Buitenland15 juli 1999

Arbour diep geroerd na inspectie massagraven

VN-bestuurder bezorgd
over geweld in Kosovo

Van onze buitenlandredactie
PRISTINA – Sergio Vieira de Mello, de door de Verenigde Naties aangestelde interimbestuurder van Kosovo, heeft gisteren zijn toenemende zorg uitgesproken over het aanhoudende geweld tegen minderheden in de provincie.

„Moorden, ontvoeringen, gedwongen uitzettingen, huisverbrandingen en plundering komen dagelijks voor. Dit zijn misdaden waarvoor in het verleden aangedaan leed niet kan gelden als excuus. De toekomst van Kosovo moet gebouwd worden op recht, niet op wraak”, zei hij in een verklaring.

De een maand oude vrede in Kosovo wordt overschaduwd door etnisch geweld, voornamelijk van Albanese Kosovaren die wraak nemen voor de Servische campagne van verdrijving en moord tegen de Albanese meerderheid tijdens de 78 dagen durende luchtoorlog van de NAVO tegen Joegoslavië. Behalve Serviërs hebben ook zigeuners het zwaar te verduren, omdat zij in de ogen van de Albanezen met de Serviërs hebben samengespannen.

Een woordvoerder van de VN in New York, Manoel de Almeida e Silva, zei dat KFOR-eenheden op zoek naar plaatsen waar het Bevrijdingsleger van Kosova (UCK) Serviërs gevangen zou houden, drie Serviërs en vier zigeuners hebben aangetroffen, alsmede een niet nader genoemd aantal lijken.

Ondanks de aanhoudende spanningen tussen Serviërs en etnische Albanezen toonde NAVO-bevelhebber generaal Wesley Clark zich tevreden over het UCK, dat de demilitarisatiebepalingen goed naleeft. Clark zei dit na een gesprek in Pristina met UCK-stafchef Agim Ceku.

Volkerenmoord
Hoofdaanklaagster Louise Arbour van het VN-oorlogsmisdadentribunaal in Den Haag toonde zich gisteren „diep geroerd” nadat zij even buiten het dorp Celine de plaats had bezocht waar Britse forensisch specialisten deze week in een massagraf de lijken van elf kinderen hebben gevonden die van dichtbij zijn doodgeschoten. In totaal hebben de Britse experts op negen verschillende plaatsen in het dorp 57 lijken blootgelegd. Allen zijn vermoedelijk eind maart door Servische eenheden vermoord.

Plaatsvervangend hoofdaanklager G. Blewitt maakte gisteren bekend dat het Joegoslavië-tribunaal nieuwe aanklachten over misdaden in Kosovo voorbereidt. In mei had hoofdaanklaagster Arbour al president Milosevic van Joegoslavië en vier andere Servische kopstukken aangeklaagd wegens de etnische zuiveringen tegen Albanezen in Kosovo. De aanklacht tegen Milosevic wordt mogelijk uitgebreid tot volkerenmoord.

Sinds het einde van de NAVO-bombardementen in juni heeft het tribunaal toegang tot de Servische provincie, daarbij gesteund door de internationale vredesmacht KFOR. De onderzoekers van het VN-hof hebben sindsdien zo veel bewijsmateriaal vergaard, dat nieuwe aanklachten te verwachten zijn, aldus Blewitt. De Australiër kan echter nog niet zeggen wanneer het zover is.

De Britse speciale onderzoeker naar oorlogsmisdaden in Kosovo, David Gowan, deelde gisteravond in Londen mee dat Servische veiligheidstroepen bij etnische zuiveringen minstens 10.000 Kosovo-Albanezen hebben gedood.

Met zijn onderzoek in de Servische provincie is de oorspronkelijke schatting van de hoeveelheid slachtoffers van de Britse diplomaat bevestigd. „Het is nu duidelijk dat mijn eerdere schattingen van de Servische gruweldaden niet overdreven waren”, aldus Gowan. Ooggetuigenberichten van Kosovo-Albanezen zijn door forensische geneeskundige onderzoeken ondersteund.