De eeuw in het hart |
Hartenkreet J. H. MauritzHet gaat om de jongeren uit onze gemeenten. De jongeren waarvan Psalm 78 zegt dat ze hun hoop op God zouden stellen, Gods daden niet zouden vergeten en Zijn geboden bewaren. Als ik hoor wat ons vanuit het RD-onderzoek wordt aangereikt, zijn er dingen die me met zorg vervullen. Ook als ik kijk naar wat de praktijk is onder de jongeren van onze gemeenten en hoeveel er zijn die hun weg gaan buiten het spoor van Gods Woord. Anderzijds mogen wij ook vandaag weten van het wondere werk van de Heilige Geest. Temidden van allerlei verontrustende ontwikkelingen mogen we niet uit het oog verliezen dat de Heere Zijn Woord wil gebruiken om jongeren te trekken uit de duisternis tot Zijn wonderbaar licht. Dat mérken wij vandaag ook nog. De Heere wil het nog doen en het is onze verantwoordelijkheid om het pand dat ons is toebetrouwd te bewaren. Om juist vandaag Gods Woord door te geven aan de jongeren en onze belijdenis te onderstrepen. Juist daarom vind ik het zo verdrietig in eigen kring te merken dat het bewaren van dat pand niet op de eerste plaats komt. Dat jongeren in evangelische kringen soms meer aan bijbelstudie en wezenlijke bezinning doen dan reformatorische jongeren. De resultaten van het onderzoek onderstrepen dat we onze jongeren moeten aansporen tot onderzoek van Schrift en belijdenis. |
![]() |