Buitenland14 juli 1999

Vluchtelingen Ermelo laten cursus gelaten over zich heen komen

Kosovaren ervaren gevaren mijnen

Door Merel van Leeuwen (ANP)
ERMELO – Hij zou een mijn nu wel herkennen, „want hij is groen.” Maar de 9-jarige Albert uit Kosovo denkt dat hij hem toch wel zou aanraken. De jongen is een van de 150 Kosovaarse vluchtelingen die gisteren in het opvangkamp in Ermelo op vrijwillige basis een mijnencursus volgden.

Experts van de landmacht zijn maandag begonnen met de cursus voor Kosovaren op acht locaties, waaronder de opvangcentra in Ter Apel, Ermelo en Raamsdonksveer. De voorlichting is bedoeld om de vluchtelingen te waarschuwen voor de gevaren van mijnen.

Sergeant-majoor A. Hogenberg geeft de cursus met hulp van een tolk in een bloedhete tent, waar de kleinsten vooraan zitten en de ouderen daarachter. Met grote ogen kijken de kinderen naar de mijnen en andere explosieven die Hogenberg heeft uitgestald op de tafel voor hen. Het gaat om voorbeeldexemplaren.

Plaatjes
Met een overheadprojector geeft Hogenberg uitleg over mijnen die de vluchtelingen kunnen aantreffen in Kosovo. „De plaatjes die ik u toon, zien er misschien simpel uit. Hiermee onderschat ik u niet, maar ze zijn bedoeld voor de kinderen om het verhaal voor hen duidelijk te maken”, vertelt Hogenberg. De schattige 'kleurplaten' staan in schril contrast met een foto die wordt getoond van een menselijk been nadat het is getroffen door een mijn. Er klinkt „Aaahh” uit verscheidene kindermonden.

Bijna anderhalf uur duurt de mijnencursus. Hogenberg legt uit hoe de verschillende soorten mijnen eruitzien, dat ze allerlei kleuren kunnen hebben, wat ze kunnen aanrichten en waar de vluchtelingen ze kunnen verwachten. „De plek waar een mijn is aangetroffen, wordt gemarkeerd door een rood bordje waarop met witte letters het woord of teken ”mijn” staat. Als u dit ziet –Hogenberg toont het bordje van de achterkant– staat u in een mijnenveld. Als dat gebeurt, raak dan niet in paniek en ren niet hard weg.”

Vervolgens legt de sergeant-majoor uit dat iemand in dat geval met een scherp voorwerp onder een hoek van 30 graden in de grond moet prikken. „Zo moet u om de 3 centimeter het terrein proberen schoon te prikken, via dezelfde weg als u gekomen bent.”

De Kosovaarse vluchtelingen die het verhaal aanhoren, reageren amper. Hogenberg vertelt later dat hij de cursus maandag al gaf aan Kosovaren in Raamsdonksveer. „De mensen wilden eigenlijk alleen weten wanneer ze terug kunnen en waar de mijnen precies liggen. Maar dat weten we niet, evenmin het aantal.”

Hogenberg gaat in december met een hulpbataljon van de genie naar Kosovo om de bevolking voor te lichten over het gevaar van mijnen. „Er is geen verschil of je nu hier of daar de cursus geeft. De mensen zijn vrij passief. In mijn ogen zijn ze zich nog niet helemaal bewust van het gevaar.” Twee jaar geleden was hij in Bosnië, waar hij veel met mijnen te maken had. Hij heeft daar enkele mensen geleerd mijnen te demonteren. „Dat gaat in Kosovo wellicht ook gebeuren.”

De mijnen in Kosovo worden aan de hand van een prioriteitenlijst onschadelijk gemaakt. „Nu is een geniehulpbataljon in Kosovo om mijnen te demonteren. In december volgt de tweede groep. Het kan dus zijn dat een mijn lang blijft liggen op een akker”, aldus Hogenberg.

Been verloren
De 50-jarige Dem Shala is een van de nog vijfhonderd Kosovaren in Ermelo. Hij wil zo snel mogelijk met zijn vrouw en vier kinderen terug naar Klina. De Kosovaar heeft op 15 juni al een verzoek tot terugkeer ingediend, maar heeft daar nog niets op gehoord. „Het duurt allemaal veel te lang. We zijn hier 30 mei gekomen en willen zo snel mogelijk terug. Mijn vader is negentig en ik ben bang dat hij hier sterft, terwijl het onze traditie is in eigen land te worden begraven.”

De familie Buytyqi uit Podujevo wil ook terug, ondanks de mijnen. „Twee familieleden zijn al op een mijn gelopen. Een is daarbij omgekomen, de ander heeft een been verloren”, vertelt Gani Buytyqi. De 9-jarige Vitora is ondanks alles wat ze heeft gehoord over het gevaar van mijnen, niet bang om terug te gaan. Als verslaggevers haar vragen wat ze heeft geleerd, antwoordt haar vader dat ze niet aan mijnen moet komen. Een jongetje van een jaar of vier zegt niets te hebben onthouden van het verhaal dat Hogenberg heeft verteld.

De 14-jarige Faton denkt dat het beter is nog even te wachten voordat hij teruggaat. Hij vindt het „super” in Ermelo. In uitstekend Duits –dat hij van de televisie heeft geleerd– vertelt hij dat hij op de wegen zal blijven, omdat hij „anders, boem, boem naar de maan gaat.”

Dreiging
Aan het einde van de cursus krijgen volwassenen en kinderen aparte instructiekaarten met uitleg over mijnen. De tekst is nu nog in het Engels, maar Hogenberg hoopt de kaarten in de Albanese taal aan het einde van de week te kunnen uitdelen. „Ik hoop dat de mensen de dreiging van mijnen nu onderkennen, maar niet denken dat ze niet meer terugkunnen. Ik ben gelukkig als ik door deze voorlichting één slachtoffer heb kunnen voorkomen.”