Buitenland21 december 1999

Venezolaanse leger verwijdert voorzichtig de modderlaag

Niet het moment om te kissebissen

Van onze correspondent
CARACAS – De internationale hulp aan de slachtoffers van de natuurramp in Venezuela begint langzaam op gang te komen. Gisteren arriveerden de eerste omvangrijke zendingen hulpgoederen, ter waarde van ongeveer 3 miljoen dollar, op de internationale luchthaven van de hoofdstad Caracas.

Het gehavende land heeft in het bijzonder ingeblikt voedsel en medicamenten nodig. De eerste noodzendingen waren afkomstig uit de Verenigde Staten en Mexico. Ook kleinere landen hebben hulp toegezegd. Zo heeft de luchtmacht van het vorige jaar door een orkaan verwoeste Honduras zijn enige Hercules-transportvliegtuig ingezet om een lading voedsel naar Venezuela te brengen.

De aantal dodelijke slachtoffers van de zware regens die medio vorige week de kuststrook van het land gedurende drie dagen geselden blijft ondertussen stijgen. Minister van Buitenlandse Zaken Jose Vicente Rangel moest zijn eerdere raming opwaarts bijstellen en verklaarde enkele uren geleden dat het dodental waarschijnlijk al bijna 10.000 bedraagt. „Er bereiken de regering constant noodkreten uit de binnenlanden die ons ertoe nopen de schatting van het aantal slachtoffers te corrigeren. Het eind van de lijdensweg is helaas nog niet in zicht”, aldus de bewindsman vanuit Caracas.

Bruggen
De regering van president Hugo Chavez heeft de internationale gemeenschap gevraagd materiaal ter beschikking te stellen voor het herbouwen van door de modderstromen weggeslagen bruggen. Ook is er een acuut tekort aan ingenieurs om de verwoeste infrastructuur van de kustregio te herstellen. „Door het ontbreken van deugdelijke communicatie is het niet mogelijk greep te krijgen op de huidige crisis. Het blijft moeilijk en in sommige gevallen zelfs onmogelijk mensen die in levensgevaar verkeren te bereiken”, aldus staatssecretaris Vassili Kotoski Flores van Justitie. De regering heeft hem aangewezen als coördinator van de reddings- en herstelwerkzaamheden.

De bewindsman zei dat er reeds zo'n 1200 lichamen zijn geborgen. „Soldaten van het leger verwijderen voorzichtig de modderlaag waaronder hele stadswijken en dorpen zijn verdwenen. Het werk gaat traag maar is nodig om de ontzielde lichamen te bergen opdat het gevaar voor epidemieën minimaal blijft”, aldus de staatssecretaris.

Inmiddels zijn ongeveer 40.000 overlevenden van de ramp uit de zwaar getroffen deelstaat Vargas geëvacueerd. De regering speelt met de gedachte iedereen uit dit gebied weg te halen. In Vargas bevinden zich nog ongeveer 150.000 daklozen. Ze lijden honger en hebben geen betrouwbaar drinkwater. Legercommandant generaal Raul Salazar zei tussen vandaag en morgen nog eens 15.000 slachtoffers uit het gebied te kunnen evacueren.

Schuld
President Hugo Chavez, die persoonlijk betrokken is bij de ontruiming van de deelstaat en daar veel bewondering mee oogst, schoof gisteren de traditionele politieke partijen van het land een deel van de schuld voor de kolossale ramp in de schoenen. „Al langere tijd pleit mijn regering ervoor in het veiligere zuiden van ons land nieuwe steden te bouwen om mensen uit het wegens zijn grillige topografie gevaarlijke kustgebied weg te krijgen. Maar deze plannen zijn telkens door de oppositie getorpedeerd. Dat zal ik niet langer toestaan”, aldus Chavez, die in 1992 aan het hoofd van een parachutistenbataljon een mislukte staatsgreep pleegde en daarvoor twee jaar in de gevangenis doorbracht.

Het ultranationalistische, soms wispelturige staatshoofd wendt zijn immense populariteit nu aan om de bevolking van Venezuela ervan te verzekeren dat de zorg voor de overlevenden en het bergen van de doden plaatsheeft op een voor het land onkarakteristiek efficiënte manier. „Dit is niet het moment om met elkaar te gaan kissebissen over onnozele vraagstukken. Het vaderland verkeert in nood en heeft een leider nodig wiens hart op de juiste plaats zit. Dat ben ik”, aldus Chavez.

De Nederlandse ambassade in Caracas heeft uit eigen middelen alvast een bedrag van 100.000 gulden toegezegd voor de aanschaf van hulpgoederen. Op Curaçao, een kleine 300 kilometer van de onheilsplek, houdt de marine een Orion-patrouillevliegtuig in gereedheid voor het overbrengen van de eerste hulpzendingen. Meer dan veertig landen hebben het gemangelde Venezuela inmiddels steun toegezegd. Ook de organisatie van olie-exporterende landen (OPEC), waarvan Venezuela medeoprichter is, heeft geld en kredieten in het vooruitzicht gesteld.

Grootste tragedie
Mochten de schattingen van de nationale autoriteiten in Caracas zich over de komende dagen bevestigd zien, dan zou de ramp in Venezuela zelfs het dodelijke orkaangeweld van eind vorig jaar in Midden-Amerika in aantal slachtoffers overtreffen. De orkaan Mitch kostte in Nicaragua en Honduras ruim 9000 mensen het leven. Reeds nu is de regenramp de grootste natuurtragedie aller tijden in Venezuela. Bij een aardbeving in 1967 verloren ongeveer 300 mensen het leven. „Tot voor een week konden we stellen dat Venezuela een gezegend want voor natuurgeweld bespaard gebleven land was. Nu ligt die illusie onder de modder begraven”, aldus staatssecretaris Vassili Flores na terugkeer van een korte rondreis door het rampgebied.