Buitenland18 juni 1999

Amerikanen zoeken toenadering
tot oppositieleden Joegoslavië

BELGRADO – Twee politieke tegenstanders van de Joegoslavische leider Slobodan Milosevic hebben gisteren erkend met Amerikaanse functionarissen te hebben gesproken over de val van president Milosevic.

De opposanten, Vladan Batic en Zoran Djindjic, hebben het afgelopen weekeinde in het geheim in Montenegro met onder anderen de Amerikaanse Balkangezant Robert Gelbard overlegd. De twee hebben gisteren Joegoslavische persberichten tegengesproken als zouden ze een gewelddadige omverwerping van het regime van Milosevic hebben besproken. Ook ontkennen ze dat Gelbard 9 miljoen dollar aanbood voor de val van de Joegoslavische president.

De twee wilden enkel de verbroken relaties helpen herstellen met de internationale gemeenschap, zei Batic tegen het persbureau Beta in Belgrado. De president van Montenegro, Milan Djukanovic en de voormalige Joegoslavische premier Milan Panic, waren ook bij het gesprek.

Batic is de coördinator van de Alliantie voor Verandering en Djindjic leidt de Democratische Partij. Hij zei gisteren op een persconferentie in Hongarije dat „wij Milosevic zonder geweld uit de regering zullen wegwerken.”

Een andere deelnemer, de Montenegrijnse vice-premier Novak Kilibarda, zei dat Gelbard de aanklacht wegens oorlogsmisdaden tegen Milosevic had toegelicht.

President Clinton zal volgende week tijdens zijn bezoek aan Slovenië, dat zich in 1991 van de Joegoslavische republiek afscheidde, een ontmoeting hebben met Milo Djukanovic, de president van Montenegro. De ontmoeting met Djukanovic, zei Clintons veiligheidsadviseur Sandy Berger, „is een blijk van onze steun aan de standvastigheid die hij heeft getoond” toen Montenegro weigerde de regering in Belgrado in de confrontatie met de NAVO te volgen.