks te laat ontdekken dat deze Christus toch regeert. Het mag Kerst zijn voor allen die ontdekken dat deze Christus arm en klein werd om zondaren zalig te maken. Dan zien wij achter een ontkerstende samenleving Gods grote geduld. Nog klinkt het getrouwe woord dat alle aanneming waardig is. Maar de Steen rolt. Hij is niet meer te stuiten in zijn vaart.

Gezegende kerstdagen toegewenst bij dit perspectief.

Ds. J. Westerink is christelijk gereformeerd predikant in Utrecht