Regering wil voorzichtig vooruitDoor G. A. Vroegindeweij Het aanbrengen van veranderingen in de genen van planten, dieren en mensen brengt ook in de politiek tongen en pennen in beweging. De regering zegt: Voorzichtig vooruit, maar de Kamer is zover nog niet. Het maakt voor veel politici nogal wat uit of onderzoekers biotechnologie gebruiken voor het bestrijden van ernstige ziekten of voor het kweken van transgene snelgroeiende, grotere zalmen met een antivriesgen en een roze kleurtje. De ontwikkelingen gaan momenteel zo snel dat vrijwel geen enkele fractie een afgerond oordeel heeft over biotechnologie. En met het oog op de verkiezingen van volgend jaar willen sommige fracties graag wat handvatten hebben voor hun verkiezingsprogramma's waarmee ze volgend voorjaar de boer op gaan. Mede daarom heeft de Kamer de tijdelijke commissie biotechnologie in het leven geroepen. Daarin zitten vertegenwoordigers van alle fracties. Voorzitter is VVD-kamerlid mevrouw Terpstra. De taak van de commissie is de nota's die het kabinet over biotechnologie heeft geschreven en nog zal schrijven op een ordelijke manier te behandelen. De commissie wil zich ook door anderen laten informeren. Daartoe hebben burgers tot gisteren de gelegenheid gehad om hun mening kenbaar te maken. Steun Het kabinet heeft al een tweetal nota's over biotechnologie naar de Tweede Kamer gestuurd. De Integrale Beleidsnota Biotechnologie is eind september vorig jaar naar de Kamer gegaan. In december heeft minister Borst van Volksgezondheid een kabinetsstandpunt over de toepassing van genetica in de gezondheidszorg naar de Kamer gestuurd. De lijn van beide nota's is voorzichtig vooruit. De Tweede Kamer wacht nog op een derde notitie. Die gaat over de steun van de overheid aan bedrijven en instellingen die zich richten op innovatie en versterking van biotechnologisch onderzoek. De sector heeft minimaal 500 miljoen gulden gevraagd. Tijdens de verdeling van de meevallers voor dit jaar zal het kabinet bekijken hoeveel geld het voor dit doel beschikbaar stelt. De totstandkoming van de eerste nota heeft binnen het kabinet voor veel discussie gezorgd. Minister Pronk van Milieu, de eerste ondertekenaar, had in eerste instantie een concept geschreven waarin stond dat de regering zeer terughoudend moet zijn met toepassingen van biotechnologie. Tijdens een bijeenkomst van de ChristenUnie maakte de bewindsman, die lid is van de PvdA, er geen geheim van dat hij in grote lijnen het standpunt van deze partij deelt. Te somber Binnen het kabinet kreeg de bewindsman de handen voor zijn concept niet op elkaar. Volgens minister Jorritsma van Economische Zaken (VVD) was het stuk veel te somber geschreven en moest Pronk zijn huiswerk overdoen. In de nota wordt een debat aangekondigd over biotechnologie en voedsel. Deze commissie is ondertussen van start gegaan onder voorzitterschap van het Eerste-Kamerlid Terlouw (D66).
