Digitaal |
Stamboomonderzoek bloeit op door digitaal aanbod van dataHet virus van de genealogieOnderzoek naar de voorouders. Wie waren ze, wanneer leefden ze, wat deden ze? Stamboomonderzoek neemt een hoge vlucht, mede dankzij de computer. Sinds het Centraal Bureau voor Genealogie in Den Haag gegevens op Internet aanbiedt, loopt het storm. De beoefening van genealogie zit op rozen. Door G. Wolvers Het lijkt zo mooi. De Doop-, Trouw- en Begraafboeken (DTB) van de plaatselijke gereformeerde kerk laten zich hun geheimen gemakkelijk ontfutselen. Het voorgeslacht maakt het dan ook gemakkelijk. Generatie op generatie leeft en sterft in hetzelfde plaatsje. Tot het dorp plotseling uit de annalen verdwijnt. Reden: de gemeente gaat van Utrecht over naar het Hollandse gewest. Het genealogisch onderzoek strandt. De onderzoekers moeten verkassen van Utrecht naar Den Haag. De toekomst belooft een mooiere situatie. Een geïnteresseerde leek wil even uitzoeken tot hoe ver hij zijn voorgeslacht kan terugvinden. De pc gaat aan, de Internet-zoeker vindt wat adressen van genealogische archieven en hij traceert zijn voorvaderen, zonder een kilometer te hebben verreden. En als een overgrootvader is verhuisd, klikt de genealogische surfer gewoon de gemeente van herkomst aan. Ideaal Het CBG het centrale punt voor de genealogie, aldus Lever is de grote voorloper van de digitalisering van de genealogische bestanden. Jaren geleden automatiseerde het bureau zijn catalogus met onder meer portretten, bidprentjes, familiewapens, overlijdensadvertenties en complete stambomen. Juni vorig jaar bracht het CBG deze catalogus op Internet. Het bureau breidde het aanbod uit met een eenvoudige handleiding voor genealogie, een discussieplek voor vragen wie heeft gegevens over mijn opa, die schipper was in Groningen? en verbindingen met bestanden van particuliere familieonderzoekers. De CBG-site (http//www.cbg. nl) is geweldig populair. Vlak na de start werd het soms zo druk, dat het programma vastliep. Daarna kwam het aantal bezoekers op 170 per dag. Nu zijn dat er 500. Op 24 februari werd de magische grens van 100.000 bezoekers overschreden. Ter vergelijking: vorig jaar bezochten 30.000 mensen lijfelijk de studiezaal. Dat blijft nodig. Het is weliswaar handig om vanuit de luie stoel te bekijken of het CBG de gezochte stambomen beheert, maar de (persoons)gegevens zelf kunnen niet worden ingezien. Daarvoor moet wel de reis naar Den Haag worden ondernomen. Mensen zitten met een printje van het Internet-scherm in onze studiezalen. Goede tijden Daarvoor zullen echter eerst de bronnen digitaal beschikbaar moeten worden. Lever vindt dat daarbij eerst de voorkeur moet worden gegeven aan het automatiseren van slecht ontsloten bronnen, zoals VOC-monsterrollen, notariële en gerechtelijke archieven kon opa een huis betalen of zat hij juist in de nor? boven het digitaliseren van de goed ontsloten DTB- en bevolkingsregisters. Ver vooruit De Doop-, Trouw- en Begraafregisters van de gemeente Delft staan al vanaf 4 juli vorig jaar op Internet. De Delftse site wordt sindsdien twee- à drieduizend keer per maand bezocht, hetzij van huis uit, hetzij vanaf de computer in de studiezaal. In juni moeten ook de overlijdensregisters van de Burgerlijke Stand van Delft en Pijnacker digitaal te raadplegen zijn, januari volgend jaar de geboorten in de 19e en 20e eeuw en in maart 1999 ook de huwelijken. Dan is het project Digitale Stamboom, waarbij 600.000 'informatiekaarten' zijn ingevoerd, voltooid. De gemeente Delft subsidieerde dit project met 550.000 gulden, omdat zij Delft als kennisstad heeft bestempeld. Het zoeksysteem is publieksvriendelijk en technologisch hoogstaand, aldus mevrouw M. Claessens van de studiezaal. Zo kan er worden gezocht op exacte namen of met 'klinkt als'. Gemeentearchivaris G. Verhoeven neemt de naam van zijn collega als voorbeeld. Als je Klazen zoekt, krijg je ook alle vermeldingen Klaasen, Klaasse, Klaassen, Claasen, Claasens en Claesen te zien. Verhoeven hoopt in de toekomst ook andere bronnen, zoals het kadaster of het bevolkingsregister, digitaal te kunnen ontsluiten. Lever wil nog graag één misverstand uit de weg ruimen. Er wordt vaak gezegd dat de drijfveer van veel genealogen is om te kijken of ze adellijke voorouders hebben gehad. Dat bloedt snel dood, want dat waren er niet zo veel. Het is juist leuk om te weten wat mensen deden, of ze met de rechter in aanraking kwamen, hoe ze woonden. Voor genealogen houdt het nooit op. Het is een virus waar je moeilijk van af kunt komen. |