Financiën en Economie

Vurense handelsonderneming stapt ook in gebruikte bussen

Meeste auto's van Kleyn Trucks
komen op de elektronische snelweg

Door H. de Boer
VUREN – Ze zijn groot geworden met gebruikte vrachtwagens. Daarna kwamen de bedrijfs- en personenauto's en losse onderdelen, ook allemaal tweedehands. Maar Kleyn Trucks in Vuren wil groeien. Daarom mikt de handelsonderneming nu op bussen. Een joint venture met bussenbouwer Bova staat inmiddels in de steigers.

Algemeen directeur L. E. P. Benedek kan aardig vertellen. „Een vrachtwagen heeft vier levens. De eerste vijf jaar rijdt-ie in West-Europa, vervolgens eenzelfde periode in Oost-Europa. Daarna belandt de truck in Zuid-Amerika en op 15-jarige leeftijd eindigt de reis in Afrika. In onderdelen wel te verstaan”. Benedek tekent direct aan dat het geschetste beeld enigszins overdreven is. „Maar het geeft wel ongeveer aan wat we hier doen”.

Slooptrucks
Dat wordt ook duidelijk tijdens een rondrit over het terrein. Een rondrit, want een voettocht zou makkelijk een halve dag kosten. De handelsonderneming heeft op 14 hectare maar liefst 1700 wagens op voorraad staan. Trucks vormen de hoofdmoot. Alle grote merken zijn vertegenwoordigd: Mercedes, M.A.N., Volvo, Scania, Renault, DAF en Iveco. Ook de bouwjaren zijn divers, evenals de kilometrages en de prijskaartjes. Rijen nagenoeg nieuwe wegreuzen worden afgewisseld door slooptrucks. En alles wat daartussen zit.

Kleyn Trucks pretendeert wereldmarktleider te zijn met een aandeel van 3,6 procent. Benedek spiekt snel nog wat getallen bij elkaar. Trucks nemen 65 procent van de omzet (vorig jaar 250 miljoen gulden) voor hun rekening. Personenauto's zijn goed voor 20 procent, bestelwagens doen 8 procent. De rest komt van de onderdelen (7 procent).

Zo'n 10 procent van de omzet verdient Kleyn Trucks in Nederland, een kwart in zowel West- als Oost-Europa, 20 procent in Zuid-Amerika en de rest in andere delen van „ons wereldrayon”. Volgens de directeur ligt de nettowinstmarge rond de 4 procent. Vorig jaar verkocht de onderneming zo'n 10.000 gebruikte auto's.

Koninklijke familie
Benedek nam in 1991 samen met drie andere directieleden 70 procent van de aandelen over van de familie Kleyn. In 1995 volgde het restant. De algemeen directeur deed voor deze buy-in al zaken met de Vurense handelsonderneming. Met zijn contacten in Hongarije –Benedeks vader komt daarvandaan– zette hij in het Oost-Europese land een distributiepunt op voor Kleyn Trucks.

De onderneming heeft ook eigen vestigingen in Bulgarije en het Zuid-Amerikaanse Chili. Recent kwam daar Duitsland bij. Benedek: „We zijn momenteel in gesprek met de Marokkaanse koninklijke familie. De kans is groot dat we daar nog dit jaar een bedrijf openen”. Verder werkt Kleyn Trucks met een netwerk van zelfstandige agenten in 35 landen.

Benedek had al vroeg in de gaten dat de wereldwijde handel alleen goed mogelijk is via de elektronische snelweg. „Toen Bill Gates nog zei dat Internet niks zou worden, waren wij daar al mee aan het experimenteren”, grapt hij. De buitenlandse vestigingen, en ook de handelsagenten, hebben een on line-verbinding met de computer in Vuren. Alle aangekochte trucks worden digitaal gefotografeerd. Daar komt dan een testrapport met allerhande technische gegevens plus de vraagprijs bij en vervolgens gaat de informatie het net op.