Terlouw leidt publieksdebat Eten en genen
Door G. A. Vroegindeweij
Wat vindt u van aardappels die ongevoelig zijn voor de schimmelziekte fytoftora? Bent u van mening dat er maïs moet komen die bestand is tegen onkruidbestrijdingsmiddelen? Moeten derdewereldlanden rijst met extra vitamine gaan kweken? Hebben we langer houdbare tomaten nodig? Is het ethisch verantwoord om snelgroeiende zalmen met de kleur roze en een ingebouwd antivriesgen te kweken? Op deze vragen wil de overheid graag de mening weten van de Nederlandse bevolking. Daarom heeft minister Brinkhorst van Landbouw een commissie geïnstalleerd die een publieksdebat gaat organiseren over biotechnologie en voedsel. Want voor een aardappel resistent is tegen fytoftora moeten deskundigen eerst gaan 'sleutelen' aan de genen. Dat geldt ook voor maïs, rijst, tomaat en zalm. Voorzitter van de commissie die het debat gaat leiden, is D66-senator dr. J. C. Terlouw. Hij heeft trek in de nieuwe uitdaging. Van professie is hij natuurkundige en de nieuwe ontwikkelingen op het terrein van de biotechnologie interesseren hem mateloos. Als politicus heeft hij veel belangstelling voor processen met publiek. Dat maakt Brinkhorsts partijgenoot bij uitstek geschikt om deze kar te trekken. Wat Terlouw verder zeer geschikt maakt om het debat te leiden, is dat hij zelf nog geen mening over biotechnologie heeft: Dat maakt het in zekere zin gemakkelijk om het debat te leiden. Hij laat zich dan ook niet verleiden om wat voor standpunt dan ook in te nemen. Voor het eind van dit jaar wil Terlouw met zijn commissie een eindrapport aanbieden aan Brinkhorst. Tot die tijd zijn er tal van activiteiten in het kader van het publieksdebat, dat als werktitel Eten en genen heeft meegekregen. Er is een website waarop iedereen mag reageren (www.biotechdebat.nl), op 25 juni is er een congres, er komen debatten met groepen die een afspiegeling vormen van de samenleving en ook scholen kunnen meedoen. Maatschappelijke organisaties en verbanden kunnen zelfs een subsidie krijgen van 1500 gulden voor de bestrijding van de logistieke kosten als ze in hun gelederen een brede discussie opzetten. Tot slot komt er in het najaar een landelijk publieksdebat en een steekproef onder de bevolking. 'Gelovigen' De commissie is vooral geïnteresseerd in de argumenten van mensen voor ze hun uiteindelijke mening bepalen. Kort na de installatie van de commissie liet Terlouw zich ontvallen dat het publieksdebat wat hem betreft geen discussie tussen 'gelovigen' moet worden. Wat bedoelt hij daarmee? Terlouw: Met gelovigen bedoel ik mensen die al een standpunt hebben: aan de ene kant mensen die zeker weten dat het kan en dat het nauwelijks gevaar oplevert en anderzijds degenen die zeker weten dat we tenonder gaan met de nieuwe technieken. Maar mogen deze mensen dan niet meedoen? Jawel, maar ik zal ervoor waken dat ze het debat gaan bepalen. Ik wil juist degenen bereiken die nog geen standpunt hebben en hen argumenten aanreiken om tot een standpunt te komen. Terlouw erkent dat het debat eigenlijk te laat wordt georganiseerd. De Tweede Kamer heeft er al in 1999 om gevraagd in een motie van het CDA-kamerlid mevrouw Van Ardenne-Van der Hoeven en pas na anderhalf jaar is het zover. Ik ken de kritiek. Sommigen zeggen dat het debat daarom geen zin heeft, want de Tweede Kamer heeft al een standpunt bepaald over de kabinetsnota's op het moment dat de uitkomsten van het publieksdebat naar buiten komen. Hier hebben de critici een punt, maar ik zeg hun dit: We staan met elkaar aan het begin van een lange discussie over biotechnologie. Het is dan misschien voor velen de eerste keer dat ze erover praten; het zal zeker niet de laatste keer zijn. Heel misschien krijgt de commissie de mogelijkheid het debat toch te versnellen. Terlouw zou dat toejuichen. Neutraal Over de mogelijke uitkomst van het debat wil de voorzitter eigenlijk niets zeggen. Hij beaamt wel dat veel publieksdebatten en uitslagen van referenda behoudend van karakter zijn. Mensen willen over het algemeen genomen geen veranderingen, zo erkent Terlouw. Hij wijst wel voorzichtig op een enquête die De Volkskrant heeft gehouden. Daaruit bleek dat ongeveer de helft van de bevolking niets wil weten van genetische manipulatie met voedsel. Terlouw durft niet te zeggen dat 'zijn' publieksdebat tot hetzelfde resultaat zal leiden. Wij doen geen opiniepeiling, wij organiseren debatten. Mensen moeten op grond van argumenten tot standpunten komen. Een mening of een visie over de uitkomst valt hem dus niet te ontlokken. Zelfs bij het afscheid in de hal van de Eerste Kamer benadrukt Terlouw dat elke uitlating van hem die in wat voor richting dan ook wordt uitgelegd, onjuist wordt geïnterpreteerd: Ik ben neutraal.
