Buitenland28 juni 1999

Honderden belastende papieren gevonden

„Servië plande etnische
zuivering tot in detail”

Van onze buitenlandredactie
LONDEN – Uit documenten blijkt dat de etnische zuiveringen in Kosovo tot in detail zijn gepland en geleid door Belgrado. Onder de codenaam ”Operatie Hoefijzer” werd door de Joegoslavische president Slobodan Milosevic en de Servische leger- en politietop gepland hoe de etnische Albanezen uit Kosovo verjaagd moesten worden.

De Britse krant Observer heeft dit gisteren gemeld. ”Operatie Hoefijzer” is opgesteld door generaal Sreten Lukic. Observer-reporter John Sweeney schreef vanuit Pristina dat honderden belastende documenten zijn gevonden in een door de Serviërs verlaten politiepost in het zuiden van Kosovo. Volgens Sweeney is het materiaal belastend genoeg om het Joegoslavië-tribunaal in Den Haag in staat te stellen de betrokkenen te vervolgen.

Sweeney citeerde de chef van de inlichtingendienst van het Bevrijdingsleger van Kosova (UCK), Kadri Veseli, die zei dat het gaat om honderden documenten, variërend van officiële notulen tot slordig in notitieblokjes opgeschreven lijstjes. Sommige documenten plaatsen leger- en politiecommandanten in dorpen en steden vlak voor, tijdens of vlak na dat er bloedbaden onder de etnisch Albanese bewoners werden aangericht, aldus Sweeney. De meeste documenten zijn nu in het bezit van Veseli's dienst, de Sherbimi Informativ I Kosaves (ShIK).

Mogelijk bevatten de documenten aanwijzingen over de identiteit van een politiecommandant met de bijnaam Mica, die in het dorp Korisa honderden Albanese vluchtelingen bijeen liet drijven om als menselijk schild te dienen voor een militaire commandopost. Toen de NAVO deze post op 13 mei bombardeerde vielen onder deze vluchtelingen 87 doden en honderden gewonden. Volgens UCK-leider Ram Buja zijn de bloedbaden steeds het werk geweest van dezelfde mensen, die soms in legeruniform opereerden, soms in politie-uniform en soms in paramilitaire uitrusting.

Arrestatie
Zaterdag werd bekend dat Britse KFOR-soldaten vrijdag een lid van de politie van het Servische ministerie van Binnenlandse Zaken hebben gearresteerd die verdacht wordt van betrokkenheid bij de moord op 56 Albanese Kosovaren. De verdachte werd in de kraag gevat in een huis in Lipjlan, 15 kilometer ten zuiden van de Kosovaarse hoofdstad Pristina, zei de Britse KFOR-woordvoerder Robin Hodges.

Het Britse Sky TV meldde gisteren dat de verdachte een etnische Albanees is die met de Serviërs collaboreerde. De naam van de verdachte staat niet op de lijst van verdachten van het Joegoslavië-tribunaal in Den Haag, maar het tribunaal is wel geïnformeerd over zijn arrestatie.

Bewoners van het dorp Pusto Selo, dat ten westen van Prizren ligt, hebben gisteren gezegd dat de Servische politie meer dan honderd lijken van slachtoffers van een massamoord, die aanvankelijk in een massagraf begraven waren, later heeft opgegraven en heeft meegenomen naar een onbekende bestemming.

De overlevenden van de massa-executie vertellen over de gebeurtenissen van 31 maart, toen Servische paramilitaire eenheden een razzia in het dorp hielden, waarbij ze ongeveer 120 mannen en jongens ophaalden. De Serviërs waren deels bekenden van de Kosovaren. De vrouwen en kinderen kregen het bevel naar Albanië te vertrekken.

De Serviërs verdeelden de mannen in vier groepen van ongeveer dertig man en schoten ze dood aan de oever van de rivier. De jongste was een veertienjarige jongen, wiens sportschoenen bijna drie maanden later nog steeds aan de waterkant lagen.