Missionarissen verslaan
regelmatig de wereldpers

Als een van de eersten meldden zij dat er een bloedbad was aangericht bij een kerk in de plaats Suai. Nieuwszenders als CNN en persbureaus als Reuters konden niets anders doen dan het bericht van het onbeduidende Misna overnemen.

Misna staat voor Missionary Service News Agency en is gevestigd in een Romeins achterafstraatje. Het agentschap is een onooglijke dwerg in medialand, maar verslaat desondanks regelmatig de wereldpers.

Misna werd twee jaar geleden opgericht door een priester die vond dat het nieuws uit ontwikkelingslanden te weinig aandacht kreeg in de westerse media. Vader Giulio Albanese wilde, zoals hij zelf zegt, „een stem geven aan hen die geen stem hebben.”

Albaneses leger van verslaggevers bestaat voornamelijk uit missionarissen, die soms letterlijk tussen twee vuren zitten. Via satelliettelefoon en e-mail geven zij door wat er gebeurt in de afgelegen gebieden waar de BBC en Associated Press niet komen. Als het geweld in landen als Sierra Leone of Congo weer oplaait, is Misna vaak de eerste die erover bericht.

Spartaans
Het nieuws komt binnen in Misna's kloppend hart in Rome, waarvandaan vader Giulio, zuster Paula en vier leken-vrijwilligers het zuidelijk halfrond in de gaten houden. Het klinkt misschien flitsend en bruisend, maar dat is het niet.

Misna's redactielokaal is Spartaans ingericht. De muren zijn grauw en de bureaus grijs. Het meubilair lijkt nog uit de jaren vijftig te stammen. Er staan vijf computers, maar verder doet niets vermoeden dat het hier gaat om een high tech-outfit, die gratis ondersteuning krijgt van Microsoft. Van Bill Gates' bedrijf krijgt Misna de laatste software om haar nieuws op internet te zetten.

„De directeur van Microsoft Italië zag toevallig onze site, was onder de indruk en besloot ons te sponsoren”, zegt priester Albanese. Hij is een verwoed computeramateur, die de moderne informatietechnologie met beide armen heeft omhelsd. „Bytes zijn toch prachtig? Ze nemen geen plaats in en kosten geen cent. Geweldig!”, vertelt de 40-jarige geestelijke.

Hij rookt non-stop, wordt herhaaldelijk gebeld en af en toe geraadpleegd door zuster Paula. Zij heeft juist gehoord dat een priester in Burundi is neergeschoten en wil weten hoe ze dit kan verifiëren. „Probeer zijn moeder te pakken te krijgen”, zegt Albanese.

Roeping
Tussen de bedrijven door vertelt hij hoe hij in de journalistiek verzeild is geraakt. Albaneses carrière begon eind jaren zeventig toen hij officier werd bij de Italiaanse marine. Maar al snel bleek dat zijn roeping elders lag. „M'n vriendin en ik voelden ons te burgerlijk en te rijk. Uiteindelijk besloten we in de derde wereld te gaan werken. Zij ging naar Moeder Teresa in Calcutta en ik naar Afrika”, zegt Albanese.

Zijn vriendin keerde terug en trouwde met zijn beste vriend, maar Albanese bleef en koos voor het celibaat. Vanaf 1982 tot en met 1986 volgde hij zijn priesteropleiding in Uganda. Daar was hij ooggetuige in een burgeroorlog waar nauwelijks iemand over schreef. Afrika was een vergeten continent en daar wilde Albanese verandering in brengen.

Na zijn opleiding kwam hij via Radio Vaticaan als stagiair terecht op de Africa-desk van CNN in Atlanta. Daar werd hij vaak gevraagd om missionarissen voor informatie op te bellen. Zo kwam Albanese op het idee om voor zichzelf te beginnen. Hij kreeg de steun van kloosterordes en missieorganisaties en in december 1997 was Misna een feit.

Nu het bureau naam heeft gemaakt, denkt de oprichter alweer aan zijn volgende carrièrestap. „Ik doe het nog twee of drie jaar, maar dan wil ik weer terug naar Afrika”, zegt Albanese.