Forum 28 november 2000

Dossier Klimaatbescherming

Europees klimaatbeleid
te weinig flexibel

De klimaattop in Den Haag is mislukt. Een vervolgsessie in Bonn moet volgend jaar alsnog tot wereldwijde afspraken tegen de milieuvervuiling leiden. De rijke, westerse landen zullen hun economische belangen wat moeten laten varen ten gunste van de ontwikkelingslanden, vindt Elbert Dijkgraaf. Meer ontwikkelingshulp in combinatie met milieubeleid zou de basis kunnen scheppen voor een efficiënte bestrijding van het broeikaseffect en een eerlijker verdeling van de rijkdom.

De SGP-jongeren vinden dat de westerse landen een grote taak hebben om de reductie van broeikasgassen in eigen land te stimuleren. Als dat optimaal gebeurt ontstaat ruimte om de rest van de Kyoto-doelstelling in ontwikkelingslanden te halen. Vanwege rechtvaardigheid en politiek draagvlak is daarbij een koppeling met ontwikkelingshulp noodzakelijk.

De klimaatconferentie die de afgelopen veertien dagen in Den Haag werd gehouden is mislukt. Ondanks een extra dag vergaderen, kwam men niet tot een akkoord. Hiervoor is een aantal oorzaken aan te wijzen. Een van de belangrijkste is het steeds weerkerende thema of de in Kyoto afgesproken doelstellingen in eigen land of (deels) in andere landen behaald mogen worden. Vooral de Verenigde Staten zijn van mening dat de afgesproken doelstelling voor hun land door middel van door de Amerikanen gefinancierde maatregelen in ontwikkelingslanden gerealiseerd moeten worden. Minister Pronk stelde echter voor dat een belangrijk deel (eerder noemde hij 50 procent) in eigen land behaald moet worden. De Europese Unie (EU) is van mening dat snijden in eigen vlees niet uit de weg gegaan mag worden. De eerste verantwoordelijkheid zou liggen in eigen land en het milieubeleid zou ongeloofwaardig worden als nationale problemen door middel van maatregelen in andere landen opgelost worden. De Verenigde Staten willen echter hun economische groei niet laten belemmeren door binnenlandse maatregelen om CO2-emissies te remmen. Dat zou immers betekenen dat energie duurder moet worden, terwijl goedkope energie een van de verworvenheden is van de Amerikaanse burger.

Mondiaal
De vraag in welk land de maatregelen genomen mogen worden die nodig zijn om de afgesproken doelstellingen te halen kan vanuit verschillende oogpunten benaderd worden. Sommigen zijn van mening dat uitgegaan moet worden van duurzaamheid voor elke natie apart. De reductie van CO2moet dan volledig in eigen land gehaald worden vanuit het principe dat elke wereldburger recht heeft op een gelijk niveau van milieuvervuiling. Als rijke landen te veel emitteren, moeten arme landen hieronder lijden. Anderen benaderen het probleem vanuit een pragmatisch standpunt. Het broeikasprobleem is een mondiaal probleem. De uitstoot van CO2trekt zich niets aan van nationale grenzen. Het maakt dus ook –geredeneerd vanuit het milieuprobleem– niet uit waar de reductie gehaald wordt. In dat geval is het het goedkoopst om de maatregelen te nemen in die landen waar dat het meest rendeert.

Duurzaamheid
De SGP-jongeren zijn van mening dat het belangrijkste issue niet is waar of hoe de reductie totstandkomt. Voorop moet staan dát de afgesproken doelstellingen gehaald worden. Vanuit het duurzaamheidsbegrip dat de SGP-jongeren hanteren, moet de uitstoot van broeikasgassen drastisch afnemen. Er is uitgerekend dat een duurzaam emissieniveau pas ontstaat als de jaarlijkse emissie met zo'n 40 procent afneemt. De in Kyoto afgesproken doelstellingen gaan niet veel verder dan een paar procent reductie. Dit betekent dat alles op alles gezet moet worden om tenminste deze afspraken na te komen. Daar komt bij dat –alhoewel een paar maanden meer of minder er natuurlijk niet veel toe doen– de tijdsdruk toeneemt. Aangezien het broeikasprobleem gebaseerd is op een toenemende concentratie van CO2in de atmosfeer duurt het lang voordat het effect waarneembaar is van een afgenomen emissie. Zelfs als nu gestopt zou worden met het emitteren van CO2duurt het nog tientallen jaren voordat de concentratie in de atmosfeer afneemt.

