Financiën en Economie

Alpenland moet beschermd verleden van zich af schudden

Oostenrijk zet de deuren wijd open

Van onze correspondent
BRUSSEL – Als je een besloten vennootschap wilt oprichten op een van de Kanaaleilanden, Jersey of Guernsey bijvoorbeeld, volstaat een telefoontje. De kosten, ongeveer 450 gulden, kunnen per creditkaart worden betaald. Afhankelijk van de snelheid van de post krijgt de aanvrager de benodigde papieren met zegelpersje binnen enkele dagen toegezonden.

Kom daar maar eens om in Oostenrijk. Daar moesten buitenlandse ondernemingen tot voor kort vele maanden wachten op de nodige aanvraagformulieren, plus vele maanden op de oprichtingsformulieren. Oostenrijks toetreding tot de Europese Unie, nog geen drie jaar geleden, heeft de formaliteiten teruggebracht tot ongeveer drie maanden in totaal, razendsnel vergeleken met vroeger.

De Oostenrijkers zijn een bureaucratisch volkje. Eenvijfde van de Oostenrijkers heeft een baan bij de overheid. Machtige bonden verzekeren hoge lonen en uitstekende sociale voorzieningen voor hun leden. Oostenrijk heeft een traditie van intieme betrekkingen tussen industrie, vakbonden en overheid. Internationale concurrentie zet die betrekkingen nu onder druk, maar het zal nog jaren duren voor de bureaucratische erfenis van het beschermde verleden zal zijn verdwenen.

„In Oostenrijk houden we niet van snelle veranderingen, maar de tijd verandert wel snel en als wij niet mee veranderen, zullen we de concurrentie verliezen”, erkent Norbert Zimmermann, voorzitter van het middelgrote technische bedrijf Berndorf. Hij klaagt dat het Oostenrijkse parlement elk jaar een verbijsterende variëteit aan nieuwe regelgeving produceert, die het bedrijfsleven nauwelijks kan bijhouden.

Warboel
De Oostenrijkse autoriteiten vrezen economische achterstand van Oostenrijk en proberen de bureaucratie te stroomlijnen. Ze hebben het Oostenrijkse Zaken Agentschap in het leven geroepen om buitenlandse bedrijven te helpen zich in Oostenrijk te vestigen. Daardoor is de hele procedure verkort tot drie maanden. Het kon niet anders, want sinds de toetreding tot de Europese Unie is ruim de helft van de Oostenrijkse economie aan concurrentie op de wereldmarkt blootgesteld, en daarvóór was het slechts een derde deel.

Oostenrijk verwelkomt de euro. Door de invoering van de euro zal een nog groter deel van de Oostenrijkse economie zich op de wereldmarkt moeten kunnen weren. „De euro zal Oostenrijk tot veranderingen dwingen”, zegt Zimmermann. „Brussel zal ons de richtlijnen geven voor de wetten die we moeten behouden en die we moeten wijzigen”. Verder zullen diverse bedrijfstakken concurrerend moeten worden, met name de verzekerings- en elektriciteitsmaatschappijen en het bankwezen, waar kosten en prijzen hoger zijn dan in omringende landen.

De privatisering van het bankwezen is al begonnnen. De Oostenrijkse bank is geprivatiseerd en heeft de Bank Creditanstalt overgenomen. Privatisering van de Eerste Spaarbank is op gang gekomen. „Hoe de economie zal reageren op de concurrentie van andere EU-economieën moeten we afwachten. Zodra de euro is ingevoerd hebben we een nieuwe situatie. Dan komen de grote jongens hier, zonder de barrière van de schilling (de Oostenrijkse munt). Dan moeten we dus slanker zijn en sneller”, zegt Gerhard Randa, directeur van de Oostenrijkse Bank.

Dankzij de afnemende bureaucratische warboel wordt Oostenrijk in toenemende mate een aantrekkelijk vestigingsland voor buitenlandse ondernemingen. „Oostenrijk heeft een sociaal stabiel milieu en de laagste werkloosheids- en inflatiecijfers in Europa”, zegt Karl Taborsky, directeur van IBM Oostenrijk. Gemakkelijke toegang tot de Oost-Europese markten, een goed ontwikkelde infrastructuur en hooggeschoolde werknemers maken Oostenrijk extra aantrekkelijk.

