Buitenland15 december 1999

Hoop op vredesverdrag tussen Jeruzalem en Damascus neemt toe

Israël en Syrië pakken draad weer op

Van onze correspondent
JERUZALEM – In Washington begint vandaag in het bijzijn van de Amerikaanse president Bill Clinton de topontmoeting tussen de Israëlische premier Ehud Barak en de Syrische minister van Buitenlandse Zaken Farouk al-Sharaa. De Israëlische regering en media hechten grote waarde aan de hervatting van de vredesbesprekingen met Syrië. De hoop bestaat dat er volgend jaar een vredesverdrag kan worden gesloten. Dit verdrag zal drastische gevolgen hebben voor de betrekkingen tussen Israël en de Arabische wereld.

Barak en Al-Sharaa voeren ook afzonderlijke besprekingen met Clinton en de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Albright. Als de besprekingen in het Witte Huis zijn afgerond, zullen deze worden voortgezet in het Blair House, dat zich tegenover de woning van de president bevindt. Barak en Al-Sharaa zullen spreken over een orde van prioriteiten voor de komende onderhandelingen, over de plaats waar deze gehouden worden en over een tijdschema. De besprekingen duren twee dagen, maar binnenkort zal er mogelijk een tweede topontmoeting plaatshebben.

Verrassingsaanval
Farouk al-Sharaa heeft gezegd dat hij gelooft dat er „binnen een paar maanden een overeenkomst kan worden bereikt.” Ook Barak en de Israëlische minister Yossi Beilin (Justitie) hebben gezegd dat beide landen volgend jaar een verdrag kunnen sluiten. Beilin zei vorige week op een persconferentie dat Syrië zelf zegt dat 80 procent van de kwesties waarover moet worden onderhandeld voor een vredesovereenkomst, al is opgelost bij vorige contacten. De geschillen die er nog zijn, hebben volgens hem vooral betrekking op veiligheidskwesties. Israël wil maatregelen treffen die een verrassingsaanval van Syrië uitsluiten.

Het vredesoverleg wordt hervat nadat dit –althans officieel– bijna vier jaar heeft stilgelegen. In 1949 hebben er tijdens het bewind van de Syrische leider Husni Zaim contacten bestaan, maar de vredesvoorwaarden die Zaim stelde vond Israël te hoog. Met de conferentie van Madrid in 1991 werd het overleg officieel hervat. In de regeringsperiode van Yitshak Rabin en Shimon Peres (1992-1996) volgden intensieve onderhandelingen, die echter niet tot een doorbraak leidden.

Onlangs is bekend geworden dat ook de vorige Israëlische regering, die van Binyamin Netanyahu, contacten met Damascus heeft gehad. Deze werden onderhouden door de Amerikaanse cosmeticamagnaat Ronald Lauder, die in de zomer van vorig jaar tien pendelmissies heeft uitgevoerd. Bovendien hebben Amerikaanse diplomaten en de speciale gezant voor het Midden-Oosten van de Europese Unie, Miguel Moratinos, boodschappen tussen beide landen uitgewisseld. Netanyahu heeft gisteren met klem ontkend dat hij bereid was de hele Golan te ontruimen, zoals minister Haim Ramon de Knesset heeft voorgehouden.

Palestijnen
Israël hecht grote waarde aan vrede met Syrië. Damascus steunde in de afgelopen jaren groepen die tegen een vredesregeling met Israël zijn. De politieke partijen in de Palestijnse diaspora, zoals het Volksfront voor de Bevrijding van Palestina en het Democratisch Front voor de Bevrijding van Palestina, konden in Damascus rekenen op steun. Ook de Libanese Hezbollah, de militie die op Libanese bodem tegen de aanwezigheid van Israëlische troepen vecht, kan de strijd voortzetten dankzij gedoogsteun van de Syriërs en met hulp van Iran.

De veronderstelling is dat een vredesverdrag een einde aan de staat van vijandschap tussen Israël en de Arabische wereld zal betekenen. Saudi-Arabië en andere Golfstaten zullen na het sluiten van een Israëlisch-Syrisch vredesverdrag eveneens diplomatieke betrekkingen aangaan. Ook zal het verdrag de deur openen voor een akkoord met Israëls noorderbuur, Libanon. Met deze vredesregelingen zal de weg worden gebaand naar wat de Israëlische minister Shimon Peres (Internationale Samenwerking) „het nieuwe Midden-Oosten” heeft genoemd.

Vrede met Syrië betekent tevens dat beide landen open grenzen zullen hebben en dat er ambassadeurs tussen beide landen worden uitgewisseld. Het betekent dat Syriërs Israël kunnen bezoeken en vice versa. Zakenlieden uit beide naties zullen contracten sluiten en er zal handel tussen beide landen ontstaan. Dat zal de economie tussen beide landen ten goede komen.

Prijs
De Israëliërs zijn er zich terdege van bewust dat er aan vrede met Syrië een prijs verbonden is. Velen geloven dat de vroeger populaire slogan ”Vrede met de Golan” op fictie berust. Israël zal een referendum houden over een terugtrekking van de Golan. Yossi Beilin zal binnen twee week een wetsvoorstel indienen bij de Knesset dat een volksraadpleging mogelijk maakt. Volgens opiniepeilingen is het volk verdeeld over de vraag of vrede de prijs van de Golan waard is. Volgens de krant Yedioth Ahronot kost terugtrekking 18 miljard dollar. Israël hoopt dat de Amerikaanse belastingbetaler mee zal betalen.

In Syrië bestaat een nationale consensus dat de Golan bij Syrië behoort. Syriërs vinden het te riskant dat Israël op de Golan blijft. De stad Damascus ligt nog geen 80 kilometer van de Israëlische troepen af.

Voor Syrië betekent vrede dat het land van de lijst van naties die terreur steunen zal worden geschrapt, dat het buitenlandse investeerders aan zal trekken en dat het in aanmerking komt voor Amerikaanse hulp. Het heeft deze ontwikkelingen heel hard nodig om de gestagneerde economie uit het slop te halen.

Vooralsnog liggen er maanden van moeilijke onderhandelingen in het verschiet. Het is heel goed mogelijk dat deze toch weer vastlopen. Bovendien zal het veel tijd kosten voordat het onderling wantrouwen tussen beide volken is verdwenen – de propagandamachines van beide landen hebben in de afgelopen decennia hun werk gedaan. Maar beide landen weten ook dat een regeling in hun belang is en dat deze vroeg of laat moet worden bereikt.