VN bezorgd over
anti-Servisch geweld

Gisteren werd een etnische Albanees gedood in de Noord-Kosovaarse stad Kosovska Mitrovica. De man bestuurde een vrachtwagen toen er een granaat op de wagen werd afgeschoten. Hij stierf ter plekke, een vrouw die met hem meereed raakte gewond. „Wij zullen de terugkeer van blinde terreur tegen onschuldige mensen niet tolereren”, aldus een woedende Kouchner.

Agim Ceku, de militaire bevelhebber van het Bevrijdingsleger van Kosova (UCK), sprak zaterdag zijn veroordeling uit over de aanslag. Volgens de Servische Kosovaren is het echter juist het UCK dat verantwoordelijk is voor het tegen hen gerichte geweld.

De bomaanslag vond vrijdagavond laat plaats in het centrum van Pristina en werd een halfuur later gevolgd door een tweede, waarbij geen slachtoffers vielen. Bij de eerste explosie, die zich voordeed in een vijf verdiepingen tellend flatgebouw, kwam een 23-jarige Serviër om het leven en raakten vijf Albanese Kosovaren, onder wie drie kinderen, lichtgewond, maakten de Britse KFOR-troepen bekend.

Kouchner zei dat hij de VN heeft verzocht extra rechercheurs te sturen om uit te zoeken wie de aanslag op zijn geweten heeft. Hij deed tevens een beroep op de bevolking van Kosovo „om de muur van stilzwijgen te doorbreken” en de autoriteiten de informatie te verschaffen die zij nodig hebben om de schuldigen te kunnen aanpakken.

Zaterdag vonden nog drie Serviërs de dood. De drie werden vermoord in het dorp Musutiste in de buurt van Prizren, meldde het onafhankelijke Belgradose persbureau Beta. Van de daders ontbreekt ieder spoor.

Ongeveer 10.000 Serviërs uit Kosovo hebben gisteren in Gracanica, dicht bij Pristina, geprotesteerd tegen „de aanhoudende terreur van Albanese separatisten en criminelen.”

De demonstranten beklaagden zich over de onvoldoende bescherming voor Serviërs van de KFOR-vredesmacht in het gebied, aldus het Joegoslavische persbureau Tanjug. De Serviërs willen dat het Joegoslavische leger en Servische politie-eenheden weer terugkeren naar de provincie.