Buitenland29 juni 1999

Nederlander rond Orahovac ingezet

Harry the Nose gaat
op zoek naar graven

DEN HAAG – De internationaal vermaarde 'lijkenruiker' kapitein Harry Jongen gaat morgen naar Kosovo om in het gebied van de Gele Rijders naar stoffelijke overschotten te zoeken. Jongen kreeg de bijnaam Harry the Nose wegens zijn goed ontwikkelde reukorgaan, waartegen zelfs speurhonden het moeten afleggen.

De Nederlandse speurneus vertrekt samen met twee collega's van de Bergings- en Identificatiedienst van de Koninklijke Landmacht naar het gebied rond het stadje Orahovac, waar volgens het Kosova Bevrijdingsleger UCK meer dan duizend mensen zijn vermoord. Op een aantal plekken in het gebied zijn al massagraven en huizen met verbrande lijken ontdekt. De Gele Rijders vonden op 15 juni in een dorpje tussen Prizren en Orahovac een huis met ongeveer twintig grotendeels verbrande lichamen.

Jongen vond in 1993 in het voormalige Joegoslavië veel begraven oorlogsslachtoffers op plekken waar bergings- en identificatieteams onverrichter zake waren vertrokken. Na de incestaffaire in Epe zocht hij daar naar babylijkjes. In Limburg speurde Jongen naar slachtoffers van de Bende van Venlo en in België hielp hij zoeken naar de lichamen van An Marchal en Eefje Lambrecks, slachtoffers van de Belgische pedofiel Marc Dutroux.

In Orahovac
In Orahovac, waar Duitse en Nederlandse KFOR-militairen patrouilleren, is de sfeer op enkele incidenten na gemoedelijk te noemen, vertelde ritmeester M. Bos, woordvoerder van de Nederlandse militairen in Kosovo. De Nederlandse Gele Rijders hebben gisterochtend vroeg nog verhinderd dat een huis van Servische burgers afbrandde. Ook kwamen ze gistermiddag na een schietincident in een ziekenhuis in actie.

Bij de schietpartij zijn volgens Bos twee Albanezen lichtgewond geraakt. Zij konden ter plekke worden verpleegd. Een derde Albanees zou echter per helikopter naar Prizren zijn vervoerd omdat hij zwaargewond was. Nederlandse militairen hebben bij een patrouille twee Servische mannen en een zwangere Servische vrouw gearresteerd, die ervan worden verdacht op de Albanezen te hebben geschoten.

Bos constateerde verder weinig ongeregeldheden. Het ziekenhuis en de wijnfabriek van Orahovac werken weer. De scholen gaan na de zomer weer open. Veel Albanese kinderen kunnen dan voor het eerst in negen jaar weer in een schoolgebouw onderwijs volgen. In de Servische wijk, waar nog ruim 3000 Servische burgers zitten, heerst nog wel angst, zegt Bos. Hij verwacht dat een paar honderd Serviërs uiteindelijk wel zullen vluchten.