Economie5 juni 2001

Schoenverkoper Engelen kan met 'Donner' goed uit de voeten

„Ik wilde sociaal zijn, maar liep vast”

Door A. de Jong
VEENENDAAL – Met het rapport van de commissie-Donner kan hij goed uit de voeten. B. Engelen, directeur van een tiental schoenenzaken in het midden des lands, zag de achterliggende jaren één werknemer geheel en één bijna in de WAO verdwijnen. Het kostte hem tijd, geld en veel hoofdbrekens. „Ik wou dat de voorstellen van 'Donner' toen al van kracht waren geweest. Dan waren die mensen waarschijnlijk niet afgekeurd.”

Engelen
Berry Engelen komt uit een ondernemersgeslacht. Zijn grootouders van moeders kant waren actief in de klompenmakerij. Zijn vader bezat in Zutphen drie schoenenzaken: één voor modieus schoeisel, één gericht op voetcomfort (schoenen voor senioren, schoenen voor het werk, wandelschoenen) en één schoenenzaak voor het gezin.

Inmiddels telt het bedrijf zestig werknemers en tien filialen, gevestigd in onder meer Veenendaal, Amersfoort en Zutphen. „Twee broers van mij, mede-eigenaars, werken ook in de onderneming. Mijn oudste broer als etaleur, een andere als inkoper. En ikzelf ben directeur”, vertelt Engelen. Voordat hij in het bedrijf van zijn vader stapte, studeerde hij bedrijfskunde en werkte hij zeven jaar in een vreemde onderneming.

„Wij hebben als bedrijf een traditie in maatschappelijk bewust ondernemen”, stelt de zakenman met enige trots. „Mijn vader zat namens het CDA in de gemeenteraad van Zutphen en was daar voorzitter van de winkeliersvereniging. Ik probeer die lijn wat voort te zetten, bijvoorbeeld door mijn lidmaatschap van het Mitex-schoenenbestuur. Verder ben ik bezig in Gelderland een regionale winkeliersraad te creëren.”

Ook binnen zijn eigen bedrijf wil Engelen zich niet uitsluitend door economische motieven laten leiden. „Ik mag dan een jonge, onstuimige ondernemer zijn, maar ik heb toch een redelijk sociaal gevoel. Voor mijn personeel probeer ik alles zo goed mogelijk te regelen.”

Burn-out
Desondanks loopt het wel eens mis. „In een van onze filialen is een man door burn-out voor 100 procent afgekeurd en in de WAO beland. Ik betreur dat, maar houd het er toch op dat het grotendeels zijn eigen schuld is. De man weigerde op een reële manier na te denken over zijn eigen capaciteiten. Als filiaalhouder had hij altijd naast mijn vader in de winkel gestaan. Dat ging prima, maar toen hij het later zelfstandig moest doen, lukte hem dat niet. Ik heb hem, in goed overleg, nog overgeplaatst naar een rustiger filiaal, maar ook dat hielp niet.

Wat moet je dan? Als ondernemer móét je zo iemand schriftelijk de wacht aanzeggen. Je móét hem een brief sturen met de boodschap: „Als het over een halfjaar niet beter is, dan...” Als je dat niet doet, sta je later juridisch veel te zwak. Maar zo'n brief veroorzaakt natuurlijk veel stress. Deze man sloeg in elk geval op tilt. Toen ik grondig met hem ging praten, was het waarschijnlijk al te laat. Hij had een burn-out opgelopen.”

Wat Engelen in deze kwestie het meest frustreerde, was dat hij al snel de greep op de situatie verloor. „Ik heb echt mijn best gedaan voor reïntegratie. Niet in mijn eigen bedrijf; dat was onmogelijk. Maar ik heb een outplacementbureau ingeschakeld en betaald. Dat kwam echter niet met werkbare alternatieven. De man zelf wilde maar niet inzien dat zijn oude werk eigenlijk niet bij hem paste. Dat vind ik heel jammer. Ik wilde sociaal zijn, maar liep toch vast.”

Machteloos
„Kijk, dat ik vanwege de Pemba-wetgeving extra hoge premies moet betalen als een werknemer van mij de WAO in draait, daar ben ik het eigenlijk wel mee eens”, vervolgt Engelen. „Van mij hoeft dat systeem niet te worden afgeschaft. Maar dat ik als ondernemer bij zo'n keuringsprocedure zo machteloos aan de kant sta, vind ik niet eerlijk.

Daarbij komt dat ik in deze kwestie niet alleen strafpremies moest betalen, maar ook de kosten van outplacement en dergelijke kwijt was. Voor dat laatste zou eigenlijk de regeling moeten bestaan dat je een korting krijgt op de strafpremies.”

Engelen is zeer te spreken over de commissie-Donner, die het kabinet vorige week advies uitbracht over een nieuwe vormgeving van de WAO. „Niet alleen omdat in het door 'Donner' voorgestelde systeem deze werknemer niet in de WAO zou zijn gekomen. Psychisch zieken vallen er in principe buiten. Maar vooral omdat ik geloof dat de aanpak van 'Donner' ook voor de mensen zelf beter is.”

Ontslaan
Ook een werkneemster die in de afgelopen jaren vanuit zijn bedrijf bijna in de WAO terechtkwam, was daar onder het regiem van 'Donner' waarschijnlijk niet gekomen. „Het was iemand die ontzettend tegenwerkte bij reïntegratie. Was 'Donner' al van kracht geweest, dan had ik deze vrouw zes maanden na de eerste ziekmelding kunnen ontslaan. Dat had mij reïntegratiekosten en strafpremies bespaard.”

Dat Engelens werknemers geheel of bijna in de WAO terechtkwamen, had medisch gezien weinig te maken met ziek zijn, vindt de schoenenondernemer. „Het ging om mensen die –in mijn ogen– een schop onder hun achterste moesten hebben. Iemand moest hun met gezag zeggen dat zij een streep onder hun verleden moesten zetten en opnieuw moesten beginnen. Het is de aaibaarheid van deze maatschappij dat we dat niet doen.”

Dit is het vierde artikel in een serie van vijf over het rapport van de commissie-Donner. Morgen ter afsluiting een gesprek met PvdA-kamerlid Smits.

Deel 3: „Sympathieke aanpak onmogelijk”

Deel 2: „Ander etiket lost probleem niet op”

Deel 1: „Bloesje open en hup: goedgekeurd”

Eerdere berichtgeving:

Politiek wil snel aan de slag met 'Donner' - 31 mei 2001

Instroom in WAO kan zeker halveren - 30 mei 2001