Dossier Clinton | 2 april 1998 |
Verloop zaak Jones versus ClintonWASHINGTON Chronologisch overzicht van de zaak Paula Jones tegen de Amerikaanse president Bill Clinton wegens vermeende seksuele intimidatie. 1991 1993
6 mei: Paula Jones spant voor de federale districtsrechtbank in Little Rock, Arkansas een civiele procedure aan tegen president Bill Clinton. Zij vordert 700.000 dollar schadevergoeding wegens wangedrag op 8 mei 1991 in het Excelsior Hotel in Little Rock. Zij beticht Clinton van seksuele intimidatie en aanranding en aantasting van haar goede naam door te ontkennen. 10 augustus: Clinton vraagt de klacht van Jones niet-ontvankelijk te verklaren op grond van presidentiële onschendbaarheid. 28 december: Rechter Susan Webber Wright beslist dat een proces pas kan plaatsvinden wanneer Clinton zijn ambt heeft opgegeven. Het vergaren van bewijzen en opnemen van beëdigde verklaringen van getuigen kan echter van start gaan. 1995 24 februari: Rechter Wright schort de bewijsgaring op, hangende een beslissing van het hof van beroep. 14 september: De advocaten van Clinton betogen dat behandeling van de zaak de president zal afleiden van staatszaken. De advocaten van Jones brengen daar tegen in dat zij dezelfde rechten moet kunnen uitoefenen als ieder ander in een civiele zaak. 1996 15 mei: Clinton vraagt het Hooggerechtshof de zaak uit te stellen tot na het einde van zijn ambtstermijn. 27 mei: Het Hooggerechtshof wijst uitstel van het proces af. 9 juni: Een federale rechtbank weigert in hoger beroep het proces uit te stellen tot na Clintons ambtsperiode. 24 juni: Het Hooggerechtshof besluit het verzoek om uitstel van Clinton in overweging te nemen. De behandeling van de zaak wordt hierdoor in ieder geval verschoven tot na de presidentverkiezing in november. 1997 22 augustus: Rechter Wright stelt de procesdatum vast op 27 mei 1998, maar verwerpt de klacht van Jones dat Clinton haar heeft belasterd. 9 september: Een federale rechter staat toe dat de advocaten van Jones zich terugtrekken, maar houdt de behandelingsdatum op 27 mei. 8 december: Paula Jones verlaagt de verlangde schadevergoeding tot 525.000 dollar en laat de klacht wegens laster tegen Clintons voormalige lijfwacht Danny Ferguson vallen. 1998 16 januari: Whitewater-onderzoeker Kenneth Starr krijgt van de rechter toestemming zijn onderzoek naar de zakelijke handel en wandel van de president uit te breiden tot de vraag of er pogingen zijn ondernomen om Lewinsky een valse verklaring te laten afleggen. 17 januari: Clinton wordt in het kantoor van zijn advocaat zes uur lang door de advocaten van Jones ondervraagd. 17 februari: De advocaten van Clinton vragen rechter Wright in Little Rock opnieuw de klacht van Jones af te wijzen omdat haar advocaten geen bewijs kunnen leveren voor cruciale juridische onderdelen daarvan. 13 maart: In een poging afwijzing van de klacht te voorkomen deponeren de advocaten van Jones bij de rechter een pak documenten waaruit zou moeten blijken dat Clinton ook naar andere vrouwen seksuele avances heeft gemaakt en deel had aan een omvangrijke poging om bewijsmateriaal achter te houden. Daarin komt ook Clintons verklaring van 17 februari voor waarin Kathleen Willey wordt genoemd die vier jaar eerder door Clinton zou zijn betast. Het Jones-kamp speelt het pleidooi door naar de pers. 20 maart: In een laatste poging de klacht van Jones te dwarsbomen voor het tot een proces komt, betogen de advocaten van Clinton dat Jones en haar belangrijkste getuigen onbetrouwbaar zijn en dat de door voormalig Witte-Huismedewerkster Kathleen Willey geuite beschuldigingen van seksuele handtastelijkheden niet ter zake doen. 28 maart: De advocaten van Jones dienen opnieuw bij de rechtbank stukken in waaruit zou blijken dat Clinton juridische obstructie heeft gepleegd door brieven, kattebelletjes en telefonische boodschappen tussen hem en Kathleen Willey achter te houden, totdat zij daarover in de openbaarheid trad voor de televisie. 31 maart: De advocaten van Jones vragen toestemming om bewijsmateriaal uit de zaak-Lewinsky te gebruiken in hun zaak tegen Clinton. 1 april: In Little Rock wijst rechter Wright de klacht van Jones tegen Clinton op alle punten af wegens onvoldoende bewijs. Jones heeft volgens de rechter niet aan kunnen tonen dat zij emotionele schade of tegenwerking in haar loopbaan heeft ondervonden. |