Economie

Concern investeert extra om merknaam bekendheid te geven

Philips heeft weinig last van crisis

Door drs. A. A. C. de Rooij
EINDHOVEN – Philips heeft tot dusverre weinig last van de crisis in Azië. Het verkoopvolume in het rampgebied staat weliswaar onder druk, maar aan de andere kant profiteert het elektronicaconcern ervan dat het in die omgeving eigen fabrieken bezit. Die kunnen dankzij de waardevermindering van de nationale valuta's goedkopere producten afleveren.

President-directeur C. Boonstra was gisteren tijdens de presentatie van de cijfers over 1997 beslist niet somber over de gevolgen van de situatie in het Verre Oosten. Hij houdt er rekening mee dat de resultaten in de eerste helft van dit jaar, en met name in het eerste kwartaal, wat tegenvallen onder invloed van de gebeurtenissen ginds. Optimistisch voegde hij daar evenwel aan toe: „We maken ons op voor een verdere winstgevende groei in de betrokken regio”.

Producent
Volgens financieel topman J. Hommen zijn de effecten van de monetaire onrust voor de Eindhovense multinational tot nu toe „minimaal”. De problemen in Azië leiden er natuurlijk toe dat de consumenten en de zakelijke klanten daar minder besteden. Philips realiseert echter in de vijf landen die het zwaarst zijn getroffen (Thailand, Maleisië, Indonesië, de Filipijnen en Zuid-Korea) slechts 4 procent van zijn totale omzet.

Daar komt nog iets bij. De onderneming is er niet alleen actief als verkoper, maar ook als producent. De vervaardigde artikelen zijn voor een deel bestemd voor markten elders in de wereld. De kostprijs in de lokale munteenheid blijft uiteraard hetzelfde, maar omgerekend tegen dollars is er door de devaluaties sprake van een flinke daling en dat betekent een betere concurrentiepositie en/of een hogere winstmarge.

„Voorts kijken we ook naar de kansen die er zijn”, benadrukte Hommen. Wellicht dienen zich mogelijkheden aan om bijvoorbeeld tegen een aantrekkelijke prijs een acquisitie te plegen en daarmee voor de toekomst de aanwezigheid te versterken. Boonstra ten slotte over dit onderwerp: „Terwijl veel bedrijven daar kampen met torenhoge schulden, hebben wij onze zaken op orde en dat verschaft ook een voordeel”.

Resultaten
De president-directeur kon met veel tevredenheid terugkijken op het eerste volledige kalenderjaar dat hij bij Philips aan het roer stond. De industriële gigant verdiende in die periode 5,7 miljard gulden, terwijl 1996, als gevolg van een omvangrijke reservering voor herstructureringen, een verlies opleverde van 590 miljoen.

Enkele bijzondere posten vertekenen het beeld. Zo werd een flinke boekwinst bijgeschreven door het afstoten van een pakket aandelen van de Taiwanese chipfabriek TSMC. De voornaamste buitengewone last had betrekking op de afwikkeling van de relatie met Grundig. De banden met die al jarenlang noodlijdende Duitse firma zijn nu volledig verbroken.

Als we de eenmalige transacties niet meetellen, laat het nettosaldo een stijging zien van van 723 miljoen gulden in 1996 tot 3291 miljoen in 1997. Alle sectoren droegen bij tot die toename, zij het dat binnen de divisie van de consumentenelektronica de aanloopverliezen van de activiteiten op het terrein van de mobiele telefoons langer aanhouden dan verwacht. Philips wil in die branche een plaats veroveren in de mondiale topdrie en is daartoe onder meer een joint venture aangegaan met het Amerikaanse Lucent.

De divisie halfgeleiders (chips) en componenten zorgde voor de meeste winst. Het bedrijfsresultaat (de winst vóór belastingen) klom van 1496 naar 2262 miljoen gulden. Software en services volgde met een sprong van 490 naar 1173 miljoen. Verlichting ging van 702 naar 1151 miljoen. Bij consumentenproducten, die eenderde van de omzet voor hun rekening nemen, groeide het resultaat van 10 tot 772 miljoen en bij professionele systemen van 0 tot 504 miljoen.

Geografisch bezien verdiende Philips de grootste hap in Europa. Het bedrijfsresultaat schoot daar van 307 naar 3132 miljoen. In Azië trad, ondanks de malaise van de laatste maanden in sommige landen, een verbetering op van 1321 tot 1800 miljoen. In Noord-Amerika werd een verlies omgebogen tot een klein plusje. In Latijns-Amerika daarentegen verslechterde het beeld.

Motivatie
De prognose luidt dat de winst in 1998 verder zal stijgen. Vorig jaar is er onder de regie van Boonstra driftig gesaneerd. Zelf sprak hij gisteren van „een schoonmaakoperatie”. Die krikte de financiële resultaten op en dat vormde op zijn beurt een impuls voor de motivatie onder het personeel, legde Boonstra uit. Hij constateerde „een nieuwe geest binnen de organisatie” en merkte later in dit verband op: „We moeten trots en vechtersmentaliliteit uitstralen”.

Thans telt het concern wereldwijd 269 productievestigingen. Het management ziet volgens de president nog volop mogelijkheden voor verdere kostenbesparingen. Boonstra kon niet zeggen of dat gepaard zal gaan met verlies van werkgelegenheid. Op dit moment zijn er in ieder geval geen plannen voor sluiting van bepaalde locaties. Ongeveer 65 procent van de activiteiten voldoet thans aan de rendementseisen.

Philips wil dit jaar 1 miljard gulden extra investeren om, zoals 'de baas' het uitdrukte, de onderneming beter toe te rusten voor eventuele tegenwind. Het merendeel van dat geld wordt besteed aan reclame, om wereldwijd de naamsbekendheid onder de consumenten te vergroten. „Het merk Philips is de ruggengraat van ons bedrijf”, lichtte Boonstra toe. Vooral in de Verenigde Staten lopen programma's om daar „een leidende rol” te verwerven.

Opties
Uit het jaarverslag blijkt dat de zes leden van de raad van bestuur goed voor zichzelf zorgen. Zij kregen vorig jaar, boven op hun riante salaris, 330.000 opties. Die vertegenwoordigen bij de huidige beurskoers een waarde van maar liefst ruim 21 miljoen gulden.

Boonstra sprak gisteren van „een lichtelijk irritante vraag” toen op zijn persconferentie werd geïnformeerd naar de opties. „Wij willen voor onze organisatie de beste mensen aantrekken en we proberen die financieel te prikkelen tot optimale prestaties”, verklaarde hij ter verdediging van de lucratieve regeling.