De Amerikaanse stellingname is daarom zo gek nog niet. Efficiënt omgaan met schaarse middelen betekent dat de milieugulden ingezet moet worden op plaatsen waar zij het meest oplevert. In veel gevallen is dat niet in de eerste plaats in de westerse landen, maar wel in landen die grote vervuilers zijn, zoals Rusland, China en een aantal ontwikkelingslanden. Daar kan met relatief weinig geld veel reductie van broeikasgassen binnengehaald worden. Voordeel is tevens dat dit voor de plaatselijke bevolking leidt tot minder smog en emissies van schadelijke stoffen. Ons inziens is de EU te halsstarrig in haar standpuntbepaling. De politieke realiteit zou iedere betrokkene moeten noodzaken tot een flexibele opstelling. Randvoorwaarde moet zijn dat de afgesproken reducties bereikt worden, maar hoe dat gebeurt is van minder belang.

Eigen taak
Dit betekent niet dat de SGP-jongeren van mening zijn dat de westerse landen geen taak hebben in eigen land. Zeker in Amerika, maar ook in Nederland kunnen nog heel wat verbeteringen gestimuleerd worden. Daarbij gaat het ook nogal eens om maatregelen die op zich weinig geld kosten, maar een andere institutionele structuur vragen of specifieke aandacht. Zo moet bestreden worden dat belangen van oliemaatschappijen een rem zetten op de mogelijkheden die er zijn zoals energie uit water, zon en wind.

Het is voor ontwikkelingslanden terecht onverteerbaar als de gevolgen van de welvaart afgewenteld worden op de arme landen zonder dat de rijke landen zich bekommeren om hun energiegebruik. Echter, het restrictief opleggen van Europese stellingnames op landen als de Verenigde Staten getuigt van weinig gevoel voor de politieke realiteit en voor culturele diversiteit. Het klimaatprobleem verder laten versloffen omdat wij zo graag willen dat iedereen zich even netjes gedraagt als de Europese burger verdraagt zich niet met de ernst van de problematiek. Het is te hopen dat de verschillende partijen meer oog hebben voor elkaars positie als de klimaatconferentie over een paar maanden in Bonn wordt voortgezet.

Ontwikkelingslanden
Ten slotte speelt er nog een probleem rond de ontwikkelingslanden zelf. Zij zijn van mening dat hun positie door de rijke landen misbruikt wordt. De rijke landen kunnen mooi goedkoop hun problemen oplossen door maatregelen te nemen in ontwikkelingslanden, terwijl ze weinig doen aan economische problemen in die landen. Hierdoor zijn de rijke landen in staat om hun grote welvaart verder uit te bouwen, terwijl de kloof tussen arm en rijk alleen maar toeneemt. De SGP-jongeren zijn van mening dat de controverse tussen rijke en arme landen doorbroken kan worden door enerzijds gebruik te maken van de mogelijkheden die er zijn in ontwikkelingslanden en anderzijds te zorgen voor een rechtvaardiger verdeling van de rijkdom. Meer ontwikkelingshulp in combinatie met milieubeleid zou de basis kunnen scheppen voor een efficiënte bestrijding van het broeikaseffect en een eerlijker verdeling van de rijkdom. Niet als afkoopsom, maar als middel om zowel de schepping te bewaren als de naaste te dienen.

De auteur is voorzitter van de SGP-jongeren.