Verdeelde reacties op
plan van Apotheker

Voorzitter K. Boonen van de Nederlandse Organisatie van Pluimveehouders reageerde gisteren positief kritisch op het kabinetsbesluit. Hij is het wel eens met de maatregel, maar vindt dat de bewindsman hier eerder mee had moeten komen.

De organisatie had zelf al in maart om een tijdelijke groeistop gevraagd. Toen deed het kabinet niets. Inmiddels is de groei uit de markt, onder meer doordat de vleesprijs is gekelderd en doordat de Russische markt is ingestort. Het zit Boonen niet lekker dat minister Apotheker zegt de man van het overleg te zijn terwijl het overleg met de pluimveesector nog moet beginnen.

Akkerbouwers
Voorzitter J. Wijnen van de vakgroep pluimveehouderij van de Noordbrabantse Christelijke Boerenbond (NCB) vindt dat minister Apotheker met zijn aangekondigde maatregelen juist voor de muziek uit loopt. Hij komt daarmee een paar jaar te vroeg. Wijnen benadrukt dat de sector niet tegen een tijdelijke rem van de groei is. „Daar zijn we zelfs voorstander van. Maar dan moet het wel om een tijdelijke ingreep gaan. Nu al stellen dat er nooit méér kippen mogen komen dan nu het geval is, gaat ons te ver”. Volgens Wijnen is de sector heel goed in staat om zelf een oplossing te vinden voor het mestprobleem.

Volgens de NCB is de stelling dat varkensboeren op grote schaal zijn overgestapt op het houden van pluimvee, volstrekt uit de lucht gegrepen. „Misschien dat een enkeling dat heeft gedaan, maar ik ken er niet een”, zegt C. Das, voorzitter van de vakgroep varkenshouderij. Hij zegt dat wel veel akkerbouwers er op hun bedrijf een kippenstal hebben bijgezet. Dat is met name gebeurd in Groningen, Zeeland en West-Brabant. „Als er al een enkele varkensboer is overgestapt op pluimvee, heeft dat geen gevolgen voor de totale hoeveelheid mest. Dat ligt anders bij de akkerbouwers die nieuwe stallen hebben gezet. Die mest is erbij gekomen”.

Bij akkerbouwers is de pluimveemaatregel van Apotheker zeer slecht gevallen. „Dit is een overval. Het sluit akkerbouwers uit van de mogelijkheid hun bedrijf te verbreden met kippen als neventak, zelfs als ze dat op een milieuvriendelijke manier doen. Dit is puur landjepik”, zegt A. Maarsingh, voorzitter van de vakgroep akkerbouw van LTO-Nederland. „Het zal de verhoudingen tussen verschillende agrarische sectoren niet bepaald verbeteren”.

De laatste maanden zijn steeds meer akkerbouwers kippen „erbij” gaan houden als bron van neveninkomsten. Door de maatregel van Apotheker kan dat dus niet meer. De ingreep werkt beschermend voor de agrariërs die nu al pluimvee hebben, zoals de gespecialiseerde kippenhouders.

De Centrale Organisatie Vleessector (COV) noemt de maatregelen een „forse en niet prettige ingreep”. Voorzitter Ramekers is er niet blij mee. Vooral niet omdat de pluimveevleessector een relatief jonge bedrijfstak is met behoorlijke groeimogelijkheden. „Tot nu toe heeft de sector altijd alle productie af kunnen zetten zonder enige prijssteun. De toekomstverwachtingen waren ook gunstig, omdat de pluimveevleesconsumptie de laatste jaren alleen maar toeneemt”.

Ramekers verwacht dat andere landen afzetmarkten zullen overnemen als Nederlandse bedrijven niet aan de vraag kunnen voldoen. „Dit is bedreigend. Eenmaal verloren markten krijg je niet zo makkelijk terug”. In Nederland zijn ongeveer twintig pluimveeslachterijen actief. Er werken zo'n zevenduizend mensen.

Natuur en Milieu
De mengvoersector verwacht niet dat de maatregelen bedrijven de kop zullen kosten. Wel betekent het een stuk marktverlies, aldus secretaris A. Heuver van het Federatief Overleg Orgaan Mengvoederindustrie (FOOM).

De Stichting Natuur en Milieu is zeer verbaasd over de maatregelen van minister Apotheker. „In het regeerakkoord staat dat de sector tot 2000 zelf met maatregelen zou mogen komen. Dat Apotheker nu al ingrijpt komt als een verrassing, maar is veel beter”, aldus woordvoerder T. Vogelzang. Natuur en Milieu pleitte eerder al voor inkrimping van de pluimveehouderij in de nota Samen hokken, samen scharrelen. „Ik hoop dat Apotheker de sector net zo vaartvarend saneert als de varkenssector”, zegt Vogelzang.