Ook een agent die ergens ter wereld tegen een tweedehands truck aanloopt, kan die met zijn camera in het bestand zetten. Voor hen gelden dezelfde strikte procedures als in Nederland. „Wij verkopen gekende kwaliteit”, legt Benedek uit. Dat is een variant op garantie, zo blijkt. „Een koper mag ons houden aan wat wij in het testrapport zetten. Dat moet dus zorgvuldig gebeuren”.

Busdienst
Kleyn Trucks neemt zijn handelswaar vooral af van (grote) transportondernemingen en leasemaatschappijen. „Steeds minder partijen worden eigenaar van steeds grotere wagenparken. Wij willen voor al die bedrijven een partner zijn. Het weer in de markt zetten van gebruikte wagens is niet hun tak van sport. Daar zijn wij voor”, vindt Benedek. Van concurrentie is nauwelijks sprake. „Als je al spreekt van concurrenten dan zijn dat kleinere handelaren en dealers. Maar in veel gevallen werken die juist met ons samen, we vormen als het ware een netwerk”.

De vader van de laatste directeur Kleyn heeft vast niet kunnen voorzien dat het bedrijf op deze manier zijn vleugels zou uitslaan. „De man begon in 1919 een busdienst tussen Asperen en Leerdam”, weet Benedek. „Toen de bus aan vervanging toe was, kwam hij erachter dat handelen financieel interessanter was dan rijden. Zo is het begonnen”.

Gebruikte vrachtwagens vormen nog steeds de kern van het bedrijf. Maar de vierhoofdige directie heeft de ambitie om jaarlijks autonoom met 15 procent te groeien, dus nieuwe markten worden aangeboord. Benedek verwacht veel van de samenwerking met bussenbouwer Bova. „We mikken dit jaar op een omzet van 300 miljoen gulden”. Het uiteindelijke doel van de joint venture is het van de grond tillen van een internationaal distributienetwerk voor tweedehands autobussen.

Benedek ziet nog meer groeimogelijkheden, grondverzetmachines bijvoorbeeld. „Maar daar doen we voorlopig even niets mee. We hebben onze handen met Bova meer dan vol. Die samenwerking moet eerst goed op de rails staan. Te snel groeien is gevaarlijk, dan word je een reus op lemen voeten”.

Guesthouse
Een klein bedrijfswagentje met een grote bezem ervoor veegt het immense terrein. „Die hebben we net binnengekregen”, legt de algemeen directeur uit. „We vegen door tot-ie wordt verkocht”. Ze zijn praktisch ingesteld bij Kleyn. „Hebben we toevallig een hoogwerker in huis, dan repareren we de lantaarnpalen. Da's handig bedacht, ja”.

Het internationale karakter van Kleyn Trucks is vooral op kantoor duidelijk te merken. Buitenlandse klanten lopen in en uit. Polen, Duitsers, Hongaren en noem maar op. Potentiële klanten worden in de watten gelegd. Kleyn-busjes pendelen regelmatig tussen Vuren en de rest van Europa. Benedek: „Vaak zijn het zogenaamde eigen rijders, kleine zelfstandigen. Die willen hier goed rondkijken alvorens ze een beslissing nemen”. Voor dat doel staat er een guesthouse op het terrein. „De 26 bedden liggen over het algemeen permanent vol”.

Qua omzet, afzet en winst ligt de onderneming aardig op koers, vindt Benedek. Er is wel een probleem uit een heel andere hoek. Het geplande tracé van de Betuwelijn voert dwars over het Kleyn-terrein pal langs de A15. Een verhuizing is dus noodzakelijk. Er is inmiddels grond aangekocht aan de andere kant van de autosnelweg, maar die locatie ligt minder gunstig vanwege een bomenrij. „Een zichtlocatie is van essentieel belang voor ons. Vrachtwagenchauffeurs vormen onze doelgroep. Die kennen Kleyn van de snelweg. Het is alsof je een grote winkel hebt waar ze ineens de etalage weghalen. Dat is bijzonder jammer”.