14 december 2000

Amerikaans
drama in Israël

Terwijl aller ogen op de bijna gênante nasleep van de Amerikaanse presidentsverkiezingen zijn gericht, dreigt zich in Israël een vergelijkbaar drama te ontvouwen. Met dit verschil dat de Joodse staat niet in eindeloze procedures over de uitslag van een stembusstrijd is verwikkeld, maar het zelfs niet eens kan worden over de regels die bepalen hoe zijn leiders worden gekozen.

Eén ding moet de inmiddels demissionaire Israëlische premier Ehud Barak worden nagegeven: hij weet het publiek keer op keer te verrassen. Is het niet met een plotselinge aankondiging, twee weken geleden, dat hij met vervroegde algemene verkiezingen instemt, dan verbaast hij vriend en vijand wel met het bericht, afgelopen zaterdag, dat hij opstapt en dat er een nieuwe minister-president moet worden gekozen.

Aftreden hoeft in de politiek uiteraard geen schande te zijn. Als een regeringsleider de verantwoordelijkheid voor gemaakte fouten neemt of de consequentie uit afbrokkelende parlementaire steun trekt, kan hem dat zelfs waardering opleveren. Een dergelijke stap was voor Barak volkomen gerechtvaardigd geweest toen zijn populariteit enkele maanden terug tijdens de vredesonderhandelingen in Camp David op een absoluut dieptepunt was beland en zijn coalitie uit elkaar viel. En zelfs twee weken geleden, toen de Israëlische premier met vervroegde verkiezingen akkoord ging, zou opstappen nog steeds een respectabele zet zijn geweest.

Ehud Barak koos er echter voor zijn aftreden afgelopen zaterdag bekend te maken, met de kennelijke bedoeling zijn plotseling opgedoemde rivaal Benjamin Netanyahu de wind uit de zeilen te nemen. Hoewel opstappen een legale politieke tactiek is die volledig binnen de wettelijke regels in Israël valt, hebben de rechtse Likud-parlementariërs niet helemaal ongelijk als zij de move van Barak een „smerige truc” noemen.

Als er namelijk inderdaad binnen twee maanden alléén verkiezingen voor een nieuwe premier komen –zoals Barak wil– kan Netanyahu zich volgens de huidige regelgeving niet kandidaat stellen omdat hij geen lid van de Knesset is. Daarmee zou meteen een van Baraks belangrijkste politieke tegenstanders zijn uitgeschakeld. Likud probeert nu met man en macht de desbetreffende wet nog aan te passen, maar gezien de beperkte tijd is het zeer onwaarschijnlijk dat die opzet zal slagen, nog afgezien van de vraag of een dergelijk voorstel het in de volksvertegenwoordiging zou halen.

De parlementariërs beschikken echter over nóg een optie. Ze kunnen een motie indienen om het parlement te ontbinden, waardoor er binnen negentig dagen algemene verkiezingen moeten worden gehouden. Dat zou Netanyahu hoe dan ook in staat stellen naar de post van minister-president mee te dingen, gesteld dat hij binnen de Likud-partij tot kandidaat voor het premierschap wordt gekozen.

Behalve een dubieuze politieke truc, is de beslissing van Barak ook het zoveelste voorbeeld van het gebrek aan besluitvaardigheid en de onnavolgbare U-bochten waarin de premier zich sinds zijn aantreden vorig jaar heeft gewrongen. In 1999 vormde de zogenaamde „seculiere revolutie” een van de hoofdthema's in de verkiezingscampagne van Barak. Eenmaal gekozen, liet de Joodse politicus dit plan weer varen om de steun van de ultraorthodoxe Shas-partij te winnen. Om het deze zomer opnieuw uit de kast te halen toen Shas de coalitie verliet.

De ene dag verklaart Barak het vredesproces dood en beschouwt hij Yasser Arafat niet langer als serieuze gesprekspartner. De andere dag betitelt hij de Palestijnse leider als volwaardige partij in de onderhandelingen en onderstreept hij de Israëlische vastbeslotenheid een akkoord met de Palestijnen te bereiken.

Zodra het aftreden van Barak bekend was, haastte Benjamin Netanyahu zich vanuit de Verenigde Staten naar zijn vaderland. Het kostte hem geen moeite de vele fouten van de demissionaire regeringsleider op te sommen. Maar hoewel Netanyahu momenteel in de peilingen mijlenver op Ehud Barak voor ligt en de Israëlische bevolking overduidelijk een nieuwe leider wenst, is het zeer de vraag of ”Bibi” hun werkelijk wat te bieden heeft.

Netanyahu is allereerst geen nieuwe kandidaat. Hij is evengoed een minister-president die er niet in slaagde een volledige termijn uit te zitten. Diverse schandalen wierpen een flinke smet op zijn publieke optreden, eerlijkheid en integriteit. Zijn manoeuvres in de vredesonderhandelingen met de Palestijnen leverden hem evenmin veel krediet onder de burgers op. De Israëlische economie raakte onder zijn regie zo mogelijk nog verder in het slop. Diverse ministers moesten bovendien het veld ruimen.

Toen het publiek genoeg van hem had en hem vorig jaar wegstemde, verbrak Netanyahu alle banden met de Israëlische politiek, gaf zelfs zijn zetel in de Knesset op en stortte zich in het uiterst winstgevende Amerikaanse lezingencircuit. Na het politieke falen van Barak verschijnt ”Bibi” plotseling weer op het toneel en presenteert zich aan de burger alsof het verleden compleet is uitgewist.

Vooralsnog zit de Israëlische politiek gevangen in een juridisch net van regels die moeten uitmaken hoe het politieke krachtenveld in de nabije toekomst gestalte gaat krijgen. Natuurlijk heeft het enkel houden van verkiezingen voor een nieuwe minister-president voordelen: de campagnes zullen korter en goedkoper zijn en de kans is groter dat de premier een uitgebreid mandaat krijgt. Maar de samenstelling van de Knesset zal daarmee niet veranderen.

Netanyahu of Barak, algemene of premiersverkiezingen – waar het uiteindelijk om gaat is dat Israël eindelijk eens een goed functionerende regering krijgt die brede parlementaire steun geniet en een consistent beleid ten aanzien van het vredesproces voert. Daar heeft het de afgelopen jaren te veel aan ontbroken.

Door mr. R. A. C. Donk