Servisch witboek over
„NAVO-misdaden”

DEN HAAG – De Joegoslavische ambassadeur in Nederland, Milan Grubic, heeft gisteren een witboek gepresenteerd over de „misdaden die de NAVO onder het voorwendsel van een humanitaire interventie” in Kosovo zou hebben gepleegd.

Het boek betreft alleen de eerste maand van de NAVO-acties, die op 24 maart begonnen. Belgrado wil nog met andere witboeken komen.

Het boek, samengesteld door het Joegoslavisch ministerie van Buitenlandse Zaken, staat vol met gruwelijke foto's en gedetailleerde ooggetuigenverklaringen. Volgens Grubic toont het boekwerk ondubbelzinnig aan wie de echte misdadigers in Kosovo waren. De ambassadeur hoopt dat zo een ander beeld van het NAVO-optreden in de Servische provincie ontstaat.

Onder de beschreven gebeurtenissen is de aanval op een konvooi van etnisch Albanese vluchtelingen op de weg tussen Djakovica en Prizren, medio april. Daarbij vielen volgens Joegoslavië in totaal 73 slachtoffers. Ook prominent beschreven is het NAVO-bombardement op een spoorbrug bij Grdelica. Daarbij raakte de alliantie per ongeluk een passagierstrein zodat, volgens Belgrado, zeventien mensen de dood vonden en drie mensen vermist raakten.

De ambassadeur, die om gezondheidsredenen tijdens de luchtacties in Belgrado verbleef en zodoende ongewild zelf getuige was, ergerde zich vooral aan de term ”collateral damage”. Hij vond deze uitdrukking voor onbedoelde burgerslachtoffers nogal verhullend. Ook wees Grubic erop dat Joegoslavië het buitenland niet nodig heeft om eventuele eigen misdaden te onderzoeken. Als die worden ontdekt, schrijven we daarover ook een boek, zo zei hij. De huidige situatie in Kosovo noemde hij een humanitaire catastrofe. De diplomaat herhaalde de eis van zijn regering om Joegoslavische militairen naar Kosovo te sturen om de Servische Kosovaren te beschermen. De Serviërs die in de provincie zijn achtergebleven, worden volgens hem vooral bedreigd door het UCK. Dat Kosova Bevrijdingsleger moet veel sneller en volledig worden ontwapend, zo benadrukte hij.