Forum | 21 november 2000 |
Ja, maar...Door drs. M. A. Buitink-Heijblom De ja, maar-zinnen zijn meestal niet meer dan goedkope smoesjes, met als inhoud eigenlijk deed ik liever iets anders. Het woord van de catecheet wordt beantwoord met een weerwoord van de catechisant, die graag het laatste woord wil hebben. De uitspraak ja, maar... is een methode geworden om op een genuanceerde manier tegenargumenten op tafel te leggen. Ja, wat de ander zegt bevat zeker een kern van waarheid. Maar... zodra bepaalde nieuwe bewijzen meegenomen worden, ontstaat er een ander plaatje. Wie ja, maar... zegt, meent over zwaarwegende argumenten te beschikken, die de balans door laten slaan naar de andere kant. In de politiek wordt van dit ja, maar-principe vaak gebruikgemaakt. De eerstgestelde visie leek correct, maar vanwege de inbreng van zekere gegevens moet die mening herzien worden. Door meeweging van nieuwe cijfers verliest een bepaald rapport zijn waarde. Een bepaalde interpretatie van een enquête kan ertoe leiden dat een genomen beslissing alsnog ingetrokken moet worden. De situatie leek eerst duidelijk, maar nu is er een ander beeld ontstaan. De ja, maar-methode komt vaak voor bij de zogenaamde gedoogpolitiek. Kijk maar naar ja, maar... in de discussie rond euthanasie. Men zegt officieel: Ja, euthanasie op zich is niet goed. Maar het wordt gedoogd en officieus goedgepraat door: maar er is sprake van ondraaglijk lijden en het gebeurt echt heel zorgvuldig. Waarden In politieke en maatschappelijke discussies is voor de een economie beslissend. Voor een ander staan de uitslag van een referendum of de veiligheid voor volk en land hoog in het vaandel. Velen zoeken het niet zo hoog en stellen eigen gevoel centraal. Eigenbelang is de beheersende factor geworden. Mijn kijk op de dingen is het argument dat voor deze lieden het allerbelangrijkste is. Hier klinkt het: ja, maar ik vind..., ja, maar ik denk... Eigen ideeën worden door dik en dun verdedigd en doorgedreven. Als men niet snel zijn zin krijgt, ontaardt dit veelvuldig gebruik van ja, maar ik... heel snel in gejammer. Men is verblind door het vermeende eigen gelijk; een goede discussie is hierdoor onmogelijk geworden. Een christen hoort een ander criterium te hebben. Niet mijn mening of het belang van de economie en maatschappij, maar de Bijbel is de uiteindelijke gezagsbron voor alles wat met het leven te maken heeft. Elk ja, maar... dat hier vraagtekens bij zet, is uit den boze. Daarom komt het Woord van God met de oproep: Stop met het propageren van eigen ideeën en utopieën, en ga over tot het onvoorwaardelijk capituleren voor het Woord van de grote Koning. De kerk heeft te luisteren naar haar Meester en Zijn Woord. Zij zal biddend de Bijbel bestuderen om op die wijze te zoeken naar Zijn wil. Hierdoor wordt haar handel en wandel bepaald. Duidelijkheid Wie op deze manier met Gods Woord omgaat, eigent zich te veel macht toe. Want als er in de Bijbel geen duidelijke aanwijzing is dat een bepaald gegeven enkel alleen voor een bepaalde tijd, voor bepaalde mensen, in een bepaalde situatie geldend was, mag dat gegeven nu niet aan de kant gezet worden. Zelfs niet door een ja, maar de eisen van de moderne tijd; ook niet door een ja, maar ik vind... Drs. M. A. Buitink-Heijblom, docent Oude Testament aan de opleiding Godsdienst Pastoraal Werker van de Christelijke Hogeschool Ede |