Economie | 9 oktober 2000 |
Kanters Bouwbedrijf stuurt projecten aan vanuit een nieuw jasjeVan dakkapel tot Vinex-locatieDoor C. van der Wind Algemeen directeur en eigenaar ing. H. de Pagter vertelt met verve over de oude wortels van het familiebedrijf Kanters. In 1906 richtte Pieter Simon Kanters een metselbedrijf met vijf man personeel op in Oude-Tonge. Nog in datzelfde jaar verplaatste hij zijn toko naar Puttershoek in de Hoeksche Waard. Na de Tweede Wereldoorlog bestuurde de schoonzoon van Kanters, H. Verrijp, de onderneming. Het aardige is dat hij bij de opening van ons nieuwe kantoor, afgelopen donderdag door staatssecretaris Remkes, ook aanwezig was. Aandelen Hij is trots op zijn organisatie met 200 personeelsleden. Ik vind het nog steeds bijzonder dat we als bouwbedrijf naar dit niveau zijn gegroeid. Vooral de overname zie ik als een geslaagde missie. Zo'n kans krijg je niet nog eens in de toekomst. Grondaankoop Het bedrijf heeft de laatste tien jaar een omzetgroei doorgemaakt van 16 miljoen in 1990, naar 80 miljoen 5 jaar later en 200 miljoen gulden dit jaar. De helft daarvan komt uit eigen projectontwikkeling. Voor Kanters is dat de economische kurk. De winstmarges op ontwikkeling van bouwprojecten in eigen beheer zijn ruimer dan bij ontwikkelingen op de markt. De andere helft van de omzet komt van opdrachtgevers. Kanters probeert de komende jaren deze cijfers vast te houden. De Pagter, onder andere actief als voorzitter van de werkgevers bij de RMU, zou zijn bedrijf in de toekomst graag uitbreiden in de infrastructuur. Alleen in die tak komt mijn principe in de knel met zondagsarbeid. In ons personeelshandboek staat dat niemand verplicht kan worden op zondag te werken. Het bedrijf heeft een heldere filosofie: In één keer goed bouwen, is het beste en uiteindelijk het goedkoopst. Bewezen is dat netjes en schoon werken het efficiëntst is en ook het minste gevaar oplevert voor de medewerkers. Als me iets aan het hart gaat, dan zijn het juist de werknemers. Dat zie je ook aan onze lange dienstverbanden. Vorige maand was er zelfs een collega die veertig jaar aan ons verbonden is. De instroom van vaklieden baart De Pagter tegelijkertijd zorgen. Kanters heeft zelfs orders moeten laten lopen vanwege dit probleem. We kunnen momenteel 10 procent extra personeel plaatsen. Maar dat is niet alles. Ook de vakbekwaamheid daalt. De vijver wordt steeds kleiner. Al onze inspanningen moeten daarom uitgaan naar opleiding, bij- en omscholing. We proberen goede werkomstandigheden voor onze medewerkers te creëren. Wij werken niet met cadeaus of andere lokkertjes om personeel te werven. Ons extra pakket is ontplooiing, scholing en flexibiliteit. De Rijnmond-opleidingsprijs voor leerlingbouwplaatsen, die we vorig jaar hebben gewonnen, bevestigde deze inspanningen. Kanters heeft als belangrijk aandachtspunt de vorming van een klantgerichte organisatie. De verbetering van de klantvriendelijkheid is nodig, omdat opdrachtgevers meer bouwvariatie willen en dus vaker specifieke wensen hebben. Daarvoor moeten we drie dingen goed kunnen: luisteren, luisteren en luisteren. Parkmanagement De naam spruit voort uit de associatie met de Vereenigde Oost-Indische Compagnie, waarin participanten de vrijheid kregen te functioneren naar eigen goeddunken. De Compagnie is helemaal omgeven door water en het heeft een eigentijdse uitstraling. Kanters heeft ook het parkmanagement in beheer. Voor alle kopers en huurders regelt het bedrijf een centraal pakket van groenvoorziening, wegenonderhoud, parkeermogelijkheden, afvalverwerking en beveiliging. Dé formule van de toekomst. Een andere trend bij projectontwikkeling is het dubbel grondgebruik. Zo kan er op bestaande parkeerplaatsen bedrijfshuisvesting komen. Let ook op de toename van parkeergarages onder woningen de komende tien jaar, zegt De Pagter. Maar nu eerst even integreren en een moment van rust in ons pand in Barendrecht. Dat is ook weer een basis voor de toekomst. |
![]() |