Economie | 15 mei 2001 |
Veemarkt is volgens boeren en handelaren niet weg te denkenWe laten niet met ons sollenDoor H. de Boer Voorzitter Chr. van Gisbergen van de vakgroep varkenshouderij van LTO-Nederland stookte vorige week nog maar eens een oud vuurtje op. Op persoonlijke titel, maar toch. Verzamelplaatsen voor vee zijn veel te riskant, vindt de voorman van de varkenshouders. Voor je het weet verspreiden besmettelijke dierziekten zich. Van Gisbergen lanceerde zijn stelling op een moment dat de veemarkten al meer dan elf weken dicht zijn vanwege de mond- en klauwzeercrisis. Minister Brinkhorst van Landbouw steunt zijn idee. Handtekeningenactie Wat heeft Van Gisbergen nu met koeien en schapen te maken, vraagt Jansen zich af. Niets. Maar ik snap het wel. Die man zit ook in het bestuur van slachterij Dumeco. De grote slachterijen zien graag dat de tussenhandel verdwijnt, want dat is concurrentie. Dan kunnen zij in hun eentje de prijzen bepalen. Dat is funest voor de boeren. Directeur Bootsma van de veemarkt in Zwolle beaamt dat. Nu er geen veemarkten zijn, liggen de prijzen volledig op hun achterste. Het gaat om tientallen procenten. Dat geld lopen de boeren mis, terwijl ze het hard nodig hebben. Onlangs nog kwam de Werkgroep Veemarkten een initiatief van LTO-Nederland, GNV en NBHV met het rapport Veemarkten: blijvend anders. De conclusie daarvan luidt dat sluiting van veemarkten niet wenselijk is, maar dat deze handelsplaatsen niet in ongewijzigde vorm kunnen blijven bestaan. Nederland heeft veemarkten in Groningen, Leeuwarden, Zwolle, Doetinchem, Den Bosch, Utrecht, Leiden en Purmerend. Zware eisen Directeur Bootsma van de veemarkt in Zwolle benadrukt dat deze voorwaarden een goede garantie bieden tegen het verspreiden van dierziektes. Je kunt het nooit helemaal uitsluiten, maar gezien het veterinaire toezicht op onze markten durf ik te stellen dat veemarkten geen extra risico's opleveren. Wat dat betreft slaat de redenatie van Van Gisbergen nergens op. De Groep Nederlandse Veehandelscentra is het ventileren van privé-meningen ook voorzitter R. Tazelaar van de Productschappen voor Vee, Vlees en Eieren liet zich recent kritisch uit over de veemarkten meer dan zat. Dijkstra: LTO-voorzitter Doornbos roept dat er wel degelijk plaats is voor veemarkten, zijn medebestuurslid Van Gisbergen beweert het tegenovergestelde, minister Brinkhorst haakt daarop in. Wie heeft hier de waarheid in pacht? 4000 mensen Bij een verbod op veemarkten houden betrokkenen er rekening mee dat vee op andere plaatsen zal worden verzameld. Dat kan niet anders, aldus handelaar Jansen. Schapen en kalveren moet je uitsorteren om de juiste koppels bij elkaar te krijgen. Pas dan kunnen ze naar de mesters. Voor de meeste handelaren en boeren geldt verder dat ze (slacht)vee met eigen ogen willen zien. Daar kan internet niet tegen op. Digitale marktplaatsen zijn overigens wel in opkomst en vormen volgens de GNV een prima kanaal voor het verhandelen van onder meer varkens, fok- en gebruiksvee. Maar weinigen zien de digitale snelweg als de grote vervanger van de hele veemarkt. Het onstaan van alternatieve verzamelplaatsen wordt door veemarktdirecteur Bootsma omschreven als het zwarte scenario. Het gaat dan om honderden locaties, veelal in landelijk gebied, waar niet of nauwelijks veterinair toezicht op kan worden gehouden. Er ontstaat een soort kofferbakverkoop, met daarnaast een veelvoud aan vervoersbewegingen. Dan is er pas écht sprake van besmettingsgevaar, terwijl wij met ónze maatregelen voor, schat ik, 99,9 procent tegemoetkomen aan de eisen van LTO-Nederland, de veterinairen en het ministerie van Landbouw. Feit is dat veemarkten wat Brussel betreft in bijna heel Europa vanaf vandaag weer open mogen. Zelfs in Groot-Brittannië, waar nog elke dag mkz-uitbraken worden gemeld, heeft weer handel plaats. Minister Brinkhorst kan zich dus niet achter Brussel verschuilen, waarschuwt Bootsma. Voor Nederland geldt nog wel een wachttijd van anderhalve week, schat de GNV in. Dus per 1 juni kunnen we weer open. Brandbrief Het is de bedoeling dat de verscherpte eisen per direct ingaan. De meeste veemarkten zijn daar klaar voor, aldus Bootsma. Iedereen wil meedoen. Wellicht dat Doetinchem en Purmerend tegen bepaalde problemen aanlopen omdat deze markten niet overdekt zijn. Maar ook daarvoor zijn oplossingen denkbaar. De directeur van de veemarkt in Zwolle heeft best begrip voor weerstand vanuit de hoek van de handelaren en transporteurs, die een waslijst aan vereisten onder hun neus krijgen geduwd. Maar dat moet nu eenmaal. We willen een eigentijds imago en moeten daarbij de grootst mogelijke zorgvuldigheid betrachten. Veehandelaar Jansen uit Bergambacht denkt dat het met de weerstand wel mee zal vallen. Wij zijn niet op voorhand tegen elke verandering. Zolang het maar werkbaar blijft. Jansen verhandelt koeien, schapen en kalveren. Mijn vader en ik hadden al drie marktdagen, dus wat dat betreft verandert er niet zo veel. En vaak zijn handelaren al gespecialiseerd in een bepaalde diersoort. Wat de hygiëne- en ontsmettingsmaatregelen betreft: Doe het maar eens vier weken. Dan weet je niet beter. Waan van de dag |
![]() |