Forum 7 december 2000

Pinochet of Perrochet

Door Marie van Beijnum
Wie in 1990 door Santiago de Chile wandelde, zag daar op de muren graffiti als ”Pinochet – Perrochet”. Daarmee werd Pinochet, die net was afgetreden als leider van het Zuid-Amerikaanse Chili, voor ”hond' uitgemaakt. Dat moeten de eerste openlijke aanklachten zijn geweest van de misdaden die onder zijn regime werden gepleegd.

Opnieuw staat de voormalige Chileense onbeperkte gezaghebber Augusto Pinochet in het brandpunt van de belangstelling. Nadat het doek leek gevallen voor de hoogbejaarde generaal (85) in ruste, is hij in zijn land door een rechtbank aangeklaagd wegens de ontvoering van negentien gevangenen die nadien verdwenen.

Dat heeft een voorgeschiedenis. In 1973 zette legerleider Pinochet de linkse president Salvador Allende via een staatsgreep aan de kant. Vervolgens werd hij vanwege zijn harde stijl van aanpak de verpersoonlijking van de Zuid-Amerikaanse militaire dictatuur. Hij bleef tot 1990 in het zadel zitten. Na een door hemzelf uitgeschreven referendum in 1988 en verkiezingen in 1989 (die hij verloor) kreeg Chili in 1990 een burgerregering.

Hoewel het positief is dat Pinochet de Chileense maatschappij haar democratie als het ware teruggaf, heeft hij aan zijn eigen hachje gedacht. Hij liet een eigen, in 1980 opgestelde, grondwet achter, die hem en het leger in bescherming nam. Hij hoefde zodoende niet voor de rechter te verschijnen om zich te verantwoorden voor de misdaden die tijdens zijn bewind van 1973 tot 1990 waren begaan.

Ook stond het vanaf 1980 vast dat hij voor het leven lid van de Senaat zou worden. Het senatorschap voor het leven in 1998 verzekerde hem namelijk van blijvende onschendbaarheid.

Het ontwikkelde zich geheel anders dan Pinochet zich had kunnen voorstellen. In het Spaanse Madrid liep in 1998 een gerechtelijk onderzoek naar de misdaden van de Argentijnse en de Chileense militaire regeringen in de jaren zeventig en tachtig. In oktober dat jaar werd Pinochet in Londen gearresteerd op verzoek van de Spaanse onderzoeksrechter Baltasar Garzon, die de generaal in Spanje wilde laten berechten. Van uitlevering kwam het niet: Pinochet werd in maart dit jaar om gezondheidsredenen vrijgelaten en naar Chili overgevlogen.

Nu is het niet zo dat een Spaanse rechtbank zomaar kan oordelen over misdaden die in een ander land werden gepleegd. Dat kan alleen als bijvoorbeeld Spanjaarden het slachtoffer werden van een schrikbewind in een ander land. Of wanneer dat schrikbewind opdracht gaf tot moord op tegenstanders die op Spaanse grondgebied woonden.

Wanneer vermeende wandaden zijn gepleegd tijdens een periode van burgeroorlog, maakt dat een zaak niet-ontvankelijk. In Chili was niet direct sprake van een burgeroorlog, wel van een dictatuur en dat had dat de zaak zeker vatbaar voor berechting kunnen maken. Een zaak kan trouwens niet-ontvankelijk worden verklaard op basis van de zogenaamde ”res judicata”. Dat betekent weer dat de zaak reeds behandeld werd bij een daartoe bevoegde rechtbank die niet in twijfel wordt getrokken.

Terecht heeft de Chileense Hoge Raad de afgelopen zomer Pinochets onschendbaarheid opgeheven, zodat een stap kon worden gezet naar de aanklacht en de berechting. Wel is de Chileense samenleving in hoge mate verdeeld over de vraag of Pinochet voor de rechter moet verschijnen. Deze zomer bleek uit een opiniepeiling dat 57 procent van de ondervraagden vond dat Pinochet zich moest verantwoorden. Achtendertig procent van de Chilenen gunde de generaal een rimpelloze oude dag.

De berechting van Pinochet is niet alleen lastig voor de (linksgeoriënteerde) coalitieregering, maar ook voor de rechtse oppositie. Dit rechtse kamp is in twee partijen verdeeld. De ene is die van de Renovación Nacional, die bestaat uit overwegend industriëlen die niet blij zijn met een senator die is omgeven door een stank van geronnen bloed. Aan de andere zijde bevindt zich de UDI, met de doorgewinterde ”pinochetistas”. Het UDI-front staat zeer negatief tegenover het huidige landsbestuur. Pinochet is zijn grote man.

Pinochets aanhang concentreert zich onder grote delen van de middenstand en, opvallend genoeg, eveneens in de volkswijken. Deze mensen zijn Pinochet juist dankbaar omdat hij het land in de roerige jaren zeventig heeft behoed voor de totale anarchie. Ook geniet Pinochet tot op de dag van vandaag loyaliteit in het op Duits-Pruisische leest geschoeide leger. Zij allen verkeren net als Pinochet zelf in de veronderstelling dat er niets mis was met Pinochets regeringsperiode. Goed, er zijn slachtoffers en vermisten te betreuren, maar was dat niet gekomen omdat de „andere partij” in opstand kwam en daarom aan banden moest worden gelegd ter meerdere eer en glorie en tot redding van de natie Chili?

Tegenstanders van Pinochet bevinden zich in alle geledingen van de samenleving. Het was veel Chilenen een doorn in het oog dat Pinochets misdaden onberecht zouden blijven.

De berechting van Pinochet in eigen land verdient verreweg de voorkeur boven die in een ander land. Het biedt Chili de gelegenheid met zichzelf in het reine komen en het recht zijn loop te laten hebben. Natuurlijk kan de echte punt achter het proces van waarheid en verzoening pas worden gezet als Pinochet berouw toont. Het is nu afwachten wanneer de oud-dictator zal moeten plaatsnemen in het verdachtenbankje. Het volgende obstakel dat opdoemt, is de vermeende jammerlijke staat van Pinochets geheugen. Hopelijk kan een onafhankelijk team van artsen de verdachte uitvoerig onderzoeken om de werkelijke mentale conditie van de man te achterhalen. Is het niet opvallend dat juist ook de Chileense wet (die naar de geest van Pinochet is geformuleerd) een wetsartikel bevat dat een psychische evaluatie verplicht stelt voor mensen ouder dan zeventig jaar die betrokken raken bij een strafzaak?