Het theologisch onderwijs in Nederland 22 februari 1998

Prof. Peels bevreesd voor bedreiging klassieke studie theologie

Apeldoorn en Kampen in de luwte

Door K. van der Zwaag
APELDOORN – 'Apeldoorn' en 'Kampen II', de beide kleine confessioneel-gereformeerde universiteiten in Nederland, hebben niet direct te maken met de brief van minister Ritzen waarin staat dat ze voor 15 maart moeten komen tot meer onderlinge afstemming en samenwerking. Hun bestaan is gelukkig niet rechtstreeks in het geding, zegt prof. dr. H. G. L. Peels, decaan van de Theologische Universiteit van de Christelijke Gereformeerde Kerken in Apeldoorn.

De universiteiten zijn geheel geworteld in het eigen kerkelijke achterland en worden bestuurd door (kerkelijke) curatoren. Wel vormen de kortingen op de studiefinanciering een bedreiging voor de theologische studie, verwacht prof. Peels.

Kampen II –de gebruikelijke aanduiding voor de gereformeerd vrijgemaakte universiteit, ter onderscheid van de synodaal gereformeerde– wordt geheel gefinancieerd door de kerken. Apeldoorn krijgt voor 48 procent overheidssubsidie. Daar is in het verleden op de christelijke gereformeerde synode flink over gediscussieerd. Apeldoorn loopt echter niet aan de leiband van de overheid, al heeft Kampen II ervoor gekozen zichzelf te bedruipen. Apeldoorn moet wel elk jaar een jaarverslag sturen naar het ministerie van onderwijs, omdat het immers een volwaardige universiteit is. Zolang de kwaliteit van Apeldoorn blijft zoals die is –en het oordeel van de commissie-Oberman was in 1986 redelijk positief– zal Zoetermeer weinig problemen maken.

Beide universiteiten hebben de afgelopen keer niet meegedaan in de visitatiecommissie onder leiding van prof. Van den Broek. Dit vanwege de reorganisatie waarbij beide universiteiten –Apeldoorn door het aantreden van een geheel nieuwe staf– betrokken zijn. Apeldoorn participeerde wel in de commissie-Oberman. In de volgende visitatiecommissie in 2002 zullen beide universiteiten weer van de partij zijn, verwacht prof. Peels. „Dat ligt ook voor de hand, omdat de opleidingen best veel in huis hebben en dat mag naar buiten gebracht worden”.

Meeleven
Al raakt de dreigende sluiting van theologische faculteiten Apeldoorn zelf niet, toch is er meeleven met theologisch Nederland, zegt prof. Peels, die ook namens de Kampense rector prof. C. J. de Ruijter spreekt. „Als je let op de ontwikkelingen in kerkelijk Nederland, de kille wind van de secularisatie die vooral door de grote kerken waait, zullen er onherroepelijk consequenties volgen voor de theologiebeoefening. Het is uiterst verdrietig dat de kerken steeds meer leeglopen. Ook al zit je confessioneel en theologisch niet op één lijn met andere faculteiten, dit is toch een zaak die alle christenen raakt”.

Terwijl het aantal theologische studenten landelijk alom terugloopt, bevinden Apeldoorn en Kampen II zich in een uitzonderingspositie. Het aantal studenten is er stabiel. In Apeldoorn ligt dat tussen de negentig en honderd, Kampen II zit er zelfs iets boven. Apeldoorn kent als vaste regel dat de staf uit hoogleraren moet bestaan die allen gepromoveerd dienen te zijn (een eis die Kampen II niet stelt).

Prof. Peels kan de achtergronden van minister Ritzens beleid ten aanzien van het grote aantal theologische opleidingen wel begrijpen. „Zes theologische Samen-op-Weg-opleidingen is natuurlijk te veel van het goede. Als Ritzen vooral reductie bedoelt, moeten we zeggen dat er theologisch gezien geen grote hindernissen zijn. Er bestaan confessioneel geen grote verschillen tussen de faculteiten. Maar in de praktijk betekent dat dat er plaatsen verdwijnen, met alle gevoeligheden van dien”.

Samenwerking
Moeten theologische opleidingen samenwerken of fuseren? Prof. Peels zegt dat Apeldoorn en Kampen II als de enige twee protestantse instellingen gehoor gegeven hebben aan de aanbevelingen van de commissie-Oberman om elkaars vooropleidingen te combineren. Dat is inmiddels gebeurd. Beide universiteiten hebben nu een volledige vooropleiding van één jaar. Studenten van beide universiteiten dienen een jaar lang in Kampen vier dagen per week colleges te volgen over de klassieke talen. Slagen ze daarvoor niet, wat wel eens gebeurt, dan worden ze niet toegelaten tot de theologische studie.

Apeldoorn is ook niet wars van verdere contacten. Het komt voor dat hoogleraren van elders opponeren in Apeldoorn of docenten van Apeldoorn elders. Kampen II en Apeldoorn wisselen incidenteel docenten uit. Veel contacten heeft Apeldoorn met buitenlandse universiteiten. Prof. Peels ziet echter weinig heil in samenwerking met andere faculteiten. Met Kampen II is er de meeste verwantschap. Dat komt vooral ook omdat beide kerken de laatste jaren dichter naar elkaar zijn gegroeid. Apeldoorn kijkt met interesse naar de activiteiten van de Utrechtse School, maar heeft naast waardering ook wel kritische vragen.

Voor het overige blijven de contacten vanuit Apeldoorn met andere universiteiten „individueel en incidenteel”. „We staan binnen universitair Nederland toch wat bezijden de hoofdstroom. We zijn een kerkelijke universiteit die gereformeerde theologie wil beoefenen”.

Zorgen
Prof. Peels maakt zich grote zorgen over de studiefinanciering. „Achter de brief van Ritzen staat natuurlijk het grote geld. Studenten krijgen nu nog 6,5 jaar studiebeurs. Dat is een halfjaar langer dan andere studenten. Maar waar blijven de gymnasiasten? Universiteiten die de klassieke vooropleiding helemaal handhaven, zoals Apeldoorn en Kampen II, hebben één jaar langer studie nodig. Voor sommigen kan dat een reden zijn om elders te gaan studeren. Door de kortingen op de beurzen zie je ook dat studenten bijbaantjes zoeken, wat volgens mij frustrerend is voor een goede gezonde studie”.

De klassieke studie theologie komt steeds meer onder druk te staan. Bij rooms-katholieke opleidingen is het al zover dat er in de vooropleiding geen Latijn meer gevraagd wordt, alleen maar nieuwtestamentisch Grieks. Terwijl Latijn toch achttien eeuwen de taal van de theologie is geweest. „Er zullen dus steeds minder mensen zijn die de klassieke bronnen kunnen lezen. We krijgen een praatcultuur, want een vak als sociologie doet het erg goed. De studie theologie blijft, zeker als je de vooropleiding geheel wilt handhaven, een zware studie”.