Forum 21 november 2000

Dossier Euthanasie

Kamerleden verbloemen verschrikkelijke euthanasie

Geen hellend vlak
maar steile glijbaan

Nederland bevindt zich met de nieuwe wetgeving voor euthanasie waarover de Tweede Kamer dezer dagen debatteert niet op een hellend vlak, maar op een steile glijbaan. Met mooie woorden verbloemen de kamerleden een verschrikkelijke werkelijkheid, vindt P. Schalk. Gebed is hard nodig.

Normaal gesproken zou er niet dan met de grootste schroom gesproken en geschreven moeten worden over het lijden en het sterven van mensen. Immers, hoe kan gepeild worden welke pijn en moeite geleden wordt? Hoe zorgvuldig moet gesproken worden over de betekenis van lijden en de zingeving van het moeitevolle leven. Maar de behandeling van de Wet levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding, deze week in de Tweede Kamer, vraagt om een reactie. In dit geval geen scherpe analytische beschouwing. Alleen maar een poging om te laten zien dat de dwaasheid gekroond wordt bij een ontstellend debat over leven en dood.

Ontstellend
Ontstellend in de letterlijke betekenis van het woord, omdat zo'n debat niet aangehoord kan worden zonder een grote ontsteltenis en een diepe huiver over wat er in ons land plaatsvindt. Heel bewust en met een angstwekkende precisie wordt God buiten de discussie geplaatst, terwijl het gaat over zaken van leven en dood. Het leven dat door God geschonken wordt en de dood die de mens zichzelf waardig heeft gemaakt. De toon is gezet door de woordvoerder van D66, die er volgens eigen zeggen van uitgaat dat er in deze wetgeving geen plaats meer is voor een God die het leven geeft en neemt. Nee, de mens heeft de teugels van zijn eigen leven in zijn eigen hand. De mogelijkheid om de medemens op zijn verzoek te doden wordt toegejuicht, omdat hiermee een lang gekoesterde wens in vervulling gaat.

Als deze taal wordt uitgeslagen, is dat inderdaad om te huiveren. Hoe lang zal de Heere nog toelaten dat Zijn Naam zo welbewust wordt gelasterd? Hoe ver kan het gaan met een maatschappij waarin de autonome mens zijn eigen zaakjes regelt, en geen God en geen meester duldt? Inderdaad, ontstellend.

Verwarrend
Een dergelijk debat is niet alleen ontstellend, maar ook uitermate verwarrend. De gehanteerde begrippen zijn zeer herkenbaar, ze hebben zelfs een bijzondere waarde en doen in de normale gesprekken weldadig aan. Maar in dit debat wordt alles anders. Om maar een voorbeeld te noemen: het wordt van belang geacht om op een ”gewetensvolle” wijze levensbeëindigende handelingen uit te voeren. Hoe is dat toch mogelijk, gewetensvol doden? Jawel, en daar past bij dat degene die zich wil laten doden „tijd moet krijgen voor overpeinzing.” En als dan blijkt dat iemand klaar is met leven, welnu, dan moet er een goede begeleiding zijn naar het einde. Ik kan me voorstellen dat iemand nauwelijks kan geloven dat deze uitgangspunten worden gehanteerd. Maar iedereen kan het nalezen, bijvoorbeeld in de handelingen van het wetgevingsoverleg ter voorbereiding van het debat dat nu in de Tweede Kamer wordt gevoerd.

Een steile glijbaan
Is dit niet verwarrend? Blijkbaar niet als het geplaatst wordt in het kader van dit debat. De meeste deelnemers gaan daarbij volgens eigen zeggen uit van een normatief kader. Maar er wordt wel bijgezegd dat het normenpatroon kan verschuiven. Dat is logisch als je normenpatroon gebaseerd is op niets. Als er geen basis, geen fundament is om op terug te vallen, dan is er geen rem om de verschuiving tegen te gaan. Dan is de uitdrukking ”hellend vlak” te mager en volstrekt ontoereikend. Beter kan dan gesproken worden van een steile glijbaan. Als je er eenmaal op zit kun je niet meer stoppen.

Dat blijkt temeer als het normenpatroon benoemd wordt. Verschillende politici geven een nadere invulling hieraan. Opvallend is daarbij dat de woorden herkenbaar zijn, maar in een volstrekt onzinnige betekenis worden gehanteerd. Zo wordt door verschillende partijen beleden dat de beschermwaardigheid van het leven een belangrijk uitgangspunt voor hen is. Een prachtige term. Beschermwaardigheid, dat doet denken aan eerbied voor het leven, aan veiligheid en geborgenheid, aan warmte en aandacht. Door de voorstanders van levensbeëindigend handelen op verzoek wordt de term echter gebruikt in volstrekt andere zin. Beschermwaardigheid van het leven wordt door de PvdA zonder blikken of blozen ontrafelt tot het recht van bescherming van het leven en het recht van de waardigheid van mensen. Waardigheid impliceert het serieus nemen van mensen, ook bij hun verlangen om het leven waardig te mogen beëindigen. Die wens moet je respecteren, dus hoort levensbeëindigend handelen bij de beschermwaardigheid van het leven. Als dit een zinnige redenering genoemd mag worden, dan moet de pro-lifebeweging zeer snel op zoek naar een nieuwe woordenschat.

En zo zijn er nog heel wat voorbeelden te noemen. Bijvoorbeeld de uitgangspunten van GroenLinks. Wat te denken van het verhaal dat het legaliseren van euthanasie van groot belang is uit solidariteit met het lijden van de patiënt en met de hulpverlener die hem moet bijstaan. Met andere woorden, uit solidariteit moet iemand gedood worden.

En om niet meer te noemen, wat zal de consequentie zijn van het standpunt van de VVD dat een wilsverklaring van een patiënt zal moeten voorkomen dat er rechtsongelijkheid ontstaat tussen patiënten die wel of niet in staat zijn te communiceren? Moet de Commissie Gelijke Behandeling binnenkort wellicht een uitspraak gaan doen over een patiënt die zich gediscrimineerd voelt omdat zijn buurman wel is gedood en hij niet?

Geen eerbied
Wat een debat! Ontstellend, verwarrend, onzinnig. En vooral onterend en oneerbiedig. Geen eerbied voor het leven, geen eerbied ook voor de dood. Geen eerbied voor de medemens. Maar bovenal geen eerbied voor God de Vader, de Almachtige, Schepper van hemel en van aarde. Maar ook geen besef van het feit dat die God de hemel en de aarde ook door Zijn eeuwige raad onderhoudt en regeert. Dat Hij dus machtig is ons land en volk te weerhouden van deze wetgeving, dwars door alle menselijk redeneren heen. Laat ons dan buigen voor Zijn macht, en smeken om ontferming over ons land en volk. De oproep van Paulus aan Timótheüs geldt dan ook des te meer: „Ik vermaan dan voor alle dingen, dat gedaan worden smekingen, gebeden, voorbiddingen, dankzeggingen, voor alle mensen; voor koningen, en allen, die in hoogheid zijn; opdat wij een gerust en stil leven leiden mogen in alle godzaligheid en eerbaarheid.”

De auteur is directeur van de vakorganisatie RMU en voorzitter coördinerend comité van het Platform Zorg voor Leven.