Financiën en Economie 21 april 1999

Minder emissie? Dan ook minder belasting

Industrie wil uitstoot
CO2verminderen

Van onze redactie politiek
DEN HAAG – Het kabinet heeft overeenstemming bereikt met de zware industrie in Nederland over het terugbrengen van de uitstoot van het broeikasgas CO2. De desbetreffende bedrijven verplichten zich om in 2012 tot de wereldtop te behoren wat betreft milieuverantwoord produceren. In ruil daarvoor legt het kabinet hun tot 2012 geen nieuwe energiebelasting, zoals een ecotaks, op.

Het convenant zal begin juni worden ondertekend. Het is een uitwerking van de plannen die minister Pronk van Milieu in september vorig jaar al ontvouwde bij de presentatie van zijn begroting. De industrie krijgt anderhalf jaar de tijd om concrete plannen te maken die passen in de doelstelling van het convenant.

De partners in het convenant, werkgeversorganisatie VNO-NCW, de elektriciteitsproducenten en een deel van de zware industrie, hebben belang bij de afspraak omdat het kabinet hun geen strengere eisen op kan leggen dan voor hun concurrenten elders in de wereld gelden. Voor het kabinet kan de afspraak helpen om enigszins in de buurt te komen van doelstellingen waaraan het zich op de wereldklimaatconferentie in Kyoto heeft verplicht. Volgens die afspraak moet ons land de uitstoot van broeikasgassen in 2010 met 6 procent hebben verminderd ten opzichte van 1990.

Deskundigen
Onafhankelijke deskundigen zullen eens in de 4 jaar beoordelen of bedrijven inderdaad tot de internationale top behoren qua energiezuinig produceren, zodat ze door de overheid terecht gevrijwaard worden van een ecotaks of een kooldioxideplafond.

De deelnemers aan het convenant verwachten dat hun afspraken vanaf 2012 zullen leiden tot een vermindering van de CO2-uitstoot met 5 tot 9 megaton per jaar. Om de doelstelling van Kyoto te halen is voor geheel Nederland een vermindering met minstens 50 megaton noodzakelijk.

Milieuorganisaties reageerden gisteren kritisch op het akkoord. Zij vinden dat de overheid te veel zeggenschap over het toekomstig milieubeleid uit handen geeft.