Buitenland 5 november 1999

Pronk mikt op doorbraak op vervolgconferentie in Den Haag

Klimaattop Bonn ontevreden uiteen

Van onze wetenschapsredactie
BONN – Ministers uit meer dan 150 landen hebben de afgelopen dagen in Bonn op de wereldklimaatconferentie van de Verenigde Naties vastgesteld dat ze tot nu toe niet genoeg hebben gedaan om het klimaatverdrag van Kyoto uit 1997 verder inhoud te geven. Ze hebben afgesproken dat er op een vervolgconferentie in Den Haag in november 2000 overeenstemming moet worden bereikt over de verdere invulling van het verdrag van Kyoto.

Minister Pronk (VROM) vindt dat de belangrijkste uitkomst van de vandaag afgesloten klimaatconferentie en hij is daarover zeer tevreden. „Ik ben blij met Bonn, zonder enige terughoudendheid.” Volgens de bewindsman is het ook bijzonder dat de huidige voorzitter van de klimaatconferentie, de Pool Jan Szyszko, volledig mandaat heeft gekregen om in de aanloop naar Den Haag alles te doen om die conferentie tot een succes te maken. De ministers komen eerder nog twee keer bij elkaar, maar Szyszko mag op eigen initiatief op een lager niveau dan een ministersconferentie overeenstemming zien te krijgen over zaken die hij belangrijk vindt.

In Kyoto is in 1997 afgesproken dat industrielanden hun uitstoot van broeikasgassen zullen beperken met gemiddeld 5,2 procent. Die afname, gebaseerd op de cijfers van 1990, moet uiteindelijk bereikt zijn over een gemiddelde van de jaren 2008 tot en met 2012. Sinds Kyoto bestaat er echter onenigheid over de manier waarop de westerse landen die percentages mogen halen. Zo moet het mogelijk worden om een deel van de beperking van de uitstoot te bereiken door te investeren in milieuvriendelijke projecten in ontwikkelingslanden, bijvoorbeeld in relatief schone elektriciteitscentrales.

Noch op de vervolgconferentie van Kyoto, vorig jaar in Buenos Aires, noch op de klimaattop in Bonn deze week, konden de delegaties het hierover eens worden. Met name de milieuminister van Finland, mevrouw Satu Hassi, die in Bonn de Europese Unie (EU) vertegenwoordigde, kreeg het daarom op een afsluitende persconferentie zwaar te verduren. De verzamelde wereldpers verwacht meer van dit soort klimaatconferenties, zo bleek. De directeur-generaal milieu van de EU onderstreepte –na een betoog van Hassi dat de pers niet overtuigde– dat in Bonn „de bouwstenen voor de ratificering van het klimaatverdrag van Kyoto zijn aangedragen.” Alleen na ratificatie van het verdrag door 55 procent van de betrokken landen die ook minstens 55 procent van werelduitstoot van broeikasgassen leveren, treedt het verdrag in werking.

Minister Pronk liet zich nog veel positiever uit dan de Europese directeur-generaal milieuzaken, hoewel hij eerder had aangegeven dat in Bonn wellicht een tekst op tafel zou komen die zou kunnen leiden tot het ratificeren van het verdrag van Kyoto. Pronk vindt Bonn een doorbraak omdat „we hier te maken hebben gehad met ongeduldige ministers die niet tevreden zijn over het tot nu toe gevoerde beleid en daar ook consequenties uit getrokken hebben. Ministers hebben hier publiekelijk met elkaar onderhandeld. Daardoor waren dingen in één middag bekeken die vroeger maanden in achterkamertjes duurden. Dat heb ik in VN-kringen nog nooit meegemaakt. Dat toont een politieke doorbraak.”

„De grote doorbraak”, aldus Pronk, moet volgend jaar in Den Haag plaatshebben, „wil er een ratificatieprocedure op gang komen die in het jaar 2002 rond is. Alle deelnemers behalve de Verenigde Staten hebben zich uitgesproken voor ratificatie in het jaar 2002.” Ratificering is ook zonder de VS mogelijk, maar dat vindt Pronk niet verstandig. Hij wil de Amerikanen graag „aan boord houden. Zij zijn per slot van rekening de grootste producent van broeikasgassen.”

Struikelblok
Een van de struikelblokken voor de VS is dat er voortdurend voorstellen circuleren om minstens 50 procent van de beperking van de uitstoot van broeikasgassen in eigen land te realiseren en niet zoveel mogelijk met weinig geld in ontwikkelingslanden voor elkaar te krijgen. Minister Pronk wil daar soepel in zijn. „We moeten de VS niet koste wat het kost erbij blijven houden, maar het mag wel wat kosten, want het levert ook wat op. De eis van 50/50 is niet van tafel, maar we moeten er ook geen voorwaarde vooraf van maken.”

De minister verwacht in de aanloop naar Den Haag goed te kunnen samenwerken met de huidige voorzitter van de klimaatconferentie. Szyszko is sinds kort als minister zonder portefeuille toegevoegd aan de Poolse minister-president. „Hij heeft dus alle tijd voor dit werk”, aldus Pronk, die de conferentie in Den Haag moet voorzitten. Tot op de eerste dag van die vergadering heeft Szyszko die functie. Pronk wil samen met hem zover komen dat al aan het begin van de vergadering een ontwerptekst beschikbaar is, „zij het dat er nog veel tussen haken zal staan, waarover we dan moeten onderhandelen. We zullen er hard aan moeten trekken, maar er zit stoom in.” Pronk heeft alle vertrouwen in zijn Poolse collega. Szyszko heeft onder meer in Wageningen gestudeerd en komt nog regelmatig in Nederland.