Voorpagina 10 augustus 1999

Standpunt ouders niet doorslaggevend

Kinderen krijgen
recht op euthanasie

Van onze redactie politiek
DEN HAAG – Kinderen van twaalf jaar en ouder kunnen een arts om euthanasie vragen, ook als hun ouders of verzorgers zich daartegen verzetten. De arts kan zo'n verzoek inwilligen, maar hij moet er dan wel van overtuigd zijn dat de minderjarige de euthanasie echt wil en dat hij bij weigering de patiënt „ernstig nadeel” berokkent.

Dat staat in het wetsvoorstel ”Toetsing van levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding” dat de ministers Borst-Eilers (Volksgezondheid) en Korthals (Justitie) gisteren bij de Tweede Kamer hebben ingediend. Het kabinet had in zijn vergadering van 9 juli al besloten dit wetsvoorstel bij het parlement in te dienen.

Uit de tekst van het nu ingediende wetsvoorstel blijkt dat minderjarigen van 16 en 17 jaar zelfstandig het recht hebben om levensbeëindiging te verzoeken. Ook kinderen van 12 tot en met 15 jaar krijgen het recht om euthanasie te vragen. De arts moet dat verzoek serieus beoordelen. In principe ligt de beslissingsbevoegdheid bij de ouders of verzorgers van deze minderjarigen.

Als zij het verzoek van hun minderjarig kind om euthanasie niet willen honoreren, heeft de behandelend arts het recht dat verzoek te wegen. Als hij tot de conclusie komt dat hij de patiënt bij weigering „ernstig nadeel” berokkent, mag hij tot euthanasie overgaan, ondanks het verzet van de ouders of verzorgers.

Eerste regeling
Als het parlement met dit wetsvoorstel instemt, is dit de eerste wettelijke euthanasieregeling in de wereld. In principe blijft ook na aanvaarding van dit wetsvoorstel euthanasie en hulp bij zelfdoding op grond van het Wetboek van Strafrecht verboden en dus strafbaar. De strafbaarheid vervalt echter als de arts heeft voldaan aan de wettelijk gestelde zorgvuldheidseisen en de euthanasie heeft gemeld aan de gemeentelijke lijkschouwer.

Het wetsvoorstel kent zes zorgvuldigheidseisen. Er moet sprake zijn van een „vrijwillig, weloverwogen en duurzaam” verzoek om levensbeëindiging door de patiënt. De arts moet tot de conclusie zijn gekomen dat er sprake is van „uitzichtloos en ondraaglijk lijden.” Er moet de overtuiging zijn dat de patiënt goed is voorgelicht. Het moet duidelijk zijn dat er geen andere „redelijke oplossing” voorhanden is. De arts moet een andere arts raadplegen, die ook zelf de patiënt moet bezoeken. De levensbeëindiging moet medisch verantwoord worden uitgevoerd.

Schriftelijke wilsverklaringen omtrent levensbeëindiging door patiënten opgemaakt toen ze nog wilsbekwaam waren, hebben in het wetsvoorstel de erkenning van een rechtmatig verzoek. Het PvdA-kamerlid Swildens-Roozendaal typeert het voorstel van het kabinet als „keurig afgewogen” en „zorgvuldig totstandgekomen.” Zij hoopt dat de discussie over het voorstel in de Kamer niet beperkt blijft tot de 12- tot 16-jarigen.

„Fundamentele fout”
GPV-fractievoorzitter Schutte zegt „geschrokken” te zijn van het voorstel. Hij ziet het als een „extra stap” in de beëindiging van het recht op bescherming van het leven. Schutte constateert dat het kabinet euthanasie als een „gewone” medische handeling ziet en dat noemt hij een „fundamentele fout.”

SGP-fractievoorzitter Van der Vlies vindt het voorstel „uiterst verdrietig.” Hij is „onthutst” dat het ouderlijk gezag in een thema dat zo na aan het hart ligt, „terzijde wordt gesteld.” De vraag om levensbeëindiging kan nooit de goede vraag zijn, aldus Van der Vlies.

De Nederlandse Patiëntenvereniging (NPV) is „zeer verontrust” dat ouders in bepaalde gevallen als het gaat om kinderen van 12 tot en met 16 jaar „machteloos staan als kind en arts besluiten tot euthanasie.” De NPV ziet in het voorstel een symptoom van de ontwikkeling in de samenleving, waarin „de autonome mens zelf wil kunnen beschikken over zijn leven.”

Woordvoerder R. G. P. Hagenouw van de KNMG (de landelijke artsenorganisatie) is „tevreden” met het wetsvoorstel. Hij is het er mee eens dat artsen bij verzoeken om levensbeëindiging door kinderen van 12 jaar en ouder „in noodgevallen de wensen van de ouders negeren.”

Ook woordvoerder Schraven van de Nederlandse Vereniging voor Vrijwillige Euthanasie (NVVE) toont zich content met het wetsvoorstel. Voor hem zijn de wens van het kind en de uiteindelijke medische opvatting van de arts doorslaggevend.