Aanhang Servische Radicale Partij sterk gegroeid
Ultranationalist Seselj reële bedreiging voor MilosevicWENEN Nu het bewind van Slobodan Milosevic door de Servische terugtrekking uit Kosovo op zijn grondvesten schudt, biedt zich een nog extremistischer en ferventer antiwesters politicus aan: Vojislav Seselj, leider van de Servische Radicale Partij en vurig pleitbezorger van de Groot-Servische gedachte. Seselj stapte uit de regering-Milosevic toen KFOR Kosovo binnentrok en staat klaar om Milosevic de macht te betwisten die deze tien jaar geleden verwierf. Als hij in zijn opzet slaagt, krijgt Belgrado een nationalistisch regime, dat nog assertiever in zijn antiwesterse beleid is dan het regime dat door de NAVO met bombardementen op de knieën werd gedwongen. Seselj, een 45-jarige jurist en waarnemend vice-premier van Servië, baseerde zijn politieke carrière op de successen die hij in de oorlogen met Kroatië en Bosnië als paramilitair commandant boekte. Als bevelhebber verklaarde hij ooit dat zijn manschappen de ogen van de Kroaten met roestige lepels zouden uitsteken. De vredesmacht in Bosnië achtte eind vorig jaar zijn optreden bedreigend genoeg om hem over de grens te zetten. Toen westerse functionarissen Servische manschappen onlangs beschuldigden van het verkrachten van Kosovaarse vrouwen, bestreed Seselj dit met het argument dat deze vrouwen voor Servische mannen te lelijk zijn. Aan de vooravond van de NAVO-aanvallen op Joegoslavië dreigde hij dat er met het vallen van eerste bom op Servische bodem geen Albanees in Kosovo over zal zijn. Zijn voorspelling werd bijna bewaarheid: honderdduizenden Albanese Kosovaren werden gedwongen Kosovo te ontvluchten; duizenden werden door Servische militairen en politietroepen omgebracht. Nu Servië zijn wonden likt, de economie in puin ligt en sociale onrust dreigt, dringt de vergelijking met Duitsland na de Eerste Wereldoorlog zich op. Net als Hitler destijds zou Seselj gebruik kunnen maken van de situatie. Zijn opstappen uit de regering-Milosevic tijdelijk bevroren door een decreet zou de inleiding kunnen zijn tot een machtsovername. Volgens schema behoeven er pas begin volgend jaar verkiezingen te worden gehouden, maar Seselj kan op vervroeging aansturen. Gezien de antiwesterse sfeer zou de democratische oppositie het zwaar te verduren krijgen. Zoals Seselj het onlangs onder woorden bracht: Er bestaat een vloek in Servië: Laat Amerika je bij de verkiezingen steunen. Bondgenoten Bij verkiezingen in 1997 versloeg Milosevic' kandidaat Milan Milutinovic ternauwernood Seselj, volgens veel onafhankelijke waarnemers dankzij fraude. Sindsdien zag Seselj zijn aanhang alleen maar groeien en wist hij belangrijke bondgenoten in het leger en de politie te werven. Zijn Servische Radicale Partij, die openlijk etnische onverdraagzaamheid propageert, is met 82 van de 250 zetels de op een na grootste in het parlement. Alleen de socialistisch-communistische coalitie van Milosevic bezit meer zetels (110). Seselj sloot zich in maart 1998 bij Milosevic' regering aan en zijn ministers waren nauw betrokken bij de vervolging van Albanese Kosovaren. Hij is lange tijd beschouwd als een bondgenoot van Milosevic, hoewel er soms onenigheid tussen beiden leek te bestaan en Milosevic hem tweemaal wegens zijn uitgesproken kritiek liet oppakken. In de verkiezingscampagnes gebruikte Milosevic zijn radicale tegenstander herhaaldelijk om de meer gematigde kiezers naar zich toe te trekken. In de chaos van het naoorlogse Joegoslavië lijkt zo'n tactiek echter achterhaald. |