Geruchten over coup
door Jakarta ontkend

JAKARTA – De Indonesische regering heeft de in Jakarta rondzingende geruchten over een mogelijke staatsgreep resoluut tegengesproken. Minister van Informatie Hartono zei dat een coup onmogelijk is. De geruchten begonnen de ronde te doen nadat de financiële markten in Jakarta waren ingestort.

Er zijn geen tekenen, behalve een waarschuwing van het leger aan mogelijke onruststokers dat de strijdkrachten stappen ondernemen om in te grijpen. In de dertien miljoen inwoners tellende hoofdstad was het rustig. „In deze republiek zal iets dergelijks nooit gebeuren”, aldus de voormalige chef-staf van het leger, Hartono. Die zei ook de verhalen over de vermeende vlucht van president Soeharto naar het buitenland te hebben gehoord. „Deze geruchten zijn ongegrond. Het is echt van de gekke”.

Het leger riep de bevolking donderdag al op kalm te blijven nadat de roepia in een vrije val was geraakt, wat voor de bevolking het sein was om een stormloop op winkels en supermarkten in te zetten. Ook gisteren werd er gehamsterd. Basisproducten als meel, suiker en bakolie waren vrijwel nergens meer te krijgen.

Banken
De vrije val van de roepia en de dreiging van faillissementen in het Indonesische bedrijfsleven hebben op de hoofdkantoren van de grootste twee Nederlandse banken vooralsnog tot weinig kopzorgen geleid. De financiële resultaten van ABN Amro en ING komen niet onder druk, omdat ze maar relatief weinig leningen in Indonesië hebben uitstaan.

„Natuurlijk bekijken wij de situatie met grote belangstelling, maar we hebben geen reden ongerust te zijn met het oog op de resultaten van onze groep”, aldus ABN Amro gisteren. De meeste bedrijven die in Indonesië klant zijn van ABN Amro, hebben hun inkomsten in dollars, aldus een woordvoerder.

„Bovendien hebben wij, omdat we een conservatieve bank zijn, onze posities in lokale munteenheden voor het grootste deel afgedekt. Wij kunnen 's nachts dus rustig slapen”, concludeerde de woordvoerder.

Hij voegde hier overigens aan toe dat de crisis in Indonesië ook kansen schept. „In Indonesië ontstaat nu een trek naar veiligheid. Voor buitenlandse banken is dat goed nieuws. Zij kunnen groei van de deposito's verwachten”.

Ook ING vreest geen grote gevolgen voor zijn winst. Hoewel de bank de achteruitgang van de financiële situatie van Indonesië als „zorgwekkend” bestempelde, liet zij weten dat de invloed daarvan op haar resultaat „beperkt zal zijn, omdat maar een klein deel van de inkomsten uit die regio komt”. Zowel ING als ANB Amro gaf geen bijzonderheden over de omvang van hun leningen in het Zuidoost-Aziatische land.

Maleisië, dat gebukt gaat onder eenzelfde valutacrisis als andere landen in Azië, heeft er desondanks voor gekozen de problemen op eigen kracht op te lossen en geen aanspraak te maken op een hulppakket van het Internationaal Monetair Fonds. De regering wil zich niet onderwerpen aan de strenge eisen die het IMF stelt aan de landen die het met kredieten helpt.