KFOR en VN keuren geweld Albanezen afVan onze buitenlandredactie PRISTINA De internationale vredesmacht KFOR en de VN-missie in Kosovo, Unmik, hebben gisteren gezamenlijk het geweld tegen de Servische etnische minderheid in Kosovo veroordeeld. Dinsdag werden opnieuw Serviërs verwond door een granaataanslag. De Serviërs en andere minderheden worden duidelijk bedreigd. Unmik en KFOR veroordelen de dreigementen en illegale acties, staat in de verklaring. Tegelijkertijd stellen de autoriteiten wel dat het iets beter gaat met de veiligheid in Kosovo. Maar alleen met de volle steun van de bevolking kunnen wij een veilige omgeving creëren. Bij nieuw geweld raakten dinsdagavond drie Serviërs lichtgewond door een granaatexplosie in Gnjilane, de grootste stad in de zuidoostelijke sector waar Amerikaanse KFOR-militairen voor vrede moeten zorgen. Over de daders is niets bekend. Een groot deel van de weinige nog in Kosovo achtergebleven Serviërs is geconcentreerd in de Amerikaanse sector. KFOR-troepen hebben de afgelopen dagen opnieuw wapens in beslag genomen. Deze keer werden in totaal vijftig geweren en drie pistolen in de plaatsen Prizren en Djakovica gevonden. In het communiqué van het internationale bestuur wordt de stellingname van de Albanese militie UCK van dinsdag tegen het geweld verwelkomd. UCK beweert dat het geweld tegen de etnische minderheden het werk van eenlingen is. Niet alleen Serviërs, maar ook zigeuners zijn het slachtofffer van aanslagen. In een brief aan KFOR-generaal Jackson en de speciale VN-gezant voor Kosovo, Kouchner, eiste de Joegoslavische regering gisteren spoedeisende maatregelen om de veiligheid van de Serviërs in de provincie te garanderen. Volgens de brief staat de Servische en niet-Albanese bevolking in Kosovo ondanks de aanwezigheid van internationale vredestroepen constant bloot aan de terreur van het Bevrijdingsleger voor Kosova (UCK). Rusland heeft zijn NAVO-partners in de vredesmissie intussen de schuld gegeven van het aanhoudende geweld tegen de Serviërs. |