Kamer stort zich op biotechnologie
Door G. A. Vroegindeweij
De Tweede Kamer gaat de komende maanden serieus werk maken van het onderwerp biotechnologie bij planten, dieren en mensen. Er is tijdelijk een aparte commissie ingesteld die debatten met de regering gaat voorbereiden. De commissie wil ook de samenleving bij de discussie betrekken. Voorzitter van de tijdelijke kamercommissie biotechnologie is het VVD-kamerlid mevrouw Terpstra. Ik denk dat we aan het begin staan van een serie nieuwe ontwikkelingen die ons allen zal fascineren. Sommige wetenschappers kiezen een futuristische benadering, anderen zijn veel nuchterder. Uiteindelijk kan niemand in de toekomst kijken, maar het is goed dat de Kamer zich bezint en een aantal lijnen uitstippelt voor de toekomst. Het is niet de bedoeling dat de commissie een eensluidend eindrapport over het onderwerp gaat uitbrengen. Het werk van de commissie is niet bedoeld om de neuzen dezelfde kant op te laten wijzen. Ons doel is een zorgvuldige behandeling van het onderwerp. Er zijn maar liefst vijf departementen bij betrokken. De toedeling van het onderwerp aan een bestaande commissie van de Kamer zou andere commissies tekort doen. In de commissie-Terpstra zijn alle fracties vertegenwoordigd. Terpstra merkt aan alle fracties dat ze een afwachtende houding aannemen. Het zijn nieuwe ontwikkelingen waarover iedereen zijn standpunt opnieuw moet bepalen. Elk van de kamerleden die in de commissie zit, heeft eigen waarden en normen die om nieuwe toepassing vragen in de situatie van vandaag de dag. Dat is boeiend. Het valt me op dat niemand in dit stadium een zeer uitgesproken dogmatisch standpunt inneemt en dat te vuur en te zwaard verdedigt. Rondetafelgesprekken De commissie heeft organisaties, bedrijven en personen uitgenodigd om hun visie op biotechnologie met mensen, dieren en planten naar de Tweede Kamer te sturen. Binnen enkele weken gaat de commissie bekijken wie er in aanmerking komen voor deelname aan enkele rondetafelgesprekken. Terpstra en de haren gaan ook iets nieuws uitproberen. Uit de voor- en tegenstanders van biotechnologie willen ze een aantal mensen selecteren die hun visie tijdens zogenaamde lunchlezingen naar voren brengen. Die lezingen zijn openbaar en bedoeld om collega's uit de Kamer en andere belangstellenden kennis te laten nemen van de standpunten die er over dit onderwerp in de maatschappij leven. Daarnaast pakt de commissie ook het gewone handwerk op dat een commissie moet doen. De fracties hebben al een eerste serie vragen aan de regering gesteld over de Integrale Nota Biotechnologie die eind september naar de Tweede Kamer is gestuurd. Daarop moeten de bewindslieden antwoorden en vervolgens komt er in ieder geval nog één schriftelijke vragenronde. De Nota Gezondheidszorg en Biotechnologie, die in december naar de Kamer is gegaan, zal een vergelijkbare behandeling ondergaan. De commissie zal ook de derde nota van het kabinet over stimulering van de biotechnologie door bedrijven, die over een maand zal verschijnen, onder de loep nemen. Het is de bedoeling dat het openbare debat tussen de commissie en de regering over de nota's in de loop van dit jaar plaatsheeft. De partijen kunnen dan, indien ze dat wensen, de resultaten van dit debat meenemen in hun verkiezingsprogramma's. Sneller debat Eén ding steekt de commissie-Terpstra: De regering is te laat met het publieksdebat over biotechnologie en voedsel gestart. Pas anderhalf jaar na de aanvaarding van de motie door de Tweede Kamer, was het zover. Daardoor komt de commissie onder leiding van Terlouw in de problemen. Wij krijgen de uitkomsten van het maatschappelijke debat pas als wij de discussie met de regering hebben afgerond. Dat is vreemd. Dan krijgen we terecht het verwijt dat het standpunt van de bevolking er kennelijk niet toe doet in Den Haag. Die suggestie willen we vermijden. Daarom hebben we allereerst de commissie-Terlouw gevraagd of zij sneller met hun eindrapport zouden kunnen komen. Dat blijkt om verschillende redenen niet mogelijk te zijn. Dat was voor 'mijn' commissie aanleiding om enkele dagen geleden een brief te sturen naar minister Brinkhorst van Landbouw. Hij heeft de commissie-Terlouw ingesteld. We hebben hem gevraagd om extra middelen en mankracht ter beschikking te stellen aan Terlouw zodat hij het debat kan versnellen. De Kamer wil graag de resultaten van de publieke discussie ontvangen voor zij met de regering debatteert. De mening van de bevolking over dit onderwerp weegt zwaar voor ons. We hebben gevraagd om het publieksdebat en dan moeten we ook serieus met de resultaten omgaan. |