Digitaal

Educatieve software

Om de computer te kunnen integreren in het onderwijs, is het niet voldoende om dertig pc's en honderd meter kabel in een klaslokaal te proppen. In zijn nota “Investeren in voorsprong” gaf minister Ritzen twee andere belangrijke componenten aan: educatieve programma's en “content”, de informatie waarover leerlingen kunnen beschikken.

Allerlei uitgeverijen brengen software op de markt, echter vaak met een hoog kermisgehalte en een geringe educatieve waarde. Afgelopen woensdag nam staatssecretaris Netelenbos van onderwijs de eerste programma's in ontvangst die met subsidie van de overheid tot stand zijn gekomen, in samenwerking met educatieve uitgeverijen. Uiteindelijk moet dat leiden tot 24 computerprogramma's, vooral op het gebied van rekenen en taal, voor de eerste vier groepen van het basisonderwijs. Een deel van de winst op de programma's gaat naar een investeringsfonds voor nieuwe software.

Dit najaar zullen alle basisscholen vier of vijf cd-roms ontvangen met een aantal gratis programma's en een handleiding om een verantwoorde keuze te kunnen maken uit 450 beschikbare softwarepakketten.

EDUnet
Niet alleen de software, ook de “content” voor de leerlingen komt eraan. Eind vorige week werd bekend dat telecombedrijf EnerTel –een consortium van energiebedrijven en kabelexploitanten– een netwerk mag aanleggen waarmee alle scholen voor basis- en voortgezet onderwijs in Nederland een aansluiting krijgen op EDUnet. In drie jaar tijd moeten in totaal 12.000 scholen, bibliotheken, musea en dienstenaanbieders op dit net aangesloten worden. Niet minder dan 2,6 miljoen leerlingen kunnen dan gebruikmaken van educatieve diensten en Internet.