Er zijn enkele donkere wolken aan de horizon. De afgelopen jaren hebben de Oostenrijkers de broekriem moeten aanhalen om de overheid te helpen haar begrotingstekort en staatsschuld binnen de perken van het Verdrag van Maastricht te brengen.

De jongste begroting voorspelt dat het bruto binnenlands product zal stijgen van 2,5 procent dit jaar tot 2,8 procent volgend jaar. Het begrotingstekort zal naar verwachting dalen tot onder 2,6 procent van het bruto binnenlands product. De staatsschuld zal naar verwachting dalen van 65,2 procent tot minder dan 65 procent van het bbp.

Voor de oppositiepartijen is dat niet voldoende. Zij vrezen dat de regeringscoalitie de teugels zal laten vieren om bij de algemene verkiezingen volgend jaar aan de macht te kunnen blijven. En de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling OESO waarschuwt de regering dat het begrotingstekort nog te hoog is en dat zij meer moet besparen.

Oostenrijk is een land in de oostelijke uitlopers van de Alpen. Zijn positie in het midden van Europa maakt het tot een handels-, vervoers- en cultureel centrum. Ooit was Oostenrijk het centrum van een groot rijk en een van de Europese grootmachten. Van de acht miljoen inwoners spreekt 96 procent Duits. Er zijn kleine minderheden, waaronder Tsjechen, Kroaten, Slovenen, en Hongaren. Oostenrijk is overwegens rooms-katholiek.

Behalve Adolf Hitler heeft Oostenrijk ook beroemde componisten voortgebracht. Wolfgang Amadeus Mozart, Ludwig van Beethoven, Franz Schubert, Johann Strauss, Johannes Brahms en Gustav Mahler woonden of werkten in Oostenrijk. Uit Oostenrijk komen Nobelprijswinnaars op de gebieden geneeskunde, fysica, chemie, vrede en economie. Ook Sigmund Freud, de uitvinder van de psychoanalyse, was een Oostenrijker.

Beknot
65 procent van de bevolking woont in steden. De hoofdstad Wenen is de grootste stad met 1,5 miljoen inwoners. De tweede stad Graz telt slechts 237.000 inwoners. Andere belangrijke steden zijn Linz, Salzburg en Innsbruck. De helft van Oostenrijk wordt gebruikt voor land- en tuinbouw, met fruit en wijnproductie in het oosten van het land. Een derde deel van Oostenrijk is bebost. De bosbouw zorgt voor een achtste deel van de export, met producten als hout en papier. Oostenrijk mijnt mineralen als ijzer, lood, zink, koper en magnesiet.

Er zijn weinig natuurlijke energiebronnen. Het land voert steenkool, olie en gas in voor de helft van de elektriciteitsproductie. De rest komt van hydro-elektrische centrales in de alpenrivieren. De chemische industrie produceert voornamelijk voor de binnenlandse markt. De toeristenindustrie is zeer belangrijk. Oostenrijk heeft een goed spoorwegnet, waarvan de helft is geëlektrificeerd. Er zijn ook diverse autosnelwegen die verbinding hebben met de Duitse en Italiaanse. Wenen en Linz zijn de belangrijkste havensteden aan de Donau.

De Oostenrijkse staatsinrichting bestaat uit negen democratische staten of Bundesländer, die een federale republiek vormen. De federale president wordt door het volk gekozen voor zes jaar. Hij is het staatshoofd, maar zijn macht wordt aanzienlijk beknot door de regeringsleider, de kanselier en de kabinetsministers.

De volksvertegenwoordiging telt een lagerhuis, een nationale raad en een hogerhuis. De twee belangrijkste politieke partijen, de Volkspartij en de Sociaal- Democratische Partij, vormen een regeringscoalitie. De eerste is een conservatieve partij van zakenlieden en boeren, met officieuze steun van de RK-Kerk, de tweede steunt op werknemers.

Inflatie: 1,1%

Begrotingstekort: 2,5 (% van bruto binnenlands product)

Staatsschuld: 3,4 (% van bruto binnenlands product)

Werkloosheid: 5,9 (% van de beroepsbevolking)

Aantal inwoners: 8 miljoen