G-8 zetten stappen tegen computercriminaliteitParijs wil niets weten van cyberpolitiePARIJS Frankrijk heeft gisteren op een bijeenkomst van de G-8 een Amerikaans plan voor een politiedienst met internationale bevoegdheden tegen computermisdaad van de hand gewezen. Minister van Binnenlandse Zaken Jean-Pierre Chevènement noemde het ondenkbaar dat een politieteam geformeerd zou worden dat internationaal kan opereren zonder met de soevereiniteit van landen rekening te houden. De landen van de G-8, de zeven rijkste industrielanden van de wereld plus Rusland, hebben in Parijs 300 politici, ambtenaren, politiemensen, vertegenwoordigers van de computerbranche en juristen uitgenodigd om drie dagen lang te discussiëren over mogelijkheden de illegale aanvallen op internet in te dammen. Resultaten van de conferentie zullen in juli aan de regeringsleiders van de G-8 gepresenteerd worden op hun conferentie in Japan. Interpol Chevènement eiste in plaats van de cyberpolitie de uitbouw van de mogelijkheden van Interpol. De internationale politieorganisatie moet worden uitgebreid met een team van experts die 24 uur per dag bereikbaar zijn om nationale politiediensten bij te staan bij het opsporen van computermisdadigers. Ook over de vraag hoelang internetproviders gegevens over hun klanten moeten bewaren en andere privacykwesties bestaan er verschillen tussen de VS en Europa, zo bleek op de conferentie, die uniek in haar soort is omdat de G-8 er voor het eerst samen met het zakenleven sprak over coregulatie van internet en aanverwante systemen. De Franse premier Lionel Jospin bracht met zijn oproep beter samen te werken bij de bestrijding van de computermisdaad het doel van de conferentie duidelijk onder woorden. Chevènement riep ertoe op een voorgesteld Europees verdrag snel aan te nemen. Het verdrag verplicht de ondertekenaars internetmisdaden te definiëren en wetten aan te nemen tegen hacken, computerfraude en kinderporno op internet. Het verdrag zou kunnen uitgroeien tot een wereldwijd document dat ook door landen buiten Europa aangenomen zou kunnen worden. Jospin kondigde aan dat de kwestie tijdens het Franse voorzitterschap van de Europese Unie, in de tweede helft van 2000, de nodige aandacht zal krijgen. Andere potentiële internetmogendheden, zoals India, China, Zuid-Afrika, Israël en enkele staten in Midden-Europa, moeten betrokken worden bij de pogingen van de G-8 de computermisdaad te lijf te gaan, zei Chevènement. Het opduiken van het computervirus I Love You onlangs maakte onverwacht duidelijk welke gevaren schuilen in de wereldwijde verbindingen tussen computers en digitale netwerken. Behalve over de gevaren van criminele hackers gaat de conferentie ook over het tegengaan van fraude via internet, plagiaat en het verspreiden van roofkopieën en het binnendringen in computersystemen om daar schade aan te richten. Momenteel is het vaak onmogelijk computermisdadigers strafrechtelijk te vervolgen, vooral als de daden in het buitenland zijn begaan. Het is de taak van overheden en de zakenwereld om een duidelijke boodschap te sturen: wij werken samen om de technische en juridische oplossingen te vinden waardoor de veiligheid van de nieuwe technologie en het vertrouwen daarin toeneemt, zei Chevènement. Meertalig De Amerikaanse onderminister van Justitie, James Robinson, stelde dat niet alleen het wettelijk kader beter afgestemd moet worden, maar dat de politie over beter getrainde experts moet kunnen beschikken, die bovendien meertalig moeten zijn om meteen internationaal te kunnen overleggen. Tijdens de conferentie kondigde Chevènement enkele Franse initiatieven aan om de schaduwzijden van internet de baas te worden. Er zal een centrum worden opgericht voor bestrijding van misdaad in verband met informatie- en communicatietechnologie, dat tevens zal fungeren als aanspreekpunt voor buitenlandse politiediensten die internationale internetaanvallen onderzoeken. Jospin maakte verder bekend dat de Franse regering van plan is in Marseille een internetuniversiteit op te richten. |