Buitenland | 24 augustus 1999 |
Turks gezin uit Deventer verliest zeven naaste familieledenIk heb m'n dochtertje horen roepenDoor J. Visscher Misschien bestaat er verdriet dat te groot is voor tranen. Ogenschijnlijk tamelijk beheerst doet Engin Kurtulus zijn verhaal. In de propere kamer van de woning in een Deventer volkswijk neemt zijn zwartgesluierde vrouw de telefoon op. Zij huilt wel. Op een stretcher staart Engins zus voor zich uit. Af en toe komen Turkse mannen binnen voor condoleancebezoek. Ze schudden handen, drukken wangen. Pleister Engin verloor bij de aardbeving zijn dochter Emine (9), zijn moeder Günes Kurtulus-Aydogdu (54), zijn 34-jarige zus Bilginur Kilic-Kurtulus en haar 1-jarige zoontje Yusuf, allen woonachtig in Deventer. Ook de schoonouders van Engin, afkomstig uit België, overleefden de ramp niet. Verder vond de in Turkije woonachtige schoonmoeder van Engins omgekomen zus Bilginur de dood. Engin zelf, die samen met een vijftiental familieleden in een appartementencomplex in Izmit bivakkeerde, kwam levend uit het puin. De Deventenaar, die met zijn vrouw en hun 6-jarige dochtertje Hanife op één kamer bivakkeerde, werd in zijn slaap verrast. Spiegelgeluiden Een paar centimeter boven ons hing het plafond. Dat is van beton. Als er nog een aardschok was gevolgd, zouden we het denk ik niet hebben gered. Uit de tas van mijn vrouw kon ik de mobiele telefoon halen. Het schijnsel van het schermpje van de zaktelefoon gaf ons nog wat licht in de donkerte. Ik heb mijn familie in Bursa, een stad een paar uur rijden vanaf Izmit, nog proberen te bellen. Dat is niet gelukt. Ik zei tegen mijn vrouw: Kalm blijven. Niet schreeuwen. Daarmee verspil je energie. Misschien zitten we hier nog wel een paar dagen vast. Overal was stof. We konden moeilijk ademhalen. Anderhalf uur zaten we beklemd. We zijn gered door een zoon van mijn neef. Die jongen, twintig jaar, wilde uitgerekend de nacht van de aardbeving op het balkon slapen. Hem is weinig overkomen. Hij kon helpen. Toen hij riep, hebben we teruggeschreeuwd. Trilboor Engin, in Deventer werkzaam bij een fabriek die plastic bekertjes produceert, zucht diep. Van verschillende kanten in het ingestorte appartementencomplex hoorden we geroep. In een van de kamers lagen mijn zusje, mijn nichtje uit België, een ander nichtje uit Bursa en mijn oudste dochter Emine van 9 jaar. Ook zij schreeuwden om hulp. We konden in de buurt van hun kamer komen. Ik hoorde mijn dochter roepen. Ik zag haar. Het nichtje uit Bursa was vrij vlot uit het puin. Zij had een gebroken been. Ook mijn zusje en het Belgische nichtje wisten we te redden. Ik hoorde de stem van mijn dochter niet meer. Zij heeft het niet gered. Zij was dood. Dat zuchten, opnieuw. Mijn vader hebben we uit het puin kunnen halen. Levend. Moeder en mijn schoonouders lagen onder een paar lagen beton. Bedolven. We konden er met onze handen niet bij. Met een trilboor hebben we later een gat gemaakt. Alledrie waren ze overleden. Mijn oudste zus, die apothekersassistente in Deventer was, lag tweehonderd meter verderop, samen met haar 1-jarige zoontje, onder het puin. We zijn er snel heengerend. Dat roepen, roepen, roepen. Afschuwelijk. Je hoort dat geschreeuw. Ze willen eruit. Je wilt helpen. Maar het kan niet. Allebei zijn ze omgekomen. Dekens De tweede dag kregen we hulp van een Zwitserse reddingsdienst. Veel waardering heb ik voor het werk van de alarmcentrale EuroCross. Ze kwamen ons helpen met drie ambulances. Die steun zal ik nooit vergeten. Ik kan me voorstellen dat mensen kritiek hebben op de hulpverlening. Je moet immers zelf maar getroffen worden. Aan de andere kant: het rampgebied is zo ontzettend groot. Dan is het vreselijk moeilijk om overal snel bij te zijn. Op een gegeven moment zagen we mensen vluchten. We hoorden dat er gevaar was voor enorme ontploffingen in de brandende olieraffinaderij bij Izmit. Ook wij zijn vertrokken, 10 kilometer verder van de raffinaderij. We konden meeliften in een halfopen vrachtwagentje. Hup, iedereen erin. Botbreuk of niet. De Deventer familie Kurtulus keerde afgelopen weekwisseling terug naar Nederland. Hoe het verder moet, weet ik niet. Weer dat zuchten. |
